gepubliceerd op 20 maart 2018
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 25 januari 2018 in zake Kader Sahin tegen de bvba « A-M Cleaning », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 februari 2018, heeft « Schendt artikel 2 van de Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij vonnis van 25 januari 2018 in zake Kader Sahin tegen de bvba « A-M    Cleaning », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen    op 2 februari 2018, heeft de Arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling    Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 2 van de Wet van 5 december 1968 betreffende de    collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités de artikelen    10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de    artikelen 3 en 11 van het herziene Europees Sociaal Handvest, met de    artikelen 22 en 23 van de Grondwet en met artikel 8 van het Europees    Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre dit artikel, door als    werkgever enkel die personen of ondernemingen te beschouwen die op het    ogenblik dat een collectieve arbeidsovereenkomst tegen hen wordt    ingeroepen al werknemers in dienst hebben, een ongelijke behandeling    creëert tussen de werknemers van onderhoudsfirma's waarvan het    onderhoudscontract wordt overgenomen door een persoon of onderneming    die al personeel in dienst heeft op het ogenblik van de overname    enerzijds, en werknemers van dezelfde firma's waarvan het    onderhoudscontract wordt overgenomen door een persoon of onderneming    die op het ogenblik van de overname nog geen personeel in dienst heeft    anderzijds, en meer in het algemeen tussen werknemers die zich op    grond van een collectieve arbeidsovereenkomst die voorziet in hun    overname door een andere werkgever, richten tot een persoon of    onderneming die al personeel in dienst heeft enerzijds, en werknemers    die zich op grond van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst richten    tot een persoon of onderneming die nog geen personeel in dienst heeft    ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6843 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut