gepubliceerd op 05 september 2016
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 1 juni 2016 in zake Olivier Lauvaux tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 juni 2016, heeft de Recht « Schendt artikel 230, 3°, a), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10 en (...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij vonnis van 1 juni 2016 in zake Olivier Lauvaux tegen de Belgische    Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17    juni 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen,    de volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 230, 3°, a), van het Wetboek van de    inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet    wanneer het bepaalt dat de bezoldigingen die door een in België    gevestigde belastingplichtige zijn gestort aan een niet-ingezeten    belastingplichtige voor een in het buitenland uitgeoefende    werkzaamheid, zijn vrijgesteld van de belasting van niet-inwoners    indien die bezoldigingen worden toegerekend op de resultaten van een    in het buitenland gevestigde inrichting, terwijl zij van die    vrijstelling zijn uitgesloten indien diezelfde bezoldigingen niet    worden toegerekend op de resultaten van een in het buitenland    gevestigde inrichting ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6453 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux