Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 28 september 2015

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 12 juni 2015 in zake de Comm. VA « Leasinvest Real Estate » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 31 j « Schenden artikel 185bis WIB92 juncto artikel 198, § 1, 1° WIB92 de artikelen 10 en 11 van de(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2015204386
pub.
28/09/2015
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 12 juni 2015 in zake de Comm. VA « Leasinvest Real Estate » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 31 juli 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 185bis WIB92 juncto artikel 198, § 1, 1° WIB92 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, wanneer deze bepalingen, in die zin worden geïnterpreteerd dat de vennootschapsbelasting ressorteert onder de notie ' niet als beroepskosten aftrekbare uitgaven en kosten ' en aldus deel uitmaakt van de belastbare grondslag van de in deze [eerste] bepaling bedoelde beleggingsvennootschappen, waardoor deze beleggingsvennootschappen ten aanzien van artikel 198, § 1, 1° WIB92 op een gelijke manier worden behandeld als de gewone aan de vennootschapsbelasting onderworpen belastingplichtigen, terwijl beide categorieën belastingplichtigen zich ten aanzien van deze bepaling in een totaal verschillende situatie bevinden daar voor de gewone vennootschappen, de belastbare basis wordt vastgesteld uitgaand van hun boekhoudkundig resultaat na belastingen, terwijl de bepaling van de belastbare basis van beleggingsvennootschappen totaal losstaat van het boekhoudkundig resultaat ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6252 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^