Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 23 oktober 2014

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beschikking van 14 augustus 2014 in zake B.W. tegen K.T. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 augustus 2014, heeft de besla « Schendt artikel 1408, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek artikel 13 van de Grondwet in samenh(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2014206406
pub.
23/10/2014
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij beschikking van 14 augustus 2014 in zake B.W. tegen K.T. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 augustus 2014, heeft de beslagrechter van de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1408, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek artikel 13 van de Grondwet in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre het aan de eiser die niet binnen vijf dagen na de betekening van de eerste akte van beslag de instrumenterende deurwaarder heeft laten weten dat hij zich wilde beroepen op artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek en zulks zonder voorafgaandelijk van die termijn op de hoogte te zijn gebracht, de sanctie oplegt van het verval van het recht om te zijnen gunste de toepassing van artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek te vorderen ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6022 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^