gepubliceerd op 15 oktober 2014
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beslissing van 2 september 2014 in zake D. D.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 september 2014, heeft de Commissie voor financiële « Schendt artikel 32, § 1, van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepaling(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij beslissing van 2 september 2014 in zake D. D.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 september 2014, heeft de Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 32, § 1, van de
wet van 1 augustus 1985Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
01/08/1985
pub.
15/11/2000
numac
2000000832
bron
ministerie van binnenlandse zaken
Wet houdende fiscale en andere bepalingen . - hoofdstuk III, afdeling II. - Duitse vertaling
sluiten houdende fiscale en andere bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door de persoonlijke (morele) en de economische (arbeids-)component van de ongeschiktheid expliciet op te nemen in de limitatieve opsomming van posten die in aanmerking komen voor een financiële hulp vanwege de Staat maar door niet de huishoudelijke component van de ongeschiktheid te weerhouden, aldus een onderscheid creërend tussen, enerzijds, slachtoffers, die actief op de arbeidsmarkt zijn en aan wie alzo de kans wordt geboden op het bekomen [van] een financiële hulp in hoofde van een vermindering van arbeidsvermogen en, anderzijds, slachtoffers, die niet actief op de arbeidsmarkt zijn en aan wie alzo geen kans wordt geboden op het bekomen [van] een financiële hulp in hoofde van waardeverlies bij het verrichten van hun huishoudelijke taken? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6028 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut