Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 04 september 2013

Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en bij artikel 7 van het koninklijk besluit van 5 december 19 De heer Victor HACCOUR c.s. heeft de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring gevo(...)

bron
raad van state
numac
2013018381
pub.
04/09/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

RAAD VAN STATE


Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en bij artikel 7 van het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/12/1991 pub. 17/03/2011 numac 2011000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State De heer Victor HACCOUR c.s. heeft de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring gevorderd van de beslissing van het ruilverkavelingscomité van Orp-Jauche, gedagtekend 3 juni 2013, om het herverkavelingsplan en de tabellen vast te stellen die zijn opgemaakt overeenkomstig de artikelen 26 en 34, eerste, tweede en derde lid, van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet.

Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A 209.559/XIII-6684.

Krachtens artikel 21bis, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, kunnen degenen die belang hebben bij de oplossing van een zaak erin tussenkomen (zie tevens de artikelen 9 en 10 van het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/12/1991 pub. 17/03/2011 numac 2011000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State).

Degene die in het kader van een vordering tot schorsing wenst tussen te komen, moet bij een ter post aangetekende brief en binnen vijftien dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Belgisch Staatsblad een verzoek tot tussenkomst indienen bij de griffie van de Raad van State.

Dat verzoek geeft aanleiding tot de betaling van een recht van 125 EUR per tussenkomende partij (artikel 30, § 6, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973). Overeenkomstig artikel 68, derde lid, van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wordt dit recht in debet begroot.

Het verzoek tot tussenkomst moet worden ondertekend door de verzoeker tot tussenkomst of door een advocaat die voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 19, derde lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Overeenkomstig artikel 10, § 2, van het voornoemde koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/12/1991 pub. 17/03/2011 numac 2011000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten wordt dat verzoek gedagtekend en bevat het : 1° de naam, hoedanigheid, woonplaats of zetel van de verzoeker tot tussenkomst en de gekozen woonplaats;2° de vermelding van de zaak waarin de verzoeker tot tussenkomst vraagt tussen te komen, alsook het rolnummer waaronder de zaak ingeschreven is;3° een uiteenzetting van het belang van de verzoeker tot tussenkomst bij de beslechting van de zaak alsook de uiteenzetting van zijn argumenten. Bij het verzoekschrift tot tussenkomst moeten negen voor eensluidend verklaarde afschriften van het verzoek worden gevoegd.

Degene die een rechtspersoon vertegenwoordigt, moet bij zijn zending voegen : - de statuten van de vennootschap of van de vereniging; - ieder stuk waaruit blijkt dat tot het beroep is besloten en dat het is ingesteld overeenkomstig de geldende wetsbepalingen of statutaire voorschriften.

De betrokkenen wordt tevens gewezen op artikel 21bis, § 3, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, dat bepaalt dat indien degene die belang heeft bij de oplossing van de zaak, tussenkomt in het raam van een vordering tot schorsing die overeenkomstig artikel 17, § 3, eerste lid, werd ingediend in dezelfde akte als het verzoek tot nietigverklaring, dit verzoek zowel voor de vordering tot schorsing als voor het beroep tot nietigverklaring geldt.

Voor de hoofdgriffier, Chr. STASSART, Hoofdsecretaris

^