Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 26 oktober 2012

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 7 september 2012 in zake het openbaar ministerie tegen D.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 september 2012, heeft de « Schendt artikel 63, § 3, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer de artikelen (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2012205964
pub.
26/10/2012
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 7 september 2012 in zake het openbaar ministerie tegen D.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 september 2012, heeft de Politierechtbank te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 63, § 3, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door aan de in artikel 59, § 1, van dezelfde wet bedoelde overheidspersonen de verplichting op te leggen om op verzoek van de personen bedoeld in 1° en 2° van hetzelfde artikel van dezelfde wet bij wijze van tegenexpertise, die personen een bloedproef te laten ondergaan wanneer er bij hen een alcoholconcentratie van tenminste 0,35 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht werd gemeten, daar waar diezelfde mogelijkheid tot het vragen van een tegenexpertise én de plicht aan de bevoegde overheidspersonen om aan een dergelijk verzoek gevolg te geven niet wettelijk is voorzien, wanneer de aanvrager een persoon is bij wie een alcoholconcentratie van minstens 0,22 maar minder dan 0,35 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht werd gemeten, terwijl ook die laatste alcoholconcentratie tot een (weliswaar mildere) strafrechtelijke veroordeling van de betrokkene kan leiden ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5483 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^