Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 25 mei 2012

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 19 januari 2012 in zake P.B. tegen J. V.B. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 april 2012, heeft de Rechtbank « Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet en artikel 8(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2012202696
pub.
25/05/2012
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 19 januari 2012 in zake P.B. tegen J. V.B. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 april 2012, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre die bepaling het de heer [P.B.] onmogelijk maakt om op te komen tegen zijn juridische afstamming met [K. en K. B.] en dit zonder dat enig concreet en daadwerkelijk belang een dergelijke inmenging kan verantwoorden nu het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot niet zou overeenstemmen met de socio-affectieve werkelijkheid ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5382 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^