gepubliceerd op 28 december 2011
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 14 november 2011 in zake L.G. tegen A.L., in aanwezigheid van G.R., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 november 2011, hee 1. « Schenden de artikelen 348-3 en 348-11 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 14 november 2011 in zake L.G. tegen A.L., in aanwezigheid van G.R., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 november 2011, heeft de Jeugdrechtbank te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schenden de artikelen 348-3 en 348-11 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij de toestemming van de moeder opleggen opdat een adoptie kan worden uitgesproken (buiten het geval waarin de moeder zich niet meer om het kind heeft bekommerd of de gezondheid, de veiligheid of de zedelijkheid van het kind in gevaar heeft gebracht), terwijl : - de moeder en de kandidaat/kandidate-adoptieouder gehuwd waren op het ogenblik van de geboorte en van de indiening van het verzoekschrift tot adoptie; - de moeder met de kandidaat/kandidate-adoptieouder een overeenkomst heeft ondertekend conform artikel 7 van de
wet van 6 juli 2007Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/07/2007
pub.
17/07/2007
numac
2007023090
bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
Wet betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten
type
wet
prom.
06/07/2007
pub.
10/03/2011
numac
2011000130
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten betreffende de medisch begeleide voortplanting; - de moeder met de kandidaat/kandidate-adoptieouder heeft deelgenomen aan de voorbereiding op de adoptie bedoeld in artikel 346-2 van het Burgerlijk Wetboek; - is aangetoond dat er een daadwerkelijke familiale band bestaat tussen het kind en de kandidaat/kandidate-adoptieouder zowel tijdens de zwangerschap als na de geboorte en dat die band blijft bestaan na de scheiding van de echtgenoten; - in een dergelijke situatie de adoptie die wordt uitgesproken ten gunste van de echtgenoot van de moeder niet in de plaats zou treden van de afstamming die bestaat tussen de biologische moeder en het kind, maar daarbovenop zou komen, en zulks overeenkomstig hetgeen is bepaald in artikel 356-1 van het Burgerlijk Wetboek ? »; 2. « Schendt artikel 143, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11, 22 en 22bis van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden zoals geïnterpreteerd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, in zoverre het de toepassing uitsluit van artikel 315 van het Burgerlijk Wetboek op personen van hetzelfde geslacht die met elkaar gehuwd zijn ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5252 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.