gepubliceerd op 31 december 2010
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beschikking van 4 oktober 2010 in zake Harry Bruffaerts tegen Toerisme Vlaanderen en het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekome « Schendt artikel 21, § 2, derde lid, van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeris(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij beschikking van 4 oktober 2010 in zake Harry Bruffaerts tegen Toerisme Vlaanderen en het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 oktober 2010, heeft de voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven, zitting houdende zoals in kort geding, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 21, § 2, derde lid, van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies door als bevoegde rechtbank voor het aanvechten van de sluitingsmaatregel, de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg zetelend in kort geding aan te duiden, de artikelen 6 EVRM, 10, 11, 144 en 145 van de Grondwet doordat op deze wijze niet meer kan geargumenteerd worden over de uitvoerbaarheid bij voorraad en dit wel het geval is indien de zaak aanhangig zou gemaakt kunnen worden bij de gewone rechter, zoals het geval is bij het opleggen van een administratieve geldboete ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5048 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.