Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 22 september 2009

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 27 juli 2009 in zake Isongu Bondele tegen de nv « Home Consulting Services », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 augustus « Schendt artikel 4, § 1, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszake(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2009204155
pub.
22/09/2009
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 27 juli 2009 in zake Isongu Bondele tegen de nv « Home Consulting Services », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 augustus 2009, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 4, § 1, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre het aan een werknemer die het Nederlands niet beheerst en ten aanzien van wie zijn werkgever, van wie de maatschappelijke zetel in het Nederlandse taalgebied is gevestigd, ertoe is gehouden het Frans te gebruiken voor de arbeidsverhoudingen krachtens de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966, de verplichting oplegt om de gerechtelijke procedure die hij tegen die werkgever aanspant, in te leiden en voort te zetten in het Nederlands, zonder dat hij kan vragen om de taal te veranderen, terwijl, enerzijds, de werknemers die worden tewerkgesteld door een werkgever die eveneens ertoe is gehouden het Frans te gebruiken voor de arbeidsverhoudingen maar van wie de maatschappelijke zetel in het Franse taalgebied of in een gemeente van de Brusselse agglomeratie is gevestigd, rechtsgeldig een gerechtelijke procedure in het Frans tegen hun werkgever kunnen inleiden, en terwijl, anderzijds, de verwerende rechtzoekenden in het kader van een gerechtelijke procedure, in tegenstelling tot de eisers, het recht hebben te vragen dat de rechtspleging in een andere taal zou worden voortgezet ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4758 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^