gepubliceerd op 30 januari 2008
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 6 december 2007 in zake René Van de Wiele en Francine Verhaege tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op « Schendt artikel 171, 6°, van het WIB 1992, in de versie ervan die op het aanslagjaar 2004 van toe(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 6 december 2007 in zake René Van de Wiele en Francine Verhaege tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 december 2007, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 171, 6°, van het WIB 1992, in de versie ervan die op het aanslagjaar 2004 van toepassing is, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het voordeel van de afzonderlijke aanslagvoet voor het vakantiegeld dat tijdens het jaar dat de werknemer of de bedrijfsleider die met een arbeidsovereenkomst is tewerkgesteld, zijn werkgever verlaat, is opgebouwd en aan hem wordt betaald, in de praktijk niet kan gelden voor de arbeiders, ook al laat de formulering van de tekst uitschijnen dat die eveneens van toepassing is op de arbeiders en de bedienden, daar het vakantiegeld van de arbeiders met betrekking tot het jaar van de brugpensionering hun over het algemeen het daaropvolgende jaar wordt uitgekeerd ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4390 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.