gepubliceerd op 29 november 2007
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 19 september 2007 in zake de NV « Pic Epeiche » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 1 oktober 2007, « Schendt artikel 75, 3°, van het WIB 1992 de bepalingen van de artikelen 10, 11 en 172 van de Gron(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 19 september 2007 in zake de NV « Pic Epeiche » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 1 oktober 2007, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Namen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 75, 3°, van het WIB 1992 de bepalingen van de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet wanneer het : door de vennootschappen die, wegens de uitoefening van hun vennootschapsactiviteit, het gebruik van de verkregen vaste activa hebben overgedragen aan een andere derde dan een natuurlijke persoon die die vaste activa gebruikt voor het behalen van winst of baten, uit te sluiten van het voordeel van de bepalingen van de artikelen 68 en volgende van het WIB 1992, een willekeurig en niet redelijk noch objectief verantwoord onderscheid invoert tussen de vennootschappen die dezelfde bepalingen genieten en aan derden het gebruik van de door hen verkregen vaste activa hebben overgedragen, en die welke ze niet hebben overgedragen, door de vennootschappen die, wegens de uitoefening van hun vennootschapsactiviteit, het gebruik van de verkregen vaste activa hebben overgedragen aan een andere derde dan een natuurlijke persoon die die vaste activa gebruikt voor het behalen van winst of baten, uit te sluiten van het voordeel van de bepalingen van de artikelen 68 en volgende van het WIB 1992, een willekeurig en niet redelijk noch objectief verantwoord onderscheid invoert tussen de vennootschappen die dezelfde bepalingen genieten en die een overdracht hebben gedaan aan een natuurlijke persoon die die vaste activa gebruikt voor het behalen van winst of baten en diegene die ze hebben overgedragen aan een andere derde dan een natuurlijke persoon die die vaste activa gebruikt voor het behalen van winst of baten; door aan te nemen dat het voordeel van de investeringsaftrek behouden blijft wanneer het gebruik van de vaste activa wordt overgedragen aan een derde, natuurlijke persoon, die het aanwendt voor het behalen van winst of baten, het voordeel van de investeringsaftrek uitsluit wanneer het gebruik van de vaste activa wordt overgedragen aan een rechtspersoon die, per hypothese, ze eveneens gebruikt voor zijn beroepsactiviteit, zonder redelijke en objectieve verantwoording; een vennootschap die vaste activa verhuurt aan een andere vennootschap die, indien zij de vaste activa zelf had verkregen, de investeringsaftrek zou hebben kunnen genieten, zonder redelijke of objectieve verantwoording op dezelfde wijze behandelt als een vennootschap die vaste activa verhuurt aan een vennootschap die, indien zij de vaste activa zelf had verkregen, de investeringsaftrek niet zou hebben kunnen genieten, terwijl beide vennootschappen zich in onderscheiden situaties bevinden ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4299 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.