gepubliceerd op 28 maart 2007
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 16 februari 2007 in zake het Waalse Gewest tegen de NV « Total Belgium » en de NV « Air Liquide Industries Belgium », waarvan de e « Schendt artikel 9, derde lid, tweede zin, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer va(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 16 februari 2007 in zake het Waalse Gewest tegen de NV « Total Belgium » en de NV « Air Liquide Industries Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 1 maart 2007, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 9, derde lid, tweede zin, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, in die zin geïnterpreteerd dat het de exploitant ertoe verplicht de kosten voor de verplaatsing van de leidingen ten laste te nemen, enerzijds, ongeacht de openbare weg waarvan het belang wordt aangevoerd en, anderzijds, ongeacht de graad van voorzienbaarheid van de reden voor de verplaatsing, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gekoppeld aan het beginsel van de gelijkheid voor de openbare lasten, door de houders van een verplichting tot het vervoeren van gasachtige producten en andere verschillend te behandelen ten opzichte van de andere houders van een vergunning voor het beheer van een installatie waarvan de aanwezigheid een erfdienstbaarheid van openbaar nut vormt, of ten opzichte van alle personen die aan openbare lasten zijn onderworpen, doordat het exploitatierecht van die houders aldus zou worden uitgehold ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4155 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.