gepubliceerd op 15 maart 2007
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 13 februari 2007 in zake « Ethias Verzekering » tegen de NV « Corona Direct », waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitrageh 1. « Schendt artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zove(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 13 februari 2007 in zake « Ethias Verzekering » tegen de NV « Corona Direct », waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 19 februari 2007, heeft de Politierechtbank te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de bepalingen ervan, in de interpretatie die het Hof van Cassatie eraan geeft, met name in zijn arresten van 19 februari 2001, 20 februari 2001, 13 juni 2001, 16 oktober 2001, 30 januari 2002 en 10 april 2003, een verschil in behandeling invoeren tussen, enerzijds, de derde die aansprakelijk is voor een ongeval waarvan een ambtenaar het slachtoffer zou zijn en, anderzijds, de derde die aansprakelijk is voor een ongeval waarvan een werknemer het slachtoffer zou zijn, wegens hun vordering tot vergoeding van de materiële schade die zij lijden naar aanleiding van de bij dat ongeval opgelopen lichamelijke letsels ? »;2. « Schendt artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de bepalingen ervan, in de interpretatie die het Hof van Cassatie eraan geeft, met name in zijn arresten van 19 februari 2001, 20 februari 2001, 13 juni 2001, 16 oktober 2001, 30 januari 2002 en 10 april 2003, een verschil in behandeling invoeren tussen het slachtoffer van een ongeval in de openbare sector en het slachtoffer van een ongeval in de privésector, daar de veroorzaker die voor het ongeval gedeeltelijk aansprakelijk is, van het eerstgenoemde slachtoffer diens aandeel zou kunnen vorderen, waardoor het mogelijk de vergoedingen moet terugbetalen die het wegens zijn statuut ontvangt ? ». Die zaak, ingeschreven onder nummer 4147 van de rol van het Hof, werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 4078.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.