Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 14 augustus 2006

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 22 juni 2006 in zake W. Lampert tegen de NV Creative Construction & Renovation, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbit « Schenden de artikelen 40 en 57, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 va(...)

bron
arbitragehof
numac
2006202664
pub.
14/08/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 22 juni 2006 in zake W. Lampert tegen de NV Creative Construction & Renovation, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 4 juli 2006, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 40 en 57, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 14.1 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 19 december 1996 en met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre zij in burgerlijke zaken ertoe kunnen leiden dat de termijn voor verzet aanvangt en eindigt buiten het medeweten van de persoon aan wie wordt betekend, zelfs wanneer die persoon niet verantwoordelijk is voor het feit dat zijn woonplaats niet bekend is, terwijl, in strafzaken of in burgerlijke zaken die op een misdrijf steunen, de persoon aan wie wordt betekend over een buitengewone termijn beschikt zodat de termijn voor verzet niet zonder zijn medeweten tegen hem loopt, ongeacht of hij al dan niet verantwoordelijk is voor het feit dat zijn woonplaats niet bekend is ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4028 van de rol van het Hof. De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^