Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 19 december 2005

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 16 november 2005 in zake B. Masson tegen de n.v. Axa Royale Belge, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingeko « Schendt artikel 34, § 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringovereenkomst de ar(...)

bron
arbitragehof
numac
2005203342
pub.
19/12/2005
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 16 november 2005 in zake B. Masson tegen de n.v. Axa Royale Belge, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 18 november 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Dinant de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 34, § 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringovereenkomst de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de rechtstreekse vordering van het slachtoffer tegen de verzekeraar inzake burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de buitencontractuele fout die zijn schade heeft veroorzaakt, verjaart na verloop van vijf jaar te rekenen vanaf het schadeverwekkende feit, of, indien het om een misdrijf gaat, vanaf de dag waarop dat is gepleegd, of vanaf de dag waarop het slachtoffer kennis heeft gekregen van zijn recht ten aanzien van de verzekeraar, zonder dat de termijn, in dat laatste geval, meer mag bedragen dat tien jaar te rekenen vanaf het schadeverwekkende feit, terwijl, volgens artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek, de vordering van het slachtoffer tegen de schadeverwekker verjaart na een termijn van hoogstens twintig jaar vanaf de dag volgend op die waarop de schade zich heeft voorgedaan ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 3811 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^