gepubliceerd op 03 november 2005
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 22 september 2005 in zake M. Gomet tegen de Belgische Staat en G. Bouffioux, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof « Schendt de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, in zoverre zij de ex-(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 22 september 2005 in zake M. Gomet tegen de Belgische Staat en G. Bouffioux, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 6 oktober 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, in zoverre zij de ex-echtgenoten van ambtenaren uitsluit van het recht op een rustpensioen, terwijl dat recht bij de artikelen 75 en volgende van het koninklijk besluit van 21 december 1967 wordt toegekend aan de ex-echtgenoten van personen die in de privé-sector hebben gewerkt en terwijl het Arbitragehof, bij zijn arrest van 3 mei 2000, de rechtbanken niet langer in staat stelt om op grond van artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek een uitkering tot levensonderhoud te verlenen die een derde van de inkomsten van de schuldenaar van het onderhoudsgeld overschrijdt, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij een verschil in behandeling invoert tussen de schuldeiser van een uitkering tot levensonderhoud, ex-echtgenoot van een ambtenaar uit de openbare sector, en de schuldeiser van een uitkering tot levensonderhoud die het voordeel van de artikelen 75 en volgende van het koninklijk besluit van 21 december 1967 geniet ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 3780 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.