gepubliceerd op 27 januari 2005
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 14 december 2004 in zake het openbaar ministerie tegen M. Loumaye, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingeko « Schenden de in samenhang gelezen artikelen 1.6.b), 31, 32 en 33 van de wet van 14 juli 1991 betre(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 14 december 2004 in zake het openbaar ministerie tegen M. Loumaye, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 23 december 2004, heeft de Politierechtbank te Hoei de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de in samenhang gelezen artikelen 1.6.b), 31, 32 en 33 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij, zo geïnterpreteerd dat zij de N.M.B.S., een autonoom overheidsbedrijf, wat betreft haar openbare dienstverlening uitsluiten van de toepassingssfeer van de wet, een discriminerende situatie in het leven kunnen roepen ten aanzien van de consumenten van diensten die worden aangeboden door andere bedrijven, en meer in het bijzonder in zoverre die interpretatie ertoe leidt dat de toepassing van de straffen waarin is voorzien in geval van wanprestatie vanwege de consument wordt uitgesloten van de toetsing door de rechter ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 3246 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.