Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 07 april 2005

Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit. - Inkomstenbelastingen. - Bericht betreffende de voorafbetalingen van meewerkende echtgenoten. - Aanslagjaar 2006 ALGEMEEN In beginsel wordt de belasting betreffende de beroepsinkomst Die vermeerdering kan evenwel worden vermeden door die belasting op welbepaalde tijdstippen vooraf (...)

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2005003270
pub.
07/04/2005
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN


Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit. - Inkomstenbelastingen. - Bericht betreffende de voorafbetalingen van meewerkende echtgenoten. - Aanslagjaar 2006 ALGEMEEN In beginsel wordt de belasting betreffende de beroepsinkomsten van inzonderheid zelfstandigen met een bepaald percentage vermeerderd.

Die vermeerdering kan evenwel worden vermeden door die belasting op welbepaalde tijdstippen vooraf te betalen.

Dit geldt ook voor meewerkende echtgenoten van wie de inkomsten zijn beoogd ofwel in artikel 86 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92), ofwel in de artikelen 30, 3° en 33, WIB 92.

Krachtens artikel 7bis van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, ingevoegd door artikel 11 van de programmawet (I) van 24 december 2002, vervangen door artikel 42 van de programmawet van 8 april 2003 en gewijzigd door artikel 175 van de programmawet van 27 december 2004, is de meewerkende echtgenoot die gedurende het belastbare tijdperk geen beroepsactiviteit uitoefent die voor hem eigen rechten opent op uitkeringen in een verplichte regeling voor pensioenen, kinderbijslagen en ziekte- en invaliditeitsverzekering, die minstens gelijkwaardig zijn aan die van het sociaal statuut der zelfstandigen, noch een uitkering geniet in het raam van de sociale zekerheid die voor hem dergelijke eigen rechten opent, er op sociaal vlak toe gehouden zich ten laatste vanaf het 3e kwartaal van het jaar 2005 persoonlijk aan te sluiten bij het sociaal statuut der zelfstandigen, doorgaans « maxi-statuut » genoemd, met uitzondering van de meewerkende echtgenoot wiens geboortedatum gelegen is voor 1 januari 1956.

FISCALE KWALIFICATIE VAN HET INKOMEN VAN DE MEEWERKENDE ECHTGENOOT VOOR HET JAAR VAN AANSLUITING BIJ HET MAXI-STATUUT Voor het jaar van verplichte aansluiting (jaar 2005) van de meewerkende echtgenoot bij het maxi-statuut, zullen op fiscaal vlak alle toekenningen van een deel van de winsten of de baten aan de voormelde meewerkende echtgenoot uitsluitend worden beschouwd als bezoldigingen van meewerkende echtgenoten zoals bedoeld in de artikelen 30, 3° en 33, WIB 92, zelfs voor het gedeelte van het jaar waarin de meewerkende echtgenoot zich nog niet had aangesloten bij het maxi-statuut.

Dit fiscaal regime is eveneens van toepassing voor de meewerkende echtgenoot die reeds vrijwillig zou gekozen hebben voor de onderwerping aan het maxi-statuut in de loop van het eerste of het tweede kwartaal van het jaar 2005 of in de jaren 2003 en 2004.

GEVOLGEN OP HET VLAK VAN DE VERMEERDERING INGEVAL GEEN OF ONTOEREIKENDE VOORAFBETALINGEN ZIJN GEDAAN Wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd op naam van beide echtgenoten wordt de vermeerdering ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan sedert aanslagjaar 2005 bij elke echtgenoot berekend op grond van zijn eigen inkomsten en rekening houdend met de op zijn eigen naam gedane voorafbetalingen.

Als uitzondering op dit algemene principe bepaalt artikel 157, tweede lid, WIB 92, evenwel dat wanneer een echtgenoot die een deel van zijn winst of baten aan zijn meewerkende echtgenoot toekent met toepassing van artikel 86, WIB 92, voorafbetalingen heeft gedaan die meer bedragen dan die welke nodig zijn om bij hem de vermeerdering te vermijden, het overschot wordt aangewend om de vermeerdering bij de meewerkende echtgenoot te vermijden.

Die uitzondering is daarentegen niet van toepassing wanneer een echtgenoot een deel van zijn winst of baten toekent als in artikel 30, 3° en 33, WIB 92, bedoelde bezoldigingen van meewerkende echtgenoten. Daaruit volgt dat de meewerkende echtgenoten die zich in 2005 (vrijwillig of verplicht) bij het bovenbedoelde maxi-statuut hebben aangesloten of zullen aansluiten, en aan wie hun echtgenoot een deel van zijn winst of zijn baten toekent dat als bezoldigingen van meewerkende echtgenoot moet worden aangemerkt als bedoeld in de artikelen 30, 3° en 33, WIB 92, de vermeerdering in geval van geen of ontoereikende voorafbetalingen alleen kunnen vermijden door voorafbetalingen te doen op hun eigen naam.

De aandacht van die meewerkende echtgenoten wordt er dan ook op gevestigd dat zij de vermeerdering ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan alleen kunnen vermijden door voorafbetalingen te doen op hun eigen naam.

WETTELIJK SAMENWONENDEN Rekening houdend met de in artikel 2, 2°, WIB 92, bepaalde gelijkstelling van de wettelijk samenwonenden met de gehuwden vanaf aanslagjaar 2005, gelden de bepalingen van dit bericht eveneens voor de wettelijk samenwonenden.

^