gepubliceerd op 07 november 2003
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beslissing van 19 augustus 2003 in zake Sakiev Kourban en Kassymova Khankis, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekom « Schendt artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, (...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beslissing van 19 augustus 2003 in zake Sakiev Kourban en Kassymova Khankis, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 24 september 2003, heeft de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk beschouwd of in samenhang gelezen met : - artikel 22 van de Grondwet, - artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend op 4 november 1950 te Rome en goedgekeurd bij de wet van 13 mei 1955, - de artikelen 2, 3, 9 en 22 van het Verdrag inzake de rechten van het kind, ondertekend te New York op 20 november 1989 en goedgekeurd bij de wet van 16 december 1991, - de artikelen 23 en 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, ondertekend te New York op 19 december 1966 en goedgekeurd bij de wet van 15 mei 1981, in zoverre die wetsbepaling tot gevolg kan hebben dat voor leden van eenzelfde gezin een verschillende proceduretaal wordt vastgesteld, namelijk het Nederlands voor de enen en het Frans voor de anderen, en bijgevolg de desbetreffende asielaanvragen zullen worden behandeld door kamers van de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen die tot verschillende taalrollen behoren, zelfs al zijn hun aanvragen met elkaar verknocht en stellen zij beroep in tegen beslissingen waarbij hun verklaringen tegenover elkaar worden gesteld, zonder dat het rechtscollege over de mogelijkheid beschikt, in het belang van een goede rechtsbedeling, het onderzoek van de beroepen samen te voegen ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2790 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.