gepubliceerd op 06 juni 2000
Berichten over de representativiteit van vakorganisaties in de provinciale en in de plaatselijke overheidsdiensten. Vakorganisatie die representatief zijn om zitting te hebben in sommige bijzondere comités, alsmede in de overeenkomstige overlegcomi Bekendmaking ter uitvoering van artikel 65 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 I. (...)
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
Berichten over de representativiteit van vakorganisaties in de provinciale en in de plaatselijke overheidsdiensten. Vakorganisatie die representatief zijn om zitting te hebben in sommige bijzondere comités, alsmede in de overeenkomstige overlegcomités (artikelen 62, derde lid, en 63, derde lid, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel) Bekendmaking ter uitvoering van artikel 65 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 I. In het Belgisch Staatsblad van 2 september 1998 werd het bericht gepubliceerd van 21 augustus 1998 dat de lijst bevat van de vakorganisaties die representatief zijn om zitting te hebben in de bijzondere comités en afzonderlijke bijzondere comités opgericht bij artikel 20 van het koninklijk besluit van 28 september 1984.
II. Met een brief van 22 maart 2000 deelt de voorzitter van de Controlecommissie voor de representativiteit van de vakorganisaties in de overheidssector mee : a) dat de Commissie, naar aanleiding van een aanvraag ingediend door een vakorganisatie op grond van artikel 14, § 2, eerste lid, van de wet van 19 december 1974, een nieuw representativiteitsonderzoek heeft verricht voor de toegang tot sommige bijzondere comités dat beëindigd werd op 15 maart 2000 : b) dat uit dit nieuw representativiteitsonderzoek gebleken is dat de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten (FCSOD), de Algemene Centrale der Openbare Diensten (ACOD) en het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt (VSOA) aan alle representativiteitsvoorwaarden en -criteria voldoen om zitting te hebben in de hierondervermelde bijzondere comités.1. Administration provinciale du Brabant wallon; 2. I.V.L.A. Ronse; 3. I.C. Vereniging voor Crematoriumbeheer in O.Vl.; 4. Landen;5. Ninove;6. Soignies. III. De Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten groepeert onder meer de Christelijke Centrale van de Openbare Diensten, de Christelijke Onderwijs Centrale en het Christelijk Onderwijzersverbond.
IV. Krachtens artikel 12 van de wet van 19 december 1974 en artikel 41 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 hebben de drie hierbovenvermelde vakorganisaties zitting in de overlegcomités opgericht in het gebied van de bijzondere comités, waarvoor zij als representatief werden beschouwd.
V. Krachtens artikel 14, § 2, tweede lid, van de wet van 19 december 1974, heeft een vakorganisatie die een nieuw representativiteitsonderzoek heeft aangevraagd en waarvan vastgesteld werd dat zij aan de gestelde voorwaarden voldoet, onmiddellijk zitting in de comités waarvoor zij als representatief wordt beschouwd; met toepassing van artikel 63, derde lid, 1°, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 deelt de Commissie daartoe aan de voorzitter van het betrokken onderhandelingscomité, de volledige lijst mede van alle vakorganisaties die zitting kunnen hebben in die comités.
Brussel, 17 mei 2000.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE
Bekendmaking ter uitvoering van artikel 65 van het koninlijk besluit van 28 september 1984 I. In het Belgisch Staatsblad van 2 september 1998 werd het bericht gepubliceerd van 21 augustus 1998 dat de lijst bevat van de vakorganisaties die representatief zijn om zitting te hebben in de bijzondere comités en afzonderlijke bijzondere comités opgericht bij artikel 20 van het koninklijk besluit van 28 september 1984.
II. Met een brief van 13 april 2000 deelt de voorzitter van de Controlecommissie voor de representativiteit van de vakorganisaties in de overheidssector mee : a) dat de Commissie, naar aanleiding van een aanvraag ingediend door een vakorganisatie op grond van artikel 14, § 2, eerste lid, van de wet van 19 december 1974, een nieuw representativiteitsonderzoek heeft verricht voor de toegang tot sommige afzonderlijke bijzondere comités.b) dat uit dit nieuw representativiteitsonderzoek gebleken is dat de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten (FCSOD), de Algemene Centrale der Openbare Diensten (ACOD) en het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt (VSOA) aan alle representativiteitsvoorwaarden en -criteria voldoen om zitting te hebben in het afzonderlijke bijzondere comité opgericht bij de COCOF en het afzonderlijke bijzondere comité van Schaarbeek. III. De Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten groepeert onder meer de Christelijke Centrale van de Openbare Diensten, de Christelijke Onderwijs Centrale en het Christelijk Onderwijzersverbond.
IV. Krachtens artikel 12 van de wet van 19 december 1974 en artikel 41 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 hebben de drie hierbovenvermelde vakorganisaties zitting in de overlegcomités opgericht in het gebied van de afzonderlijke bijzondere comités, waarvoor zij als representatief werden beschouwd.
V. Krachtens artikel 14, § 2, tweede lid, van de wet van 19 december 1974, heeft een vakorganisatie die een nieuw representativiteitsonderzoek heeft aangevraagd en waarvan vastgesteld werd dat zij aan de gestelde voorwaarden voldoet, onmiddellijk zitting in de comités waarvoor zij als representatief wordt beschouwd; met toepassing van artikel 63, derde lid, 1°, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 deelt de Commissie daartoe aan de voorzitter van het betrokken onderhandelingscomité, de volledige lijst mede van alle vakorganisaties die zitting kunnen hebben in die comités.
Brussel, 18 mei 2000.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE