Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 07 april 1999

Administratie der directe belastingen Bericht aan de werkgevers Met het oog op het instellen van een parallellisme tussen de sociale en de fiscale wetgeving inzake maaltijdcheques, heeft de Administratie der directe belastingen beslist om de 1. Periode vanaf 1 april 1998. Maaltijdcheques (ook wel restaurantcheques of maaltijdtickets gen(...)

bron
ministerie van financien
numac
1999003115
pub.
07/04/1999
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN FINANCIEN


Administratie der directe belastingen Bericht aan de werkgevers Met het oog op het instellen van een parallellisme tussen de sociale en de fiscale wetgeving inzake maaltijdcheques, heeft de Administratie der directe belastingen beslist om de richtlijnen terzake als volgt te wijzigen. 1. Periode vanaf 1 april 1998. Maaltijdcheques (ook wel restaurantcheques of maaltijdtickets genoemd), die vanaf 1 april 1998, worden uitgereikt aan werknemers, worden overeenkomstig artikel 38, 11°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 als vrijgestelde sociale voordelen aangemerkt, voor zover al de voorwaarden gesteld in artikel 19bis, § 2, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals het is gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 februari 1998, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998, gelijktijdig worden vervuld. Het gaat om de hierna volgende voorwaarden : Art. 19bis, § 2 : « Opdat zij niet als loon worden beschouwd, moeten maaltijdcheques terzelfdertijd aan alle volgende voorwaarden voldoen : 1° de toekenning van de maaltijdcheque moet vervat zijn in een collectieve arbeidsovereenkomst op sectorieel vlak of op ondernemingsvlak.Kan dergelijke overeenkomst niet worden gesloten bij gebrek aan een syndicale delegatie of gaat het om een personeelscategorie waarvoor het niet de gewoonte is dat deze door zulke overeenkomst wordt beoogd, dan mag de toekenning geregeld worden door een individuele overeenkomst. Deze overeenkomst moet schriftelijk zijn en het bedrag van de maaltijdcheque mag niet hoger zijn dan dat toegekend bij collectieve arbeidsovereenkomst in dezelfde onderneming, die de hoogste nominale waarde van de maaltijdcheque bepaalt.

Al de maaltijdcheques toegekend zonder collectieve arbeidsovereenkomst of schriftelijk individuele overeenkomst, of ingevolge een collectieve arbeidsovereenkomst of schriftelijke individuele overeenkomst die niet conform is met de voorwaarden vastgesteld bij deze paragraaf, worden als loon beschouwd. 2° het aantal toegekende maaltijdcheques moet gelijk zijn aan het aantal dagen waarop de werknemer effectief arbeidsprestaties levert. Ondernemingen waarin gelijktijdig, hetzij voor voltijdse prestaties, hetzij voor deeltijdse prestaties, hetzij voor beide, verschillende arbeidsregelingen van toepassing zijn en die inzake overuren verplicht zijn om artikel 26bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 toe te passen, kunnen het aantal dagen, waarop de werknemer effectief arbeidsprestaties levert, berekenen door het totaal aantal effectief gepresteerde uren van de werknemer tijdens het kwartaal te delen door het normale aantal arbeidsuren per dag in de onderneming. Indien deze bewerking een decimaal getal oplevert, wordt het afgerond op de hogere eenheid. Indien het aldus verkregen getal groter is dan het maximum aantal werkbare dagen van de voltijds tewerkgestelde werknemer in de onderneming in het kwartaal, wordt het tot dit laatste aantal beperkt.

Ondernemingen die deze berekeningswijze willen toepassen moeten dat vaststellen bij collectieve arbeidsovereenkomst of, voor de ondernemingen die noch een ondernemingsraad noch een comité voor preventie en bescherming op het werk noch een syndicale delegatie hebben opgericht, in het arbeidsreglement; deze collectieve arbeidsovereenkomst of dit arbeidsreglement bepaalt tevens het normale aantal arbeidsuren per dag in de onderneming en de wijze waarop het maximum aantal werkbare dagen van de voltijds tewerkgestelde werknemer in de onderneming in het kwartaal, wordt berekend.

De maaltijdcheques worden iedere maand, in één of meer keren, aan de werknemer overhandigd in functie van het aantal dagen van die maand waarop de werknemer vermoedelijk effectief arbeidsprestaties zal leveren; uiterlijk de laatste dag van de eerste maand die volgt op het kwartaal wordt het aantal cheques in overeenstemming gebracht met het aantal dagen waarop de werknemer tijdens het kwartaal effectief arbeidsprestaties leverde, zoals bepaald in het voorgaande lid.

De maaltijdcheques die het aantal effectief gepresteerde dagen van de werknemer overschrijden worden als loon beschouwd; indien de werknemer minder cheques ontvangt dan het aantal dagen waarop hij effectief prestaties leverde wordt het bedrag van de werkgeverstussenkomst in de te weinig ontvangen cheques als loon beschouwd. De vaststelling van het aantal maaltijdcheques dat te veel of te weinig werd toegekend gebeurt op basis van de toestand bij het verstrijken van de eerste maand die volgt op het kwartaal waarop de maaltijdcheques betrekking hebben; 3° de maaltijdcheque wordt op naam van de werknemer afgeleverd;deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld als de toekenning ervan en de daarop betrekking hebbende gegevens (aantal maaltijdcheques, brutobedrag van de maaltijdcheques verminderd met het persoonlijk aandeel van de werknemer) voorkomen op de individuele rekening van de werknemer, overeenkomstig de reglementering betreffende het bijhouden van de sociale documenten.

Al de maaltijdcheques toegekend zonder dat deze voorwaarde vervuld is worden als loon beschouwd; 4° de maaltijdcheque vermeldt duidelijk dat zijn geldigheidsduur beperkt is tot drie maanden en dat hij slechts mag worden gebruikt ter betaling van een eetmaal of voor de aankoop van verbruiksklare voeding. Al de maaltijdcheques waarop deze vermelding niet is aangebracht worden als loon beschouwd; 5° de tussenkomst van de werkgever in het bedrag van de maaltijdcheque mag ten hoogste 180 frank per maaltijdcheque bedragen. Al de maaltijdcheques met een werkgeverstussenkomst van meer dan 180frank worden als loon beschouwd; 6° de tussenkomst van de werknemer bedraagt ten minste het bedrag van de raming van de tweede maaltijd, bedoeld in artikel 20, tweede lid. Al de maaltijdcheques met een tussenkomst van de werknemer die minder bedraagt dan dit bedrag worden als loon beschouwd. » Er is tevens beslist dat maaltijdcheques toegekend aan werknemers die toegang hebben tot een bedrijfsrestaurant dat sociale maaltijden verstrekt, op grond van artikel 38, 11°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 als vrijgestelde sociale voordelen kunnen worden aangemerkt, voor zover aan de hiernavolgende voorwaarden is voldaan : 1. Onder maaltijd moet worden verstaan een soep of klein voorgerecht, een (warme) hoofdmaaltijd, een dessert en een drank.2. Iedere maaltijd die in een bedrijfsrestaurant wordt opgediend, moet worden verstrekt tegen een prijs die ten minste gelijk is aan de kostprijs, welke forfaitair wordt vastgesteld op 120 F voor 1998, 150 F voor 1999 en 180 F vanaf het jaar 2000. De kosten die voortvloeien uit het verstrekken van sociale hoofdmaaltijden aan het personeel in de mess of het restaurant van de werkgever, zijn bij deze laatste fiscaal aftrekbaar, met uitsluiting van het bedrag dat, per verstrekte maaltijd, gelijk is aan het positief verschil tussen 44 F en de door de werknemer betaalde prijs, welke ook de kostprijs van de maaltijd weze, en dit onverminderd de eventuele toepassing van artikel 53, 10°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

In dat geval kan de werknemer zijn maaltijd ofwel betalen door middel van een maaltijdcheque ofwel met enig ander betaalmiddel en mag hem het verschil tussen de nominale waarde van de maaltijdcheque en de prijs van zijn maaltijd eventueel worden terugbetaald.

Wanneer de maaltijd evenwel in het bedrijfsrestaurant tegen een lagere prijs dan de kostprijs wordt verstrekt, moet de werknemer zijn maaltijd verplicht betalen met een maaltijdcheque, en mag hem het verschil tussen de nominale waarde van de maaltijdcheque en de prijs van de maaltijd in geen enkel geval worden terugbetaald.

Bij niet-naleving van deze verplichting, wordt de tussenkomst van de werkgever in de prijs van de maaltijdcheques, als een bij de verkrijger belastbaar voordeel van alle aard aangemerkt.

Het aantal toegekende maaltijdcheques mag niet meer bedragen dan het aantal door de werknemer effectief gepresteerde werkdagen, ongeacht de duur ervan. De minimumduur van 5 uren voor elke gepresteerde werkdag, vermeld in het nr. 38/30, 3°, van de administratieve commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wordt bijgevolg afgeschaft.

Verder wordt eraan herinnerd dat de maaltijdcheques die worden verleend ter vervanging of ter omzetting van lonen, premies, eindejaarstoelagen, indexering van lonen, enz., in alle gevallen als een bij de verkrijgen belastbaar voordeel van alle aard worden aangemerkt.

In het kader van het parallellisme tussen de sociale en de fiscale wetgeving, benadrukt de Administratie der directe belastingen tenslotte dat, enerzijds de voorwaarde met betrekking tot het aandeel van de verkrijger voor een bedrag van ten minste 44 F in de prijs van een maaltijdcheque, op fiscaal vlak van toepassing wordt vanaf 1 april 1998 (datum van inwerkingtreding van voornoemd koninklijk besluit inzake sociale zaken) en dat anderzijds de te veel toegekende maaltijdcheques als een bij de verkrijgen belastbare bezoldiging zullen worden aangemerkt. 2. Periode van 1 april 1994 tot 31 maart 1998. De maaltijdcheques worden in principe voor de verkrijger als een op grond van de artikelen 23, § 1, 4°, 30, 1° en 31, tweede lid, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 belastbare bezoldiging aangemerkt.

Daarentegen worden de maaltijdcheques die, vanaf 1 april 1994, aan werknemers worden uitgereikt overeenkomstig artikel 38, 11°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 als vrijgestelde sociale voordelen aangemerkt, voor zover al de voorwaarden van artikel 19bis, § 2, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (zoals het is vervangen door artikel 1 van het koninklijk besluit van 31 januari 1994, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 februari 1994) gelijktijdig zijn vervuld. Het gaat om de hiernavolgende voorwaarden : Art. 19bis, § 2 : « De maaltijdcheque wordt niet beschouwd als loon indien terzelfder tijd aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan : 1° de toekenning van de maaltijdcheque moet vervat zijn in een collectieve arbeidsovereenkomst op sectorieel vlak of op ondernemingsvlak.Kan dergelijke overeenkomst niet worden gesloten bij gebrek aan een syndicale delegatie of gaat het om een personeelscategorie waarvoor het niet de gewoonte is dat deze door zulke overeenkomst wordt beoogd, dan mag de toekenning geregeld worden door een individuele overeenkomst; in dit geval mag het bedrag van de maaltijdcheque niet hoger zijn dan dat toegekend bij collectieve arbeidsovereenkomst in dezelfde onderneming; 2° het aantal toegekende maaltijdcheques moet gelijk zijn aan het aantal werkelijke arbeidsdagen van de werknemer;3° de maaltijdcheque wordt op naam aan de werknemer afgeleverd;deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld als de toekenning ervan en de daarop betrekking hebbende gegevens (aantal maaltijdcheques, brutobedrag van de maaltijdcheques verminderd met het persoonlijk aandeel van de werknemer) voorkomen op de individuele rekening van de werknemer, overeenkomstig de reglementering betreffende het bijhouden van de sociale documenten; 4° de maaltijdcheque vermeldt duidelijk dat zijn geldigheidsduur beperkt is tot drie maanden en dat hij slechts mag worden gebruikt ter betaling van een eetmaal of voor de aankoop van verbruiksklare voeding;5° de tussenkomst van de werkgever in de kost van de maaltijdcheque mag ten hoogste 180 frank per maaltijdcheque bedragen;6° de maaltijdcheques betreffende een kalendermaand worden uiterlijk in de loop van de maand die volgt op deze waarin de maaltijdcheques verschuldigd zijn, in één of meer keren door de werkgever aan de werknemer overhandigd;7° voor de periode die ze dekt, moet de werkgever op zijn aangifte aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en/of aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten vermelden : - het aantal werknemers begunstigd met maaltijdcheques; - het aantal toegekende maaltijdcheques; - het totaal bedrag van het werkgeversaandeel in deze maaltijdcheques. » Uit die harmonisatie volgt dus dat de voorwaarde opgenomen in nr. 38/30, 4°, tweede deel van de zin, van de administratieve commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 krachtens welke de tussenkomst van het personeelslid in de prijs van de maaltijdcheque minstens 44 F moet bedragen, wordt afgeschaft.

De tussenkomst van de werkgever in de prijs van de maaltijdcheques is een niet-aftrekbare uitgave en moet bijgevolg op grond van artikel 53, 14°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bij de winst van deze laatste worden gevoegd, behalve wanneer zij bij de werknemer als een bezoldiging wordt belast.

Maaltijdcheques toegekend aan werknemers die toegang hebben tot een bedrijfsrestaurant dat sociale maaltijden verstrekt, kunnen op grond van artikel 38, 11°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 als vrijgestelde sociale voordelen worden aangemerkt voor zover ze, voor de betrokken periode, zijn toegekend volgens de voorwaarden gesteld door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, namelijk dat de toekenning van maaltijdcheques niet verenigbaar is met het verstrekken van een maaltijd in het bedrijfsrestaurant beneden kostprijs. Wanneer beide voordelen in eenzelfde onderneming samen voorkomen moet de werknemer zijn maaltijd verplicht betalen met een maaltijdcheque, en mag hem het verschil tussen de nominale waarde van de maaltijdcheque en de prijs van de maaltijd in geen enkel geval worden terugbetaald.

Bovendien is er beslist om de kostprijs van een maaltijd opgediend in een bedrijfsrestaurant voor de betrokken periode vast te stellen op 120 F en dit in overeenstemming met de terzake door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid vastgestelde normen voor het jaar 1998 (deze normen zijn hierna onder punt 1 uitdrukkelijk omschreven). (De pers wordt verzocht om dit bericht over te nemen.)

^