gepubliceerd op 03 oktober 2017
Bericht inzake de wijziging van het aanslagstelsel dat van toepassing is op de juridische constructies
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
28 SEPTEMBER 2017. - Bericht inzake de wijziging van het aanslagstelsel dat van toepassing is op de juridische constructies
Op 28 september 2017 heeft de ministerraad een voorontwerp van programmawet goedgekeurd dat onder meer een aanpassing beoogt van het aanslagstelsel dat van toepassing is op de juridische constructies. De in deze programmawet voorziene wijzigingen zullen onder meer tot gevolg hebben dat uitkeringen van een in artikel 2, § 1, 13°, a), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde juridische constructie voortaan zullen gekwalificeerd worden als een dividend en dus deel zullen uitmaken van het roerend inkomen van een belastingplichtige.
Het voornemen van de regering om dergelijke uitkeringen voortaan ook in de belastbare basis op te nemen, werd evenwel vroegtijdig publiekelijk gemaakt in een wijdverspreide nieuwsbrief van het advocatenkantoor Tiberghien daterend van 17 september 2017 en getiteld "Kaaimantaks onder revisie", waarin onder meer werd vermeld dat "Het onderscheid qua belastbaarheid van de uitkeringen tussen een juridische constructie van Type 1 (trusts) en Type 2 (vennootschappen en stichtingen) wordt opgeheven, waardoor alle uitkeringen uit enige juridische constructie als dividend worden gekwalificeerd".
De regering kon dus redelijkerwijze aannemen dat het publiek sinds voormelde datum kennis heeft kunnen nemen van het voornemen om de betrokken uitkeringen belastbaar te stellen. Teneinde anticipatieve effecten te vermijden heeft de regering dan ook besloten om deze uitbreiding dan ook van toepassing te maken voor uitkeringen die zijn toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 17 september 2017, zijnde de dag waarop voormelde nieuwsbrief werd gepubliceerd en het voornemen van de regering in de openbaarheid werd gebracht.
Om een retroactieve werking te vermijden zal er slechts roerende voorheffing op deze inkomsten moeten worden ingehouden vanaf de eerste dag van de maand na die waarin deze programmawet in het Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt.
De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT