gepubliceerd op 17 december 2004
Uittreksel uit arrest nr. 196/2004 van 8 december 2004 Rolnummer 2882 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 185bis, §§ 1 en 2, van de Waalse Huisvestingscode, ingevoegd bij artikel 117 van het decreet van het Waalse G Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...)
ARBITRAGEHOF
Uittreksel uit arrest nr. 196/2004 van 8 december 2004 Rolnummer 2882 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 185bis, §§ 1 en 2, van de Waalse Huisvestingscode, ingevoegd bij artikel 117 van het decreet van het Waalse Gewest van 15 mei 2003 « tot wijziging van de Waalse Huisvestingscode en artikel 174 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium », ingesteld door de c.v.b.a. « Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie ».
Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 30 december 2003 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 31 december 2003, heeft de c.v.b.a. « Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie », met zetel te 6000 Charleroi, rue de Brabant 1, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 185bis, §§ 1 en 2, van de Waalse Huisvestingscode, ingevoegd bij artikel 117 van het decreet van het Waalse Gewest van 15 mei 2003 « tot wijziging van de Waalse Huisvestingscode en artikel 174 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 juli 2003). (...) II. In rechte (...) B.1. Artikel 185bis van de Waalse Huisvestingscode, dat is ingevoegd bij artikel 117 van het decreet van het Waalse Gewest van 15 mei 2003 en waarvan de §§ 1 en 2 het voorwerp zijn van het beroep, bepaalt : « § 1. De controle over de financiële toestand, de jaarrekeningen en de regelmatigheid van de verrichtingen die in de jaarrekeningen vastgesteld dienen te worden, meer bepaald ten opzichte van het Wetboek van vennootschappen en van de statuten van de ' Société ', wordt toevertrouwd aan meerdere revisoren en aan één vertegenwoordiger van het Rekenhof, die collegiaal handelen. § 2. De revisoren worden door de algemene vergadering uit de leden, natuurlijke of rechtspersonen, van het Instituut der Bedrijfsrevisoren benoemd.
De vertegenwoordiger van [het] Rekenhof wordt [op voordracht van laatstgenoemde] door de algemene vergadering [...] aangewezen. § 3. Het verslag bedoeld in artikel 143 van het Wetboek van vennootschappen wordt tegelijkertijd als het aan de raad van bestuur van de ' Société ' wordt overgemaakt, aan de Regering overgemaakt. » B.2.1. De Waalse Regering doet gelden dat het beroep niet ontvankelijk zou zijn doordat de controle waarin de bestreden bepaling voorziet, reeds was vastgelegd door de bepalingen die zij wijzigt, en niet door de verzoekende partij werd betwist.
B.2.2. De omstandigheid dat een partij niet eerder de vernietiging zou hebben gevorderd van normen die worden gewijzigd of ten uitvoer worden gelegd door de bepalingen die zij aanvecht, is niet van die aard dat zij haar belang verliest. Ook al stemmen de nieuwe bepalingen, zij het gedeeltelijk, overeen met de vroegere bepalingen, toch vloeien zij voort uit een nieuwe beoordeling, door de wetgever, van de situatie die zij regelen, en kunnen zij de situatie van een verzoekende partij raken.
B.3.1. De Waalse Regering voert aan dat het beroep niet ontvankelijk zou zijn omdat de verzoekende partij niet zou doen blijken van het vereiste belang om de vernietiging te vorderen van bepalingen die, ook al regelen zij de controle over de verzoekende partij en kunnen zij als dusdanig haar benadelen, ertoe strekken het algemeen belang te vrijwaren in het kader van de opdrachten die de wetgever haar heeft toevertrouwd.
B.3.2. Krachtens het specialiteitsbeginsel kan een instelling die door een wetgever ermee belast is bij te dragen tot het beheer van een openbare dienst, slechts van het vereiste belang doen blijken indien de door haar bestreden maatregelen een rechtstreekse en ongunstige weerslag hebben op de uitoefening van de haar toevertrouwde activiteiten van openbare dienst.
B.3.3. Hoewel het niet is opgericht door de overheid, is het « Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie », krachtens artikel 179 van het bestreden decreet, ermee belast de decretaal vastgelegde opdrachten van openbaar nut na te streven.
De verzoekende partij toont niet aan, en het Hof ziet niet in, in welk opzicht bepalingen die, met het oog op het vrijwaren van het algemeen belang, de organen bepalen die belast zijn met de controle waarin zij voorzien, en die de manier aangeven waarop de personen die deze organen vormen, worden aangewezen, een instelling rechtstreeks en ongunstig zouden kunnen raken die belast is met een opdracht van openbare dienst, namelijk, volgens het voormelde artikel 179, uitvoering te geven aan het recht op wonen, meer bepaald door middelen ter beschikking te stellen van de betrokkenen, door de instellingen met een sociaal oogmerk die door het decreet worden beoogd te laten erkennen, te adviseren en te controleren, en door zich toe te leggen op het uitwerken van nieuwe beleidsvormen. Ook al kan de controle die de verzoekende partij bekritiseert een bron van ongemak zijn voor de instelling die gecontroleerd wordt, toch is die controle van die aard dat de belangen die haar zijn toevertrouwd, worden gevrijwaard, en niet geschaad.
B.3.4. Aangezien de verzoekende partij niet doet blijken van het vereiste belang, is het beroep niet ontvankelijk.
Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep.
Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 8 december 2004.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, M. Melchior.