gepubliceerd op 16 februari 2022
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 22 december 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 januari 2022, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejud « Schendt artikel 530 van het Wetboek van vennootschappen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 22 december 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 januari 2022, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 530 van het Wetboek van vennootschappen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het niet voorziet in een uitsluiting van aansprakelijkheid voor de bestuurders van gefailleerde naamloze vennootschappen die, over de drie boekjaren voorafgaand aan het faillissement, een gemiddelde omzet van minder dan 620 000 euro, exclusief btw, hebben verwezenlijkt, en waarvan het totaal van de balans bij het einde van het laatste boekjaar niet hoger was dan 370 000 euro, terwijl die uitsluiting wel ten goede komt aan de zaakvoerders of bestuurders van gefailleerde besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en gefailleerde coöperatieve vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemiddelde omzet van de laatste drie boekjaren voorafgaand aan het faillissement en het totaal van de balans bij het einde van het laatste boekjaar de voormelde drempelwaarden niet hebben overschreden, overeenkomstig de artikelen 265 en 409 van het oud Wetboek van vennootschappen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7735 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux