Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 18 maart 2021

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee arresten van 16 februari 2021, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 24 februari 2021, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de v « Schendt artikel 219 W.I.B. 1992 zoals gewijzigd door de programmawet van 19 december 2014, de art(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2021201124
pub.
18/03/2021
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij twee arresten van 16 februari 2021, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 24 februari 2021, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 219 W.I.B. 1992 zoals gewijzigd door de programmawet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 19/12/2014 pub. 29/12/2014 numac 2014021137 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet doordat verenigingen die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting en die vergoedingen toekennen aan vrijwilligers zonder deze te vermelden op een individuele fiche en een samenvattende opgave verschillend worden behandeld naargelang de verkrijgers van de vergoedingen niet ondubbelzinnig geïdentificeerd werden binnen de 2 jaar en 6 maanden volgend op 1 januari van het betreffende aanslagjaar, maar binnen de toegekende aanslagtermijnen van de artikelen 354 of de aanslagtermijnen van 358 W.I.B. 1992 aan de geëigende belasting werden onderworpen zodat in hoofde van deze verenigingen de aanslag geheime commissielonen van artikel 219 W.I.B. 1992 (100 % ) niet toegepast wordt en naargelang de verkrijgers van de vergoedingen niet ondubbelzinnig geïdentificeerd werden binnen de termijn van de twee jaar en 6 maanden vanaf 1 januari van het betreffende aanslagjaar maar de administratie, na identificatie, de mogelijkheid heeft gehad de verkrijgers van de vergoedingen alsnog binnen de toegekende aanslagtermijnen van de artikelen 354 of 358 W.I.B. 1992 aan de geëigende belasting te onderwerpen, zonder dat de verkrijgers evenwel daadwerkelijk werden belast, waardoor in hoofde van deze verenigingen de aanslag geheime commissielonen van artikel 219 W.I.B. 1992 (100 % ) wel toegepast wordt ? ».

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7519 en 7520 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

De griffier, F. Meersschaut

^