gepubliceerd op 18 maart 2021
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 5 februari 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 februari 2021, heeft de Raad voor betwistingen inzake studievoortgang « Schendt artikel II.225, § 3 van de Codex Hoger Onderwijs, al dan niet samen gelezen met arti(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 5 februari 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 februari 2021, heeft de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel II.225, § 3 van de Codex Hoger Onderwijs, al dan niet samen gelezen met artikel I.3, 23° van die Codex, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat een student een credit binnen de betrokken opleiding aan de instelling waar die werd behaald onbeperkt in de tijd (voor een vrijstelling) kan valoriseren zonder dat die credit aan een actualiteitsonderzoek kan worden onderworpen, terwijl een credit voor hetzelfde opleidingsonderdeel behaald in dezelfde opleiding aan een andere instelling, wel aan een actualiteitsonderzoek kan worden onderworpen en ten gevolge daarvan de inzet van die credit als een ' eerder verworven kwalificatie ' kan worden geweigerd ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7517 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut