gepubliceerd op 09 mei 2018
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 22 februari 2018 in zake respectievelijk Maria Mattheussen en Marc Bolckmans, August Verstraelen en Marc Verstraelen en Luc Jansen tegen het Ruilverkav « Schenden de artikelen 23 en 43 van de Ruilverkavelingswet van 22 juli 1970 de artikelen 10 en 11 (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 22 februari 2018 in zake respectievelijk Maria Mattheussen en Marc Bolckmans, August Verstraelen en Marc Verstraelen en Luc Jansen tegen het Ruilverkavelingscomité Zondereigen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 maart 2018, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 23 en 43 van de Ruilverkavelingswet van 22 juli 1970 de artikelen 10 en 11 van de Gecoördineerde Grondwet voor zover artikel 23, twaalfde lid zo moet gelezen worden dat het een cassatieberoep door elke belanghebbende uitsluit tegen een vonnis in laatste aanleg van de vrederechter op grond van voormeld artikel 23 of 43, waardoor een onderscheid wordt gemaakt met de mogelijkheid die elke belanghebbende partij bij een vonnis of arrest volgens het gemeen recht heeft om cassatieberoep in te stellen tegen een in laatste aanleg gewezen beslissing ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6878 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut