gepubliceerd op 04 april 2018
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arresten van 20 februari 2018 respectievelijk in zake Daniel Ceausu en de vennootschap naar Roemeens recht « Beautrans VBR », in zake Lodewijk Peters en de nv « A « Schenden de artikelen 78, vijfde lid, 92, § 1, eerste lid, en 101, § 2, derde lid Gerec(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arresten van 20 februari 2018 respectievelijk in zake Daniel Ceausu en de vennootschap naar Roemeens recht « Beautrans VBR », in zake Lodewijk Peters en de nv « Aertssen Transport » en in zake Chantal Maes, Jules Van Roosbroeck en de bvba « J. Van Roosbroeck-Maes », waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 27 februari 2018, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 78, vijfde lid, 92, § 1, eerste lid, en 101, § 2, derde lid Gerechtelijk Wetboek, aldus uitgelegd dat een kamer met drie rechters van de rechtbank van eerste aanleg die in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechtbank kennis neemt van een overtreding van de wetten en verordeningen over een van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met een of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, geen gespecialiseerde vorming moeten ontvangen zoals bedoeld in artikel 78, vijfde lid, Gerechtelijk Wetboek, of niet samengesteld is uit onder meer één rechter in de arbeidsrechtbank, terwijl de alleensprekende rechter die overeenkomstig artikel 76, § 2, tweede lid, van dit wetboek in een gespecialiseerde kamer van diezelfde rechtbank zetelt om kennis te nemen van dezelfde overtredingen, deze vorming wel dient te ontvangen en de correctionele kamer van het hof van beroep die kennis neemt van dezelfde aangelegenheden, is samengesteld onder meer uit één raadsheer in het arbeidshof, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ».
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6860, 6861 en 6863 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.
De griffier, F. Meersschaut