Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 11 februari 2016

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 233.358 van 23 december 2015 in zake de vzw « Unizo regio Westhoek » en anderen tegen de deputatie van de provincieraad van West-Vlaanderen, waarvan de « Schendt artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2016200710
pub.
11/02/2016
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest nr. 233.358 van 23 december 2015 in zake de vzw « Unizo regio Westhoek » en anderen tegen de deputatie van de provincieraad van West-Vlaanderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 januari 2016, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, alsook artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in die mate dat er op partijen in procedures tot nietigverklaring voor het Grondwettelijk Hof geen verplichting rust om een memorie in te dienen en dat bij het niet indienen van een memorie geen gebrek aan belang wordt vastgesteld, terwijl er in procedures tot nietigverklaring voor de Raad van State van een arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen wel een dergelijke verplichting bestaat, alsmede er een automatisch rechtsgevolg van niet-belang wordt gekleefd aan het niet hebben ingediend ervan ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6327 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^