gepubliceerd op 03 augustus 2015
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 11 juni 2015 in zake het Vlaamse Gewest tegen Tony Sneijers, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 juni 2015, heeft het Hof v « Maakt artikel 51 van de wet van 16 september 1807 betreffende de drooglegging van de moerassen wa(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij arrest van 11 juni 2015 in zake het Vlaamse Gewest tegen Tony    Sneijers, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op    22 juni 2015, heeft het Hof van Beroep Antwerpen de volgende    prejudiciële vraag gesteld :    « Maakt artikel 51 van de wet van 16 september 1807 betreffende de    drooglegging van de moerassen waarvan de Franse tekst luidt als volgt    : ' Les maisons et bâtiments dont il serait nécessaire de faire    démolir et d'enlever une portion pour cause d'utilité publique    légalement reconnue seront acquis en entier si le propriétaire    l'exige; sauf à l'administration publique ou aux communes à revendre    les portions de bâtiments ainsi acquises et qui ne seront pas    nécessaires pour l'exécution du plan ' en de (officieuze) Nederlandse    vertaling luidt als volgt : ' huizen en gebouwen waarvan een deel om    reden van een wettelijk erkend algemeen nut moet worden afgebroken of    weggenomen, worden in hun geheel aangekocht indien de eigenaar het    vraagt; het openbaar bestuur of de gemeenten hebben evenwel het recht    de delen van de aldus aangekochte gebouwen, welke voor de uitvoering    van het plan niet nodig zijn, weder te verkopen ' een schending uit    van de artikelen 10, 11 of 16 van de Grondwet doordat in toepassing    van die bepaling niet een volledige onteigeningsvergoeding, doch    alleen de aankoopwaarde wordt toegekend aan de eigenaar die    gedeeltelijk wordt onteigend, voor het na de gedeeltelijke onteigening    overblijvend gedeelte van zijn eigendom, dat ten gevolge van de    gedeeltelijke onteigening en de erdoor genoodzaakte afbraak van een    huis of gebouw, quasi geen economische waarde (meer) heeft, omdat het    erdoor onbebouwbaar is geworden, terwijl aan een eigenaar wiens    perceel geheel wordt onteigend, een volledige onteigeningsvergoeding    wordt toegekend ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6229 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut