gepubliceerd op 04 september 2013
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 224.073 van 26 juni 2013 in zake de bvba « Pharmacie de Labuissière » tegen de Belgische Staat, tussenkomende partij : de nv « Universal Pharma », waa « Schendt artikel 36 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, door aan de Raad van State(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest nr. 224.073 van 26 juni 2013 in zake de bvba « Pharmacie de Labuissière » tegen de Belgische Staat, tussenkomende partij : de nv « Universal Pharma », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 juli 2013, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 36 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, door aan de Raad van State de bevoegdheid te verlenen zijn arresten, onder bepaalde voorwaarden, vergezeld te doen gaan van een dwangsom en zodoende zich uit te spreken over subjectieve rechten, niet de artikelen 144 en 145 van de Grondwet, 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling instelt dat niet objectief en redelijk kan worden verantwoord en dat onevenredige gevolgen met zich meebrengt op het vlak van daadwerkelijke jurisdictionele bescherming tussen de rechtzoekenden die over hun subjectieve rechten uitspraak kunnen laten doen door rechtscolleges van de rechterlijke orde die een bevoegdheid van volle rechtsmacht bezitten en in beginsel aan de dubbele aanleg zijn onderworpen (artikel 1385bis van het Gerechtelijk Wetboek) en de rechtzoekenden die onderworpen zijn aan de dwangsommen uitgesproken door de Raad van State in het kader van een in eerste en laatste aanleg uitgeoefende strikte wettigheidstoetsing ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5691 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux