gepubliceerd op 22 mei 2012
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 26 maart 2012 in zake de « Société régionale wallonne du transport » tegen Martine Dufond en anderen, in aanwezigheid van de Belgische Staat, waarvan « Schenden de artikelen 14, § 1, en 16 van de wet van 1 juli 1956, in samenhang gelezen met de(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 26 maart 2012 in zake de « Société régionale wallonne du transport » tegen Martine Dufond en anderen, in aanwezigheid van de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 maart 2012, heeft het Hof van Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 14, § 1, en 16 van de wet van 1 juli 1956, in samenhang gelezen met de artikelen 49, § 2, (thans 79) en 50, § 1, (thans 80) van de wet van 9 juli 1975, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij een verschil in behandeling instellen tussen de slachtoffers van een toevallig feit naargelang diegene die het ongeval veroorzaakt, een voertuig bestuurt dat aan de verplichte verzekering is onderworpen dan wel een voertuig waarvoor de Staat of een in artikel 14 van de wet van 1 juli 1956 vermelde openbare instelling gebruik heeft gemaakt van de vrijstelling van verzekering ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5373 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.