GRONDWETTELIJK HOF

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 29 maart 2012 in zake **** **** tegen de **** ****, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 april 2012, heeft de Raad voor **** de volgende **** vraag gesteld : « Schenden de artikelen 40bis, § 2, 2°, van de **** **** 40ter van de Vreemdelingenwet de artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwet al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 **** doordat zij voor vreemdelingen die een geregistreerd **** hebben aangegaan met een **** onderdaan en met name een verklaring van wettelijke **** hebben afgelegd conform het gestelde in artikel 1476, § 1, van het ****.****., een bijkomende bewijslast opleggen inzake het aantonen van een duurzame en stabiele relatie, die het aantonen van een relationele **** kan omvatten, teneinde beschouwd te worden als een familielid van een **** onderdaan, daar waar dergelijke bewijslast niet bestaat voor vreemdelingen die gehuwd zijn met **** onderdanen ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5380 van de rol van het Hof.

De griffier, ****. ****