gepubliceerd op 03 april 2007
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 168.090 van 21 februari 2007 in zake de BVBA « Laboratoire de biologie et de radio-immunologie cliniques » , in faillissem(...) « Voert artikel 3, § 1, 3° en 4°, van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot (...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 168.090 van 21 februari 2007 in zake de BVBA « Laboratoire de biologie et de radio-immunologie cliniques » (BIORIM), in faillissement, tegen de Belgische Staat en in aanwezigheid van Jean-Claude Leunis en van Fernand Ullens de Schooten, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 5 maart 2007, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Voert artikel 3, § 1, 3° en 4°, van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de ziekteverzekering voor verstrekkingen van klinische biologie, vervangen bij de wet van 30 december 1988, in de versie ervan vóór de wijziging ervan bij de wet van 24 mei 2005, doordat het bepaalt dat de laboratoria die het beoogt, moeten worden uitgebaat door één of meer personen gemachtigd om verstrekkingen van klinische biologie uit te voeren, of door een burgerlijke vennootschap die de vorm heeft aangenomen van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, een vennootschap onder firma of een coöperatieve vennootschap en waarvan de vennoten, zaakvoerders en bestuurders uitsluitend bestaan uit personen die gemachtigd zijn om verstrekkingen van klinische biologie uit te voeren, een met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet onbestaanbaar verschil in behandeling in tussen die personen en diegenen die die hoedanigheid niet hebben, of tussen de vennootschappen waarvan de vennoten, zaakvoerders en bestuurders die hoedanigheid hebben en die waarvan de vennoten, zaakvoerders en bestuurders die hoedanigheid niet hebben ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4158 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.