gepubliceerd op 28 juli 2005
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 146.889 van 28 juni 2005 in zake P. De Caestecker tegen de Franse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitrageh « Houdt artikel 30, § 1, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 j(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 146.889 van 28 juni 2005 in zake P. De Caestecker tegen de Franse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 1 juli 2005, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Houdt artikel 30, § 1, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, een schending in van de artikelen 10, 11 en 170 van de Grondwet, afzonderlijk genomen en in onderlinge samenhang gelezen, doordat bij die bepaling aan de Koning de bevoegdheid wordt opgedragen om de essentiële gegevens te bepalen van het recht verschuldigd voor een beroep bij de Raad van State, inzonderheid het bedrag van dat recht, de grondslag ervan, de vorm waarin het moet worden betaald alsook het ogenblik waarop het verschuldigd is, terwijl aan niemand een belasting mag worden opgelegd en niemand van die belasting mag worden vrijgesteld dan bij een beslissing van een democratisch verkozen beraadslagende vergadering ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 3743 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.