Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 08 september 2003

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 24 juni 2003 in zake E. Geeringhs tegen P. Kelchtermans, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 2 j « Schenden de artikelen 159, 191 en 212 van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 va(...)

bron
arbitragehof
numac
2003200758
pub.
08/09/2003
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 24 juni 2003 in zake E. Geeringhs tegen P. Kelchtermans, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 2 juli 2003, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 159, 191 en 212 van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de mate dat deze artikelen bepalen dat de kamer van inbeschuldigingstelling bevoegd is om kennis te nemen van de vordering van de buitenvervolginggestelde verdachte tot schadevergoeding wegens tergend en roekeloos hoger beroep vanwege de burgerlijke partij, dan wanneer geen wettelijke bepaling uitdrukkelijke bevoegdheid verleent aan de kamer van inbeschuldigingstelling indien de vordering tot schadevergoeding wegens tergend en roekeloos hoger beroep vanwege de inverdenkinggestelde die naar de feitenrechter wordt verwezen, uitgaat van de burgerlijke partij ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2759 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^