gepubliceerd op 29 mei 2001
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 20 maart 2001 in zake de gemeente Courcelles tegen R. Vlies, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op « Schendt artikel 7, § 1, van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvo(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 20 maart 2001 in zake de gemeente Courcelles tegen R. Vlies, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 26 maart 2001, heeft het Hof van Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 7, § 1, van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de provinciën de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet niet, doordat die bepaling erin voorziet dat ` inzake wedden, voorschotten daarop en vergoedingen of uitkeringen die een toebehoren van de wedden vormen of ermede gelijkstaan, [ . ] de door de Staat ten onrechte uitbetaalde sommen voorgoed vervallen [zijn] aan hen die ze hebben ontvangen, als de terugbetaling daarvan niet gevraagd werd binnen een termijn van vijf jaar te rekenen van de eerste januari van het jaar van de betaling ', terwijl de voorgeschreven verjaring niet van toepassing is op bedragen van dezelfde aard die betaald worden door de gemeente ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2148 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.