publié le 10 avril 1999
Département des Sciences, de l'Innovation et des Médias « Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten ». - Approbation des statuts et du règlement d'ordre intérieur Par l'arrêté royal du 2 décembre 1998 sont approuv Sont abrogés par le même arrêté royal : 1° l'arrêté royal du 16 mars 1938 portant fondation d'un(...)
Département des Sciences, de l'Innovation et des Médias « Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten ». - Approbation des statuts et du règlement d'ordre intérieur Par l'arrêté royal du 2 décembre 1998 sont approuvés les statuts et le règlement d'ordre intérieur de la « Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten ».
Sont abrogés par le même arrêté royal : 1° l'arrêté royal du 16 mars 1938 portant fondation d'une « Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België », tel que modifié;2° l'arrêté royal du 4 octobre 1939 portant règlement général de la « Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België », tel que modifié;3° l'arrêté du Régent du 21 novembre 1949 portant règlements des classes de la « Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België », tel que modifié. Organieke statuten van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (bijlage bij het koninklijk besluit van 2 december 1998) TITEL I. - Definities Artikel 1. In deze organieke statuten wordt verstaan onder : - Academie : de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten, zoals bepaald in titel II overeenkomstig het koninklijk besluit van 16 maart 1938 houdende oprichting van een Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, de wet van 27 mei 1947 houdende toekenning van rechtspersoonlijkhsid aan de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, de wet van 1 juli 1971 betreffende het gebruik der talen bij de « Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique » en bij de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België en de beslissingen van het Overlegcomité van 2 juli 1985 en 7 januari 1986. - Klasse : één van de drie Klassen van de Academie, bedoeld in titel III, hoofdstuk I, afdeling 1. - gewone leden : de Academieleden bedoeld in titel III, hoofdstuk 1, afdeling 2, artt. 10-12. - geassocieerde leden : de Academieleden bedoeld in titel III, hoofdstuk 1, afdeling 2, artikel 13. - ereleden : de Academieleden bedoeld in titel III, hoofdstuk 1, afdeling 2, artikel 16. - ere-geassocieerde leden : de Academieleden bedoeld in titel III, hoofdstuk 1, afdeling 2, artikel 16. - buitenlandse leden : de Academieleden bedoeld in titel III, hoofdstuk 1, afdeling 2, artikel 19. - algemene vergadering : het hoogste interne beslissingsorgaan van de Academie, zoals bepaald in titel III, hoofdstuk III. - Bestuurscommissie : het bestuur, bedoeld in artikel 2 van de wet van 27 mei 1947 houdende toekenning van rechtspersoonlijkheid aan de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, zoals nader bepaald in titel III, hoofdstuk II. - Voorzitter van de Academie : het Academielid en lid van de bestuurscommissie, bedoeld in artikel 39. - Vast Secretaris : het Academielid en lid van de bestuurscommissie, bedoeld in artikel 40. - Bureau : het Bureau van de Academie, bedoeld in artikel 47. - bevoegde minister : de minister van de Vlaamse regering die wetenschapsbeleid in zijn bevoegdheid heeft.
Bij verwijzing naar personen wordt hierna de mannelijke vorm gebruikt.
TITEL II. - Opdracht
Art. 2.De Academie is, onder het beschermheerschap van de Koning, een autonoom, onafhankelijk en multidisciplinair genootschap ter beoefening en bevordering van wetenschap en cultuur. Om deze opdracht te verwezenlijken houdt de Academie geregeld vergaderingen, organiseert zij lezingen, colloquia, congressen en wedstrijden, schrijft zij prijsvragen uit, geeft zij publicaties uit en neemt elk ander daartoe geschikt initiatief. Voor het uitschrijven van prijsvragen zal de Bestuurscommissie in het huishoudelijk reglement een passende procedure opstellen.
De zelfstandigheid en onafhankelijkheid van de Academie betreffen haar samenstelling zowel als haar werking.
Art. 3.Op verzoek van de wetgevende of de uitvoerende macht of op eigen initiatief brengt de Academie adviezen uit over onderwerpen die van maatschappelijk belang zijn. Daartoe kan zij beleidsondersteunend en prospectief onderzoek verrichten en op grond daarvan initiatieven nemen die aanleiding kunnen geven tot wetgevende, decretale, reglementaire en bestuurlijke voorstellen en voorstellen tot ordonnanties. Zij kan langlopende en/of multidisciplinaire projecten, die bescherming of promotie verdienen, begeleiden of ze ook zelf organiseren.
Art. 4.De Academie draagt bij tot de uitstraling van de wetenschap en de cultuur van de Vlaamse Gemeenschap op het nationale en het internationale vlak.
Daartoe kan de Academie opdrachten geven en commissies, wetenschappelijke comités en centra oprichten, o.m. met het oog op de samenwerking met binnenlandse en buitenlandse academiën, met andere geleerde genootschappen, met internationale wetenschappelijke en culturele organisaties en er samenwerkingsakkoorden mee sluiten. Voor het oprichten van commissies en wetenschappelijke comités stelt de Bestuurscommissie in het huishoudelijk reglement een passende procedure op.
In dit kader kan de Academie ook overeenkomsten sluiten met de overheid of met privé-personen.
Art. 5.De kredieten nodig voor de werking van de Academie worden ingeschreven op de begroting van de bevoegde minister van de Vlaamse regering. Hij neemt de vereiste administratieve maatregelen inzake personeel en uitrusting.
Art. 6.De officiële taal van de Academie is het Nederlands. Alleen waar het aangewezen is, kunnen andere talen worden gebruikt. In internationale betrekkingen geldt de Nederlandse benaming van de Academie, eventueel vergezeld van een door de Bestuurscommissie vastgestelde vertaling.
Art. 7.§ 1. De Academie verspreidt wetenschappelijke informatie en kan wetenschappelijke en artistieke publicaties uitgeven. § 2. De bibliotheek van de Academie is gemeenschappelijk voor de drie Klassen. Zij is ook voor niet-leden toegankelijk. Zij staat onder toezicht van de Bestuurscommissie.
TITEL III. - De organisatie van de Academie HOOFDSTUK I. - De Klassen Afdeling I. - Samenstelling
Art. 8.De Academie bestaat uit drie Klassen : § 1. De Klasse der Natuurwetenschappen, die bevoegd is voor de wiskunde, de natuurwetenschappen en de ingenieurswetenschappen. § 2. De Klasse der Menswetenschappen, die bevoegd is voor de geesteswetenschappen, de maatschappijwetenschappen en de gedragswetenschappen. § 3. De Klasse der Kunsten, die bevoegd is voor de beeldende kunsten, de bouwkunst, de muziek, de kunstwetenschappen en de kunstkritiek.
Art. 9.Iedere Klasse bestaat uit 1) dertig gewone leden, tien geassocieerde leden, ereleden en ere-geassocieerde leden, ten hoogste vijftig buitenlandse leden.
Afdeling 2. - De leden
Art. 10.§ 1. Wanneer een plaats van gewoon lid vacant is, wordt dit tijdens de eerstvolgende gewone vergadering van de betrokken Klasse meegedeeld. § 2. Tijdens een volgende vergadering verkiest de Klasse een geassocieerd lid tot gewoon lid, zoals voorzien in artikelen 31-34.
Art. 11.De gewone leden worden benoemd door de Koning.
Art. 12.Een gewoon lid dat niet langer in België woont, wordt van rechtswege buitenlands lid.
Art. 13.De geassocieerde leden worden benoemd door de Koning. Om tot geassocieerd lid van een Klasse benoemd te kunnen worden, moet de voorgestelde persoon : 1. Belg zijn of burger van een andere lidstaat van de Europese Unie;2. in België wonen;3. belangrijke bijdragen hebben geleverd en leveren in het werkgebied van de Klasse;4. zich bereid verklaren om geregeld aan de werkzaamheden van de Academie deel te nemen;5. tot geassocieerd lid verkozen zijn door de Klasse. De Bestuurscommissie kan beslissen dat vacatures voor gebieden die tot de bevoegdheid van de onderscheiden Klassen behoren, vooraf openbaar worden gemaakt. Daartoe voorziet de Bestuurscommissie een passende procedure.
Art. 14.Een geassocieerd lid dat niet langer in België woont, wordt van rechtswege buitenlands lid.
Art. 15.Behalve bij verkiezingen en bij stemmingen over de wijziging van de statuten hebben de geassocieerde leden stemrecht. Zij kunnen te allen tijde advies geven.
Art. 16.§ 1. Een gewoon lid dat de leeftijd van 75 jaar bereikt, wordt erelid. Hij vervult evenwel tot het einde van het lopende kalenderjaar de bestuursopdrachten waarmee hij op dat ogenblik eventueel nog belast is, onverminderd artikel 40.1. § 2. Een geassocieerd lid dat de leeftijd van 75 jaar bereikt, wordt ere-geassocieerd lid. § 3. Een gewoon lid of een geassocieerd lid kan voor hij de leeftijd van 75 jaar bereikt heeft, op zijn verzoek door de Koning tot erelid resp. ere-geassocieerd lid worden benoemd. § 4. Wanneer een gewoon lid of een geassocieerd lid gedurende geruime tijd verzuimt aan de werkzaamheden van de Academie deel te nemen, kan hij nog voor hij de leeftijd van 75 jaar bereikt door zijn Klasse als ontslagnemend worden beschouwd. In dit geval kan hij op zijn verzoek door de Klasse worden gehoord. Het voorstel van de Klasse wordt door de Bestuurscommissie goedgekeurd en ter bekrachtiging aan de Koning voorgelegd. De procedure wordt uitgewerkt in het huishoudelijk reglement.
Art. 17.De ereleden behouden hun rechten en prerogatieven, maar kunnen geen bestuursfunctie meer vervullen.
Art. 18.Wanneer een gewoon of geassocieerd lid erelid, resp. ere-geassocieerd, dan wel ontslagnemend wordt, komt een overeenstemmende plaats van gewoon of geassocieerd lid vacant. Deze vacature ontstaat zodra het erelidmaatschap wordt aangevraagd dan wel de leeftijd van 75 jaar wordt bereikt.
Art. 19.De buitenlandse leden worden benoemd door de Koning. Om tot buitenlands lid van een Klasse benoemd te kunnen worden, moet de voorgedragen persoon : 1. in het buitenland wonen;2. belangrijke bijdragen hebben geleverd en leveren in het werkgebied van de Klasse;3. zich bereid verklaren geregelde contacten met de Academie te onderhouden;4. door de Klasse tot buitenlands lid verkozen zijn. De verkiezing geschiedt overeenkomstig de beschikkingen van het huishoudelijk reglement inzake de verkiezing van geassocieerde leden.
Afdeling 3. - Werking
Art. 20.Het bestuur van elke Klasse bestaat uit de Bestuurder, de Onderbestuurder, de aftredende Bestuurder van de Klasse en de Vast Secretaris van de Academie.
Art. 21.De Onderbestuurder wordt door de Klasse voor één jaar verkozen en wordt het daaropvolgende jaar Bestuurder. Na het einde van zijn mandaat als Bestuurder is hij gedurende het volgende werkjaar aftredend Bestuurder.
Art. 22.De Bestuurder roept de vergadering van de Klasse samen, zit die voor en leidt de besprekingen. Wanneer de Bestuurder verhinderd is, wordt de vergadering voorgezeten door de Onderbestuurder en wanneer ook die verhinderd is, door de aftredende Bestuurder. Is die eveneens verhinderd, dan wijst de Klasse onder het pro tempore voorzitterschap van het aanwezige lid met de grootste anciënniteit een van haar leden aan om de vergadering te leiden.
Art. 23.Wanneer minder dan de helft van de gewone leden aanwezig is, wordt het nemen van een beslissing tot een volgende vergadering verdaagd, indien de Bestuurder van de Klasse of drie leden daarom verzoeken.
Art. 24.De gewone leden en de ereleden van de Klasse kiezen in besloten vergadering : 1. de Bestuurder en de Onderbestuurder;2. de gewone, geassocieerde en buitenlandse leden;3. de Voorzitter, Zij beslissen tevens in besloten vergadering of een lid als ontslagnemend wordt beschouwd.
Art. 25.Behalve voor wat bepaald wordt inzake wijziging van de statuten of verkiezingen van de Academie of van de Klasse, kan de vergadering ongeacht het aantal aanwezigen geldig beslissen.
Art. 26.Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen van de aanwezige stemgerechtigde leden. De onthoudingen worden in aanmerking genomen voor het aanwezigheidsquorum, maar niet voor het bepalen van de meerderheid.
Art. 27.De Bestuurscommissie kan beslissen tot schriftelijke stemming over te gaan. De passende procedure wordt in het huishoudelijk reglement, dat de werking van de vergadering van de Klassen vastlegt, bepaald.
Art. 28.Een Klasse kan geen adviezen, moties, stellingnamen of beslissingen ter kennis brengen aan overheden of publiceren zonder voorafgaande goedkeuring van de Bestuurscommissie.
Art. 29.Alle stukken die bestemd zijn om in de openbare vergadering te worden voorgedragen of gelezen, worden vooraf aan de goedkeuring van het Bestuur van de Klasse onderworpen.
Art. 30.De leden van de Academie hebben recht op presentiegeld voor elke vergadering. Het bedrag wordt bepaald bij huishoudelijk reglement en valt ten laste van de werkingskosten van de Academie.
Art. 31.Verkiezingen worden in de agenda aangekondigd met vermelding van het uur van de stemming. De agenda vermeldt het aantal vacatures, als het de verkiezing van leden van de Klasse betreft.
Art. 32.Verkiezingen gebeuren bij geheime stemming, waaraan uitsluitend gewone leden en ereleden deelnemen. Indien niet tenminste de helft van de gewone leden aanwezig is, kan geen verkiezing plaatsvinden. In dit geval wordt de verkiezing tot de volgende vergadering verdaagd, die geldig kan stemmen ongeacht het aantal aanwezige gewone leden.
Art. 33.Om verkozen te zijn moet de voorgedragen persoon de volstrekte meerderheid van de door de gewone leden en ereleden uitgebrachte stemmen behalen. Onthoudingen worden meegerekend om het aanwezigheidsquorum te bepalen, maar niet voor het bepalen van de meerderheid.
Art. 34.Indien geen van de voorgedragen personen na twee stembeurten de volstrekte meerderheid behaalt, wordt opnieuw gestemd over de twee die het hoogste aantal stemmen hebben behaald. Is er dan staking van stemmen, dan is het lid met de grootste anciënniteit verkozen; gaat het om personen die nog niet tot de Academie behoren, dan is het de oudste.
Art. 35.De Klassen kunnen bestendige of tijdelijke commissies en wetenschappelijke comités instellen met een opdracht die verband houdt met hun onderscheiden bevoegdheden.
Art. 36.De bevoegdheden en de samenstelling van de commissies en wetenschappelijke comités worden door de vergadering van de betrokken Klasse(n) bepaald voor een periode van drie jaar. De commissies en wetenschappelijke comités worden om de drie jaar geëvalueerd.
Art. 37.De Klasse kan, na het advies van de Bestuurscommissie te hebben ingewonnen, één of meer leden en niet-leden met een wetenschappelijke of artistieke opdracht belasten.
HOOFDSTUK II. - Het Bestuur van Academie Afdeling 1. - Samenstelling
Art. 38.De Bestuurscommissie bestaat uit de Voorzitter van de Academie, de Bestuurders, de Onderbestuurders en de aftredende Bestuurders van de drie Klassen, een vertegenwoordiger van elke Klasse en de Vast Secretaris. Het mandaat van de vertegenwoordiger van de Klasse duurt drie jaar en is éénmaal hernieuwbaar.
Bovendien hebben in de Bestuurscommissie ook zitting : de aftredende Voorzitter gedurende llet jaar dat volgt op zijn mandaat, en de aantredende Voorzitter gedurende het jaar dat aan zijn mandaat voorafgaat.
Art. 39.De Koning benoemt de Voorzitter van de Academie. De Voorzitter wordt om de beurt onder de gewone leden van de Klasse der Natuurwetenschappen, van de Klasse der Menswetenschappen en van de Klasse der Kunsten door de gewone leden en de ereleden van de betrokken Klasse bij geheime stemming verkozen. Zijn verkiezing geldt voor een termijn van twee jaar ingaand op 1 januari van het werkjaar.
Daarbij gelden de algemene regels inzake verkiezingen zoals bepaald in de artikelen 31-34.
Het huishoudelijk reglement bepaalt terzake aanvullende en/of specifieke modaliteiten. Het voorzitterschap is onverenigbaar met de functie van Bestuurder van de Klasse.
Art. 40.§ 1. De Koning benoemt de Vast Secretaris. Hij wordt door de algemene vergadering bij geheime stemming onder de gewone leden verkozen. De gewone leden en de ereleden hebben er stemrecht. Het mandaat van de Vast Secretaris is voltijds en neemt een einde op het ogenblik dat hij erelid wordt. § 2. De kandidaturen moeten door ten minste drie gewone leden of ereleden bij de Voorzitter worden ingediend. De Voorzitter maakt ze drie maanden voor de verkiezing aan de drie Klassen bekend. § 3. De algemene regels inzake verkiezingen, vastgesteld in de artikelen 31-34, worden daarbij gevolgd. § 4. De bezoldiging van de Vast Secretaris staat gelijk met die van een voltijds gewoon hoogleraar aan een universiteit.
Afdeling 2. - Werking
Art. 41.De Bestuurscommissie voert het algemeen beleid van de Academie. Voor zover de interne werking van de Academie niet in de statuten is vastgelegd, wordt zij door de Bestuurscommissie bepaald nadat de Klassen zijn gehoord. § 1. De Bestuurscommissie beheert het vermogen en de inkomsten van de Academie en beslist over de uitgaven. § 2. De Bestuurscommissie dient de begrotingsvoorstellen bij de bevoegde Minister in. § 3. De Bestuurscommissie zorgt voor de uitgave en de verspreiding van de publicaties van de Academie. De Bestuurscommissie kan zich laten bijstaan door een publicatiecommissie waarvan zij de samenstelling en bevoegdheden bij huishoudelijk reglement bepaalt. § 4. De Bestuurscommissie bepaalt het beleid van de bibliotheek bij huishoudelijk reglement en laat zich daarin bijstaan door een bibliotheekcommissie waarvan zij de samenstelling en de bevoegdheden bepaalt.
Art. 42.De Bestuurscommissie onderzoekt jaarlijks de rekeningen van het afgelopen jaar en sluit ze af. Over deze stukken wordt verslag uitgebracht door een commissaris die door de algemene vergadering buiten de leden van de Bestuurscommissie voor de duur van drie jaar wordt aangewezen. Zijn mandaat is hernieuwbaar.
De afgesloten rekeningen de begroting en het verslag van de commissaris worden ter kennis gebracht van de jaarlijkse administratieve vergadering van de bevoegde minister van de Vlaamse regering en van het Vlaams Parlement.
Art. 43.De Voorzitter van de Academie zit de algemene vergaderingen van de Academie en de vergaderingen van de Bestuurscommissie voor.
Wanneer de Voorzitter verhinderd is, worden die vergaderingen voorgezeten door de Klassebestuurder die de grootste anciënniteit als lid van de Academie bezit.
Art. 44.§ 1. De Vast Secretaris heeft de algemene leiding van de administratie van de Academie. Hij ondertekent de briefwisseling van de Academie. § 2. De Vast Secretaris heeft de leiding over de publicaties van de Academie, onverminderd eventuele delegaties. § 3. De Vast Secretaris draagt zorg voor de verzamelingen. § 4. Alle registers en andere documenten van de Klassen worden door de zorg van de Bestuurders aan de Vast Secretaris toevertrouwd en onder diens toezicht in het archief van de Academie bewaard.
Art. 45.De Vast Secretaris woont alle vergaderingen van de Klassen bij; hij heeft alleen stemrecht in de Klasse waarvan hij lid is. Hij stelt de notulen op en ondertekent de processen-verbaal samen met de Bestuurder van de Klasse. Wanneer de Vast Secretaris verhinderd is, wordt hij vervangen door het lid dat daartoe door de Klasse wordt aangewezen.
Art. 46.De Academie wordt door de Voorzitter en de Vast Secretaris vertegenwoordigd, onverminderd artikel 2 van de wet van 27 mei 1947 op de rechtspersoonlijkheid.
Art. 47.Het Bureau is belast met het dagelijks bestuur. Het bestaat uit de Voorzitter, de Vast Secretaris en de drie Bestuurders. Bij hoogdringendheid beslissen de Vast Secretaris en de Voorzitter. De goedkeuring van de Bestuurscommissie is vereist wanneer het speciale bevoegdheden van de Bestuurscommissie betreft.
HOOFDSTUK III. - De Algemene Vergadering
Art. 48.§ 1. De drie Klassen komen in de maand december in algemene openbare vergadering bijeen. Tijdens die vergadering brengt de Vast Secretaris verslag uit over de werkzaamheden van het afgelopen jaar, worden de door de Klassen toegekende prijzen uitgereikt en bespreekt de Voorzitter onderwerpen van gemeenschappelijk belang. § 2. Jaarlijks houden de drie Klassen in de maand mei een algemene administratieve vergadering, om zich over gemeenschappelijke aangelegenheden te beraden. § 3. Buitengewone algemene vergaderingen worden gehouden wanneer de Bestuurscommissie zulks nuttig oordeelt of als tien gewone leden de Voorzitter daarom schriftelijk verzoeken.
Art. 49.§ 1. De agenda van de algemene vergaderingen wordt door de Voorzitter in overleg met de Bestuurscommissie opgesteld. § 2. Leden die wensen dat een punt op de dagorde wordt ingeschreven, richten daartoe een schriftelijk verzoek aan de Voorzitter. De Bestuurscommissie beslist of het onderwerp op de agenda zal worden geplaatst. § 3. Onderwerpen die niet vooraf op de agenda werden ingeschreven, kunnen slechts met de instemming van de algemene vergadering worden besproken. § 4. Ten minste veertien kalenderdagen voor elke algemene vergadering wordt aan de leden een oproepingsbrief toegezonden, samen met de agenda.
Art. 50.§ 1. De vergadering kan geldig beslissen, ongeacht het aantal aanwezige leden. Deze bepaling is niet van toepassing bij het wijzigen van statuten. § 2. Wanneer evenwel minder dan de helft van de gewone leden aanwezig is, wordt het nemen van een beslissing verdaagd op verzoek van de Voorzitter of van vijf leden die de verdaging wensen. § 3. Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen van de aanwezige stemgerechtigde leden. De onthoudingen worden in aanmerking genomen voor het vaststellen van het aanwezigheidsquorum, maar niet voor het bepalen van de meerderheid.
Art. 51.De statuten van de Academie kunnen slechts worden gewijzigd door een algemene vergadering waar de helft van de gewone leden aanwezig is en mits de wijziging geschiedt met twee derden van de uitgebrachte stemmen. De onthoudingen worden in aanmerking genomen voor het aanwezigheidsquorum, maar niet voor het bepalen van de meerderheid.
Indien de helft van de gewone leden niet aanwezig is, wordt een tweede vergadering belegd, die, ongeacht het aantal aanwezige gewone leden, zal beslissen met twee derden van de uitgebrachte stemmen.
Art. 52.Elke wijziging van de statuten wordt aan de goedkeuring van de Koning onderworpen.
Huishoudelijk reglement TITEL I. - Rechtsgrond en definities Artikel 1. Dit reglement wordt opgesteld ingevolge artikel 41, alsook artikelen 2, 4, 13, 16, § 4, 27, 28, 39, 41, § 3, en 41, § 4 van de statuten van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 2 december 1998.
Art. 2.Dit reglement kan worden gewijzigd door de Bestuurscommissie, nadat de Klassen zijn gehoord.
Art. 3.De definities van artikel 1 van de voormelde statuten zijn van toepassing.
TITEL II. - Werking van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten
Art. 4.Van de gewone leden en de geassocieerde leden wordt verwacht dat zij aanwezig zijn op de gewone vergaderingen. De ereleden en de buitenlandse leden mogen die vergaderingen bijwonen.
Art. 5.De leden van de Academie hebben het recht om de gewone vergaderingen van de andere Klassen bij te wonen en er lezingen te geven, maar niet om aan stemmingen deel te nemen.
Art. 6.Op verzoek van gewone leden en ereleden van een Klasse kan de Bestuurder leden van andere Academiën, andere Belgische geleerden of buitenlandse geleerden uitnodigen om aan de werkzaamheden deel te nemen, evenwel zonder stemrecht.
Art. 7.Buitengewone vergaderingen worden bijeengeroepen op initiatief van de Bestuurder of op schriftelijk verzoek van vijf leden van de Klasse. Die buitengewone vergaderingen worden zoveel mogelijk gehouden in aansluiting op de gewone vergaderingen.
Art. 8.Buitengewone vergaderingen worden in de regel alleen door gewone leden en ereleden bijgewoond. De Bestuurder kan de andere leden van de Klasse en de leden van de andere Klassen uitnodigen.
Art. 9.Alles wat de vergaderingen van de Klassen betreft, wordt door de Klassen zelf geregeld, met inachtneming van de algemene beginselen die gelden voor de algemene vergaderingen van de Academie.
Art. 10.De agenda van de vergaderingen van de Klasse wordt opgesteld door de Bestuurder, na voorafgaand overleg met de Klasse. § 1. Leden die wensen een punt op de agenda te brengen, doen dit met een schriftelijk verzoek aan de Bestuurder van de Klasse. De Bestuurder motiveert zijn eventuele weigering. Op verder verzoek aan de Klasse kan deze het punt toch in behandeling nemen. § 2. Onderwerpen die niet vooraf op de agenda werden ingeschreven, kunnen slechts met instemming van de Klasse worden besproken.
Art. 11.De agenda van de vergadering met de bijbehorende documenten alsmede de notulen van de vorige vergadering worden samen met de oproepingsbrief ten minste acht dagen voor de vergadering aan de leden van de Klasse bezorgd.
Art. 12.Indien het voorstel van de Klasse om krachtens artikel 16, § 4, een lid als ontslagnemend te beschouwen in die Klasse met een tweederdenmeerderheid werd goedgekeurd, beslist de Bestuurscommissie eveneens met een tweederdenmeerderheid of ze dat voorstel ook goedkeurt, eventueel na de betrokkene te hebben gehoord, indien hij daarom verzoekt. Bij goedkeuring wordt het voorstel van de Klasse aan de Koning voorgelegd.
Art. 13.De leden van de Academie hebben recht op presentiegeld voor elke bijgewoonde vergadering.
De Bestuurscommissie bepaalt het bedrag en wijzigt het desgewenst.
De leden hebben bovendien recht op de vergoeding van hun reiskosten, alsook op een vergoeding voor verblijfskosten, zoals voorzien voor ambtenaren van niveau A. Wanneer buitenlandse leden in België verblijven, hebben zij dezelfde rechten.
TITEL III. - Verkiezing van de geassocieerde en van de buitenlandse leden van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten
Art. 14.Wanneer een plaats van geassocieerd of van buitenlands lid in een Klasse vacant is, kunnen voordrachten tot benoeming bij het bestuur van de Klasse tot 30 september worden ingediend.
Art. 15.De dossiers van de voorgedragen personen worden door tenminste drie gewone leden of ereleden ingediend en door hen mede ondertekend.
Art. 16.De Klasse stelt een commissie aan om de ingediende dossiers te onderzoeken. De commissie brengt verslag uit bij de Klasse en doet een voorstel.
De commissie bestaat in de regel uit het Bestuur van de Klasse en vijf leden die representatief zijn voor de Klasse, in het bijzonder voor de disciplines die onder haar bevoegdheid vallen.
Art. 17.De Klasse bespreekt verslag en voorstel en kan overgaan tot de verkiezing van een of meer geassocieerde of één of meer buitenlandse leden overeenkomstig de artikelen 31-34 van bovenvermelde statuten.
Art. 18.De rangorde van de geassocieerde leden wordt vastgesteld op grond van de datum van verkiezing. Worden verschillende leden op dezelfde datum verkozen, dan wordt de rangorde bepaald door de leeftijd. Voor buitenlandse leden geldt geen rangorde.
Art. 19.De Bestuurscommissie kan beslissen dat voor gebieden die tot de bevoegdheid van de onderscheiden Klassen behoren, vacatures vooraf openbaar worden gemaakt. Zij bepaalt meteen de procedure, na de Klassen te hebben gehoord.
TITEL IV. - Procedure voor schriftelijke stemming
Art. 20.De Bestuurscommissie kan het initiatief nemen om over te gaan tot een procedure van schriftelijke stemming. Zij bepaalt meteen de procedure.
Indien zij overgaat tot een dergelijke procedure, moet zij de leden van de Academie dan wel van de betrokken Klasse ten minste veertien kalenderdagen voordien op de hoogte brengen.
Art. 21.De geheimhouding van de stemming dient te worden gevrijwaard.
TITEL V. - De commissies en wetenschappelijke comités
Art. 22.Bij de Academie en bij de Klassen kunnen zowel tijdelijke als permanente commissies en wetenschappelijke comités worden ingesteld.
Commissies of wetenschappelijke comités die verband houden met de algemene belangen van de Academie of met de werkzaamheden van de algemene vergaderingen, kunnen niet door de Klassen worden ingesteld.
Permanente commissies of wetenschappelijke comités van die aard worden ingesteld bij besluit van de algemene vergadering : tijdelijke worden ingesteld door de Bestuurscommissie.
Commissies of wetenschappelijke comités die verband houden met de werkzaamheden van de Klassen, worden ingesteld door de Klassen zelf, bij besluit van de vergadering van de Klassen; een besluit tot instelling van permanente commissies of wetenschappelijke comités moet de goedkeuring van de algemene vergadering van de Academie verkrijgen.
Art. 23.De samenstelling en de bevoegdheden van de commissies en de wetenschappelijke comités worden respectievelijk bepaald door de algemene vergadering, door de Bestuurscommissie of door de vergadering van de Klasse, al naargelang van het geval.
Art. 24 De commissies en wetenschappelijke comités zijn samengesteld uit leden van de Academie en in voorkomend geval ook uit niet-leden die speciaal bevoegd zijn op het gebied van de opdracht van de commissie of het wetenschappelijk comité.
TITEL VI. - Academische prijzen
Art. 25.De Academie kan elk jaar achttien antwoorden op prijsvragen bekronen. Elke Klasse kan in principe zes prijzen uitreiken. De toelagen die niet aangewend zijn, kunnen door de Bestuurscommissie aan de overige Klassen worden overgedragen. Al de prijzen hebben een gelijke waarde.
Art. 26.Elke Klasse regelt de wijze waarop zij de prijsvragen uitschrijft en de voorwaarden waaronder zij de prijzen toekent.
Art. 27.De Klasse duidt drie verslaggevers aan voor het onderzoek van de titels en verdiensten van de kandidaten. In de regel treedt het lid dat de vraag heeft gesteld, op als eerste verslaggever.
Art. 28.De verslagen van de verslaggevers staan samen met de ingediende werken ter inzage van de leden van de Klasse tot de vergadering waarop de Klasse over de adviezen van de verslaggevers beslist.
Art. 29.Bovengenoemde verslagen zijn vertrouwelijk. Indien een betrokken auteur uitleg bij het oordeel van de Klasse wenst, kan hij met de eerste verslaggever contact opnemen.
Indien zij overgaat tot een dergelijke procedure, moet zij de leden van de Academie dan wel van de betrokken Klasse tenminste veertien kalenderdagen voordien op de hoogte brengen.
TITEL VII. - De publicaties
Art. 30.Manuscripten die aan de Academie voor publicatie worden aangeboden, worden onderworpen aan de beoordeling van een leescommissie van drie leden, die aan de betrokken Klasse een met redenen omkleed advies geeft; de vergadering beslist over de opneming.
De uitgebrachte adviezen worden niet bekendgemaakt.
Wetenschappelijke voordrachten die in de vergadering van de Klasse werden gehouden, kunnen worden gepubliceerd.
Art. 31.De uitgaven van de Academie worden in het Nederlands gesteld.
Publicaties en antwoorden op prijsvragen kunnen in een andere taal gesteld worden, indien de betrokken Klasse daartoe haar toestemming heeft gegeven.
Art. 32.De Bestuurscommissie, daarin bijgestaan door een publicatiecommissie, zorgt voor de uitgaven en de verspreiding van de publicaties van de Academie. De Bestuurscommissie bepaalt de financiële voorwaarden waaronder de publicatie gebeurt.
Art. 33.De publicatiecommissie is samengesteld uit twee leden per Klasse en de Vast Secretaris, bijgestaan door de verantwoordelijke voor de uitvoering van het publicatiebeleid. Wanneer een lid van deze commissie eveneens lid is van de leescommissie van een werk waarover advies moet worden uitgebracht, trekt dit lid zich voor het advies over dit werk terug. Bij onenigheid tussen de leescommissie en de publicatiecommissie zal de Bestuurscommissie beslissen.
Het mandaat van de leden van de Klasse in de publicatiecommissie loopt over een termijn van drie jaar.
Art. 34.Een bekroond werk zal niet noodzakelijk als een monografie worden gepubliceerd, maar kan in de vorm van één of meer artikels in de Analecta worden opgenomen.
TITEL VIII. - De bibliotheek
Art. 35.De Bestuurscommissie bepaalt de dagen en uren waarop de bibliotheek toegankelijk is. Geen boeken worden uitgeleend zonder de uitdrukkelijke toestemming van de Vast Secretaris of van zijn gemachtigde.