publié le 26 septembre 2001
Département de l'Environnement et de l'Infrastructure Plan de secteur « Limburgs Maasland » : fixation définitive du plan de modification partielle du plan de secteur « Limburgs Maasland » sur le territoire des communes de Dilsen-Stokkem, Kinroo Un arrêté du Gouvernement flamand du 13 juillet 2001 arrête : Artikel 1. Le plan ci-joint de mod(...)
Département de l'Environnement et de l'Infrastructure Plan de secteur « Limburgs Maasland » : fixation définitive du plan de modification partielle du plan de secteur « Limburgs Maasland » sur le territoire des communes de Dilsen-Stokkem, Kinrooi, Lanaken, Maaseik et Maasmechelen Un arrêté du Gouvernement flamand du 13 juillet 2001 arrête : Artikel 1. Le plan ci-joint de modification partielle de l'arrêté royal du 1er septembre 1980 portant fixation du plan de secteur « Limburgs Maasland » sur le territoire des communes de Dilsen-Stokkem, Kinrooi, Lanaken, Maaseik en Maasmechelen, est fixé définitivement pour les parties des feuilles telles que comprises dans les annexes 1re à 9, avec des prescriptions urbanistiques complémentaires telles que comprises dans l'annexe 10 au présent arrêté.
Art. 2.Les plans indiquant la situation physique et juridique existante appartenant aux parties non normatives du plan de secteur précité sont compris dans les annexes 11 à 19.
Art. 3.Le Ministre flamand ayant l'Aménagement du territoire dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Streekcommissie Gewestplan Limburgs Maasland Besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2000 houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp-plan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Limburgs Maasland op het grondgebied van de gemeenten Dilsen-Stokkem, Kinrooi, Lanaken, Maaseik en Maasmechelen.
Advies over het besluit van de Vlaamse Regering, de adviezen van de Bestendige Deputatie en de betrokken gemeenteraden en de ingediende bezwaarschriften.
Dit dossier werd door de Streekcommissie behandeld in vergaderingen van : - 20 november 2000 - 18 december 2000 - 15 januari 2001 - 22 januari 2001 - 5 februari 2001 - 5 maart 2001
ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER HET PLANGEBIED De commissie heeft zich voor haar advies gebaseerd op de tekst van het besluit, de uitgebrachte adviezen en de ingediende bezwaarschriften.
Het advies van de streekcommissie wordt ingedeeld per bijlage, zoals gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2000. 1. Algemene bemerkingen - de commissie is van oordeel dat het Grindherstructureringscomité (verder afgekort als GHC) te weinig betrokken is geweest bij deze wijziging van het gewestplan.Dit comité, opgericht bij Decreet van 14 juli 1993 tot oprichting van het Grindfonds en tot regeling van de grindwinning, heeft o.m. het opmaken van een structuurvisie als opdracht. Het zou dan ook logisch geweest zijn de gewestplanwijziging door te voeren zoals door het HSC voorgesteld. - procedure : - Openbaar onderzoek : Het openbaar onderzoek werd door de Gouverneur gevoerd zoals voorgeschreven door het decreet op de ruimtelijke ordening. De documenten waarnaar verwezen werd in het besluit van 28 april 2000, zoals het MER "zandontginning Mechelse Heide door SCR Sibelco", de intentieverklaring voor het Grensmaasproject enz.. werden niet ter inzage gelegd. Deze documenten zijn niet in het bezit van de Gouverneur en werden evenmin samen met het besluit en de plannen toegezonden met het oog op het openbaar onderzoek. Volgens de principes van een behoorlijk bestuur was het wenselijk geweest deze documenten bij het dossier te voegen. - Advies van de afdeling Land- en Tuinbouw : Volgens diverse bezwaarschriften werd het advies van de administratie land- en tuinbouw pas gevraagd op donderdagavond 27 april 2000, terwijl het voorstel tot gewestplanwijziging op 28 april 2000 reeds door de Vlaamse regering werd goedgekeurd. Alhoewel dit advies wettelijk niet verplicht is, is de commissie van oordeel dat voor een gewestplanwijziging met zware implicaties voor de landbouwsector beter tijdig een gegrond advies van deze administratie was gevraagd. 2. Advies over de deelgebieden, volgens bijlagen : 2.1. Bijlage 1 - 2.1.1. Vijverbroek : gunstig advies, doch er moet rekening gehouden worden met de woning, gelegen Vijverbroekstraat 16, Kinrooi. Voor de bouw van deze woning werd een bouwvergunning afgeleverd in 1972; de woning is gelegen in AGEB. Deze woning moet in de juiste juridische context opgenomen worden. - 2.1.2. Boterakker : Het ontwerp-plan voorziet in de wijziging van "uitbreidingsgebied voor ontginning met nabestemming natuurontwikkeling en landbouw" naar "ontginningsgebied met nabestemming natuurontwikkeling". Deze wijziging wordt ongunstig geadviseerd wat betreft de nabestemming. De wijziging van uitbreidingsgebied naar effectieve ontginning wordt wel gunstig geadviseerd. De streekcommissie sluit zich aan bij de zienswijze van het GHC. Dit betekent dat het meest noordelijk gebied zijn huidige bestemming - overgangsgebied tussen natuurontwikkeling en landbouw - moet behouden; - 2.1.3. Voor het zuidelijk gedeelte wordt gevraagd "uitbreidingsgebied voor ontginning met nabestemming agrarisch gebied", met 6ha oranje overdrukgebied in het uiterste zuiden.
Op het ontwerp-plan werd hier voorzien in woonuitbreidingsgebied.
Waarschijnlijk betreft het hier een materiële vergissing, die in het definitieve plan moet worden rechtgezet. De commissie geeft een gunstig advies voor uitbreidingsgebied voor recreatie. - 2.1.4. De vraag van het GHC om voor de vaargeul ontginningsgebied met nabestemming recreatie te voorzien wordt eveneens bijgetreden. - 2.1.5. Vissenakker : het ontwerpplan voorziet in een wijziging van ontginningsgebied met nabestemming recreatie naar ontginningsgebied met nabestemming natuurontwikkeling. Deze wijziging wordt ongunstig geadviseerd, voor wat de nabestemming betreft.
De commissie vraagt hier het behoud van de huidige bestemming, omwille van de investeringen die werden gedaan voor de ontwikkeling van de watersport, en wegens de erkenning van het recreatiegebied "De Spaanjerd" in het ontwerp ruimtelijk structuurplan Limburg en in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. - 2.1.6. Dragrasaplas : hier wordt recreatiegebied en ontginningsgebied met nabestemming recreatie gewijzigd in natuurgebied en ontginningsgebied met nabestemming natuurontwikkeling. Deze wijziging wordt gunstig geadviseerd op voorwaarde dat uitdrukkelijk rekening gehouden wordt met de mogelijkheid tot zachte recreatie. De commissie is daarom van oordeel dat een nieuw stedenbouwkundig voorschrift moet opgesteld worden waarbij de bestemming "recreatie rekening houdend met de natuurwaarden of bestemming natuur met faciliteiten voor natuurgerichte recreatie" mogelijk moet zijn. 2.2. Bijlage 2 - 2.2.1. Klauwenhof Herenlaak : Het ontwerp-plan wijzigt ontginningsgebied met nabestemming agrarisch gebied naar zone voor natuurontwikkeling, landschappelijk waardevol agrarisch gebied en ontginningsgebied met nabestemming recreatie.
De commissie brengt een ongunstig advies uit over deze wijziging en sluit zich aan bij het standpunt van het GHC. Het negatief advies betreft de nabestemming. Nadat dit gebied werd ontgrind en terug opgevuld, zijn door IML grote investeringen gedaan voor de realisatie van het landbouwbedrijf "Klauwenhof". Indien de voorgestelde wijzigingen worden doorgevoerd, komt de leefbaarheid van het bedrijf in het gedrang. De commissie adviseert dan ook het behoud van de huidige bestemming.
Het gedeelte ontginningsgebied met nabestemming recreatie werd reeds ontgonnen en gedeeltelijk( zone aan Klauwenhof) terug opgevuld. De commissie stelt zich dan ook de vraag of het hier een regularisatie betreft. - 2.2.2. Bufferzone : de wijziging van bufferzone naar ontginningsgebied met nabestemming recreatie wordt ongunstig geadviseerd. Dit gebied is niet geschikt voor ontginning omwille van de ligging vlak naast de ring van Maaseik en een bewoond gebied. De commissie vraagt hier behoud van de huidige bestemming. 2.3. Bijlage 3 - Heppeneert - Elerweert : Binnen het gebied van de winterdijk wordt agrarisch gebied met ecologisch belang en natuurgebied voorzien. De commissie adviseert deze wijziging ongunstig. De omzetting naar AGEB betekent voor de landbouwers een onteigening zonder vergoeding. Er is immers geen concrete regeling voor het uitkeren van een schadevergoeding aan de landbouwers.
Het normale gebruik van de landbouwgronden wordt verhinderd door de beperkingen die deze bestemmingen met zich brengen. De commissie dringt er daarom op aan de juiste volgorde te voorzien. Dit betekent : eerst de nodige gronden onteigenen en vergoeden en daarna de bestemmingen te wijzigen die nodig zijn voor de realisatie van het Grensmaasproject. 2.4. Bijlage 4 - 2.4.1. Zones aan weerszijden van de E314 : In het bestaande gewestplan zijn deze zones voorzien als dienstverleningsgebied, met als doel het inrichten van een parking met benzinestation, wegrestaurant enz. De wijziging naar natuurgebied wordt ongunstig geadviseerd. De commissie is van oordeel dat de mogelijkheid om de genoemde faciliteiten uit te bouwen behouden moet blijven. Het is daarbij duidelijk de bedoeling dat deze diensten enkel vanaf de autoweg mogen toegankelijk zijn.
Op de E314 is immers tussen Aarschot en de Nederlandse grens geen enkel benzinestation. Dit is een erg grote afstand, zeker in vergelijking met de overige snelwegen in België. - 2.4.2. Groeve Lieben : De commissie geeft een gunstig advies over de wijziging naar natuurontwikkelingsgebied. De commissie is daarbij wel van oordeel dat de groeve hiervoor moet worden opgevuld met niet-vervuilde gronden. In zijn huidige toestand is de natuurwaarde eerder beperkt en bovendien gevaarlijk, omwille van de diepte en de steilheid van de wanden. - 2.4.3. Kleine ontginningsgebieden met nabestemming natuur : deze wijzigingen worden gunstig geadviseerd. - 2.4.4. Mechelse Heide : De wijziging naar effectief ontginningsgebied wordt gunstig geadviseerd. De wijziging van het langsgelegen L-vormig gebied naar natuurgebied wordt ongunstig geadviseerd. Uit het bezwaarschriften van het grindcomité en de Limburgse Berggrinduitbating NV (LBU) blijkt dat de bestaande grindvoorraden in de ontginningsgebieden op het huidig gewestplan niet toereikend zijn om de behoeften aan grind te dekken en om de produktiequota tot 31 december 2005 te waarborgen. In artikel 17 van het Grinddecreet wordt bepaald dat de Vlaamse regering het initiatief neemt tot wijziging van de betrokken gewestplannen om de vastgestelde quota daadwerkelijk te kunnen realiseren. 2.5. Bijlage 5 De voorziene natuurontwikkelingsgebieden ten noorden en ten zuiden van Bichterweert worden ongunstig geadviseerd. De huidige bestemming moet behouden blijven. Dit ongunstig advies is ingegeven door dezelfde redenen als de wijzigingen te Heppeneert en Elerweert. 2.6. Bijlage 6 Ten zuiden van Kerkeweert wordt een natuurontwikkelingsgebied voorzien. Deze wijziging wordt door de commissie gunstig geadviseerd omdat hier geen privé-eigendommen meer gelegen zijn. De gronden zijn eigendom van openbare besturen, zodat hier geen waardeverlies voor de landbouw ontstaat. 2.7. Bijlage 7 Maasmechelen : Kotem : deze wijziging wordt ongunstig geadviseerd. Het bedoelde gebied is practisch volledig in eigendom van of in gebruik door één landbouwer. De wijziging in natuurontwikkelingsgebied betekent het einde van zijn bedrijf. De commissie is van oordeel dat eerst schadevergoeding moet voorzien worden, hetzij door aankoop, hetzij via onteigening. Een bestemmingswijziging naar NO is niet noodzakelijk voor het uitvoeren van de geplande werken in deze Boertienlocatie. 2.8. Bijlage 8 Maasmechelen : Herbricht : deze wijziging wordt eveneens ongunstig geadviseerd om dezelfde redenen als de locatie Kotem. 2.9. Bijlage 9 Lanaken : Hochterbampd : de wijziging naar NO wordt in dit geval wel gunstig geadviseerd om reden dat het grootste gedeelte eigendom is van openbare besturen, met als grootste eigenaar : de provincie Nederlands Limburg. Er worden hier derhalve weinig particuliere belangen geschaad. De commissie sluit zich evenwel aan bij de voorwaarden die door de Bestendige Deputatie worden gesteld voor de realisatie van de werken. 2.10. Bijlage 10 Stedenbouwkundig voorschrift : het voorschrift wordt gunstig geadviseerd.
II advies over het advies van de Bestendige Deputatie Het advies van de Bestendige Deputatie d.d. 16 november 2000 luidt als volgt : 1a. Wat de bijlagen 1, 2, 5 en 6 van het besluit betreft die betrekking hebben op de wijzigingen van de nabestemming van de grindwinningsgebieden wordt het bezwaarschrift, ingediend door het herstructureringscomité in het kader van het openbaar onderzoek, integraal bijgetreden. De bezwaren, opmerkingen, argumenten en voorgestelde aanpassingen worden door ons als advies onderschreven.
Dit bezwaarschrift wordt daarom als bijlage bij dit besluit gevoegd.
Volgens het Grinddecreet is het Herstructureringscomité bevoegd voor de nabestemming van de grindwinningsgebieden en verder heeft het Grensmaasproject nog steeds geen officiële goedkeuring of wettelijke basis verkregen van de Vlaamse regering. 1b. Wat betreft bijlage 1 moet bijkomend opgemerkt worden dat de in het zuidelijk gedeelte aangeduide zone : "reservegebied voor recreatie" op het plan niet correct en dus foutief is aangeduid. 2. Wat de bijlagen 3, 7, 8 en 9 van het besluit betreft die betrekking hebben op de aanpassingen in het winterbed van de Maas wordt een gunstig advies uitgebracht onder de volgende vier voorwaarden : 1° Er een officiële beslissing komt van de Vlaamse regering waarbij het Grensmaasproject wordt goedgekeurd en waarbij tevens de financiële garanties voor uitvoering ervan worden vastgelegd.2° Deze goedkeuring samengaat met de afronding van het rivierkundig onderzoek door de bevoegde diensten en waarbij de Vlaamse regering de garanties inzake de veiligheid verzekert.3° Er een akkoord komt met Nederland dat aangeeft welke de ingrepen zullen zijn langs Vlaamse en Nederlandse zijde en er tevens een timing over de uitvoering wordt goedgekeurd.Hierbij dient rekening gehouden te worden met de cumulatieve effecten van de ingrepen langs beide zijden van de Maas. 4° In het akkoord tussen Nederland en Vlaanderen dient bij de planning rekening gehouden te worden met bestaande knelpunten en knelpunten die zouden kunnen ontstaan ten gevolge van de uitvoering van de verschillende ingrepen.Dit betekent dat er duidelijke afspraken moeten zijn wat betreft de prioritair uit te voeren ingrepen. 3. Wat de bijlage 4 en 10 betreft die betrekking hebben op de aanpassingen witzandontginning in de omgeving van Maasmechelen wordt een gunstig advies uitgebracht.4. In de tekst van het besluit wordt verwezen naar documenten waarbij niet duidelijk is wat bedoeld wordt.Er wordt verwezen naar een beslssing van de gemeenteraad van 25 september 1997 zonder te vermelden om welke gemeente het gaat. Er wordt verwezen naar de op 22 september 1998 conform verklaarde MER "Zandontginning Mechelse Heide door SCR Sibelco" en naar een aantal bladzijden daaruit. Deze zijn echter niet bij het dossier gevoegd. Verder wordt verwezen naar een nog op te stellen MER op basis waarvan maatregelen en randvoorwaarden zullen vastgelegd worden.
Gelet op deze onvolledigheid van het dossier is een juiste beoordeling eigenlijk onmogelijk.
Advies : 1a. Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden, in zoverre het verwijst naar het bezwaarschrift, ingediend door het GHC. 1b. Deze opmerking wordt bijgetreden. 2. Het advies omtrent de bijlagen 3, 7, 8 wordt niet bijgetreden, het advies omtrent bijlage 9 wordt wel bijgetreden.3. Dit advies wordt bijgetreden wat betreft het ontginningsgebied op de Mechelse Heide en de kleine ontginningsgebieden.Het wordt niet bijgetreden voor het L-vormige gebied, en de dienstverleningsgebieden aan weerszijden van de E 314. 4. De bemerkingen in verband met het openbaar onderzoek en de ontbrekende documenten worden bijgetreden. Argumentatie : 1a en b : zie het eigen advies van de commissie 2. De Bestendige Deputatie verbindt een aantal voorwaarden aan het gunstig advies voor de wijziging naar NO-gebied van de zogenaamde Boertienlocaties en in het winterbed van de Maas te Heppeneert en Elerweert.De streekcommissie onderschrijft deze voorwaarden, doch vindt deze nog onvoldoende omdat er geen sprake is van een vergoeding voor de landbouwers die in deze gebieden eigendommen hebben of pachten. De wijziging in natuurontwikkelingsgebied heeft immers zware gevolgen voor de bedrijfsvoering, zonder dat hier enige vergoeding is voorzien. 3. zie het eigen advies van de commissie.4. zie de algemene bemerkingen van de commissie in verband met de gevolgde procedure. III Advies over de adviezen van de betrokken gemeenteraden. 3.1. Advies van de gemeenteraad van Dilsen-Stokkem van 20 november 2000.
De gemeenteraad brengt een ongunstig advies uit over de gewestplanwijziging, gebaseerd op volgende overwegingen : - Uit de motivering van de gewestplanwijziging blijkt dat deze gekaderd dient te worden in de realisatie van de "Levende Grensmaas"; - Dat volgende ingrepen worden voorzien : - Bijlage 6 : - opwaartse aantakking van de plas via nevengeul; - afwaartse aantakking van de plas; - Ingrepen op de zomeroever met gedeeltelijke oeverafgraving; - Bijlage 5 : - Idem - Bijlage 3 : - Oeverafgraving; - met als streefbeeld zone voor stroomdal-graslanden; - zone voor beheersovereenkomsten in Eler- en Catharinaweerd en - moerasontwikkeling in de oude stroomgeul langs Heppeneert en de Zanderbeekvallei; a) In het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2000 wordt op generlei wijze rekening gehouden met een mogelijke bedreiging van de veiligheid ingevolge de realisatie van de opties opgenomen in het project "Levende Grensmaas" waarop de herziening van het gewestplan is gebaseerd.De realisaties van de opties, weerhouden in het kader van de "Levende Grensmaas" brengt ingrepen met zich mee op huidige waterkeringen waardoor de veiligheid van het achterliggende gebied in het gedrang kan komen. b) Naar aanleiding van de grote Maasoverstromingen in het verleden werd de optie genomen om over te gaan tot een versteviging van de zomer-en winterdijken ter beveiliging van de achterliggende gebieden. In het kader van de "levende Grensmaas" wordt overgegaan tot een gedeeltelijke verwijdering van deze verstevigingen. In het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2000 wordt op geen enkele wijze aangetoond dat het verwijderen van de oeververdedigingen geen veiligheidsrisico's inhouden. Van deze risico's wordt geen melding gemaakt in het besluit noch van een risico-analyse bij Maasoverstromingen. In het voornoemd besluit wordt op generlei wijze melding gemaakt van de intenties en/of plannen die zouden bestaan bij de Nederlandse overheid in het kader van de realisatie van een Grensmaas op Nederlands grondgebied; dat deze intenties en/of plannen mogelijkerwijze hun consequenties hebben aangaande veiligheid op het Belgische grondgebied. c) In het besluit van de Vlaamse regering worden op generlei wijze motieven aangedragen om een omzetting van agrarisch gebied met landschappelijke waarden in agrarisch gebied met ecologische waarden en/of natuurgebied te rechtvaardigen.Een omzetting in AGEB en/of natuurgebied dient logischerwijze gesteund te worden op een meerwaarde die deze omzetting met zich meebrengt. De zones die gevat zijn in de gewestplanherziening zijn momenteel ingevuld als agrarisch gebied met ecologisch belang en/of landschappelijke waarde. De huidige bestemming houdt garanties in m.b.t. het natuurbehoud. In het besluit van de Vlaamse regering wordt op generlei wijze aangetoond dat er geen nadelige neveneffecten te verwachten zijn voor de aanpalende eigendommen. d) Vermits de gewestplanwijziging kadert in de realisatie van het project van de levende grensmaas zal er worden overgegaan tot een wijziging van de stroomdynaniek van de Maas (instroomgeulen, afvoergeulen, weerdverlagingen, wegnemen oeververdediging.). Deze wijziging van de stroomdynamiek kan tal van neveneffecten met zich brengen zoals uitspoelingen, afzettingen, effecten op de grondwaterspiegel,...; e) Door de gewestplanwijziging worden een aantal beperkingen opgelegd m.b.t. het gebruik van landbouwgronden. De landbouwbedrijven dienen te beschikken over voldoende ruim landbouwareaal om een economisch rendabele activiteit te kunnen uitoefenen; bij een gewestplanwijziging dient geenszins de belangen van de landbouw als sector geschaad te worden. Bij de omzetting van landbouwgebieden in andere bestemmingen, al dan niet met gebruiksbeperkingen voor de landbouwsector, dient de nodige omzichtigheid in acht genomen te worden. Bij deze omzetting mag worden aangenomen dat verschillende alternatieven ten opzichte van elkaar worden afgewogen. Dit blijkt nergens uit het besluit van de Vlaamse regering. f) Het is wenselijk dat de toekomstige gewestplanwijzigingen in overeenstemming zijn of dienen te zijn met de herinrichtingsplannen van het grindherstructureringscomité. Advies : Deze argumenten worden bijgetreden.
Argumentatie : zie het eigen advies van de streekcommissie 3.2. Advies van de gemeenteraad van Kinrooi van 16 oktober 2000 : De gemeenteraad brengt een ongunstig advies uit, gemotiveerd als volgt : "overwegende dat de structuurvisie Ophoven-Kessenich en de daarbij horende afgeleide bestemmingskaart "toeristisch-recreatieve visie" t.o.v. deze gewestplanwijziging een aantal 'afwijkende' bestemmingen weergeeft; overwegende dat de gemeente op basis van de principes van de reeds goedgekeurde 'toeristisch-recreatieve visie' Ophoven-Kessenich en de daarbij horende bestemmingskaart volgende opmerkingen wenst te formuleren : a) Boterakker (deelgebied landbouw) : omwille van economische redenen moeten de nieuwe landbouwgebieden in de toekomst zeker winterwatervrij komen te liggen.De huidige nabestemmingsplannen voorzien dit. b) Plas II moet zeker recreatiegebied blijven, aangezien dit de geplande locatie is voor een zeildriehoek.Dit sluit niet uit dat er geen ruimte meer blijft voor natuurontwikkeling. c) Plas III-Kollengreend-Landtong Deben : het verbindingsgebied tussen het Vijverbroek en de Maas - in functie van natuurontwikkeling - is een pluspunt.Toch vindt de gemeente dat passief recreatief medegebruik van Plas III-Kollengreend-Landtong Deben in de toekomst mogelijk moet blijven. Zo is deze plas uitermate geschikt als uitwijkmogelijkheid indien er zeilwedstrijden worden gehouden op Plas II. De gemeente wenst ook op plas III een klein vissershaventje (groeperen van de bootjes op één locatie) te realiseren ter hoogte van de oude kantoren Dragrasa. Eveneens moet de mogelijkheid blijven bestaan dat voetgangers, rolstoelgebruikers en fietsers vanuit Kessenich-Dorp langsheen deze plas de Maas kunnen bereiken. d) Vijverbroek : ook voor dit gebied is het noodzakelijk dat passief recreatief medegebruik moet mogelijk blijven, aangezien dit gebied vlak bij een woonkern is gelegen.e) Alle landbouwgronden en gronden van ecologisch waardevol agrarisch gebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied moeten behouden blijven, zoals ze op dit moment zijn ingekleurd op het gewestplan. Deze mogen niet in reservaat omgezet worden. f) Thans worden zones ingekleurd in natuurgebied die niet voorzien zijn in het beheersplan Vijverbroek.Eveneens moet bij de afbakening van dit natuurgebied opgemerkt worden dat één of twee vergunde woningen in de Vijverbroekstraat met huisnummers 5 en 6 nu blijkbaar volledig in het natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat liggen, wat absoluut onaandvaardbaar is. Ter voorkoming van iedere conflictsituatie wordt daarom gepleit voor een minimum afstand van 300 meter.
Advies : a) b) c) : dit advies wordt bijgetreden.d) dit advies wordt niet bijgetreden e) dit advies wordt niet bijgetreden.f) dit advies wordt gedeeltelijk bijgetreden, wat betreft de woning in het natuurgebied. Argumentatie : a) b) c) zie het eigen advies van de streekcommissie.d) De voorziene zone reservaatgebied sluit aan bij een reeds bestaand natuurreservaat.e) De voorziene zones sluiten aan bij het bestaande natuurreservaat.f) Het zou gaan om slechts één woning, met name deze gelegen Vijverbroekstraat 6.Deze is nu gelegen in agrarisch gebied met ecologisch belang. De commissie adviseert deze woning op te nemen in de juiste juridische context. Dit kan het best gebeuren op gemeentelijk niveau. 2.3. Advies van de gemeenteraad van Maaseik van 27 november 2000.
Artikel 1. De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2000.
Artikel 2. a) De gemeenteraad ontraadt intensieve bemesting in de gebieden Klauwenhof en Heppeneert.De gemeenteraad beveelt eveneens aan dat in de betrokken gebieden geen landbouwwerken, noch maïsteelt zouden worden toegepast die gepaard gaan met intensieve bemesting. De gemeenteraad adviseert de voorliggende gewestplanwijziging negatief voor de gebieden Klauwenhof en Heppeneert. De gemeenteraad baseert zich daarvoor op de adviezen van de stedelijke landbouwraad en de stedelijke milieuraad. De gemeenteraad betreurt eveneens dat de vergoedingen voor de getroffen landbouwers bij nulbemesting beperkt worden tot 13 000 fr. per ha. b) De gemeenteraad vraagt aan de Vlaamse regering om de gewestplanwijzigingen van de motorcrosskuil te Waterloos-Neeroeteren-Maaseik eveneens op te nemen.c) De gemeenteraad vraagt de Vlaamse regering de gewestplanwijziging voor de zone de Leemhoek eveneens in de gewestplanwijziging op te nemen. Artikel 3. Nogmaals te vragen en aan te dringen dat het gebied zoals cartografisch aangeduid op de stafkaart aangehecht aan het uittreksel van dit besluit naar bestemming toe zou omgevormd worden naar een gebied stedelijke functies of een woongebied.
Advies : a) dit advies wordt bijgetreden wat de bestemmingswijzigingen betreft te Heppeneert en Klauwenhof.b) en c) : deze gebieden liggen buiten het plangebied. Argumentatie a) zie het eigen advies van de streekcommissie.Het ontraden van intensieve bemesting en maïsteelt kan juridisch niet worden opgenomen in de voorschriften van een gewestplan. 2.4. De gemeenteraden van Maasmechelen en Lanaken hebben geen advies uitgebracht, zodat dit geacht wordt gunstig te zijn.
IV bezwaarschriften Er werden 387 bezwaarschriften ingediend, waarvan 3 laattijdige.
Deze werden ondertekend door 535 personen.
De laattijdige bezwaarschriften werden niet behandeld.
De bezwaarschriften worden ingedeeld als volgt : 1. Algemene bezwaren : 1.1. Procedure 1.1.1. bezwaren in verband met het openbaar onderzoek : 1.1.2. bezwaren tegen de wijze waarop de wijziging is tot stand gekomen 2. Ten gronde 2.1. Ondersteunende bezwaarschriften (ten voordele van de gewestplanwijziging) 2.2. Bezwaarschriften 1. Algemeen De hierna vermelde argumenten komen voor in diverse bezwaarschriften. Deze argumenten worden slechts éénmaal vermeld en beantwoord, met daarbij de verwijzing naar een bezwaarschrift waarin dit argument voorkomt. Indien nodig wordt er verder naar verwezen. 1.1. Procedure 1.1.1. openbaar onderzoek a) volledig ontwerpplan moet ter inzage liggen : dwz ganse dossier evenals al de stukken waarnaar verwezen wordt : intentieverklaring voor een grensoverschrijdend overlegkader inzake structuur en inrichting van de grensmaasvallei, het RSV, de bepalingen van het grinddecreet, een grensoverschrijdende ontwikkelingsvisie;het Grensmaasproject; het project Levende Grensmaas, het BPA "uitbreiding Mechelse Heide-zuid", het MER "zandontginning Mechelse Heide door SCR Sibelco" (nr. 358); b) Noch het gemeentebestuur van Lanaken, noch van Maasmechelen, noch IML zijn in het bezit van de vermelde MER, of kunnen achterhalen waar deze te vinden zijn (nr.97); c) Toerisme Limburg betreurt het feit dat de gewestplanwijziging niet werd doorgevoerd volgens de nieuwe wetgeving ruimtelijke ordening zoals deze van toepassing is sedert 1 mei 2000. De vigerende wetgeving laat toe ruimtelijke uitvoeringsplannen te ontwikkelen waarin een juridisch kader geschapen wordt voor het beheer en de inrichting van het gebied (nr. 28); d) In het besluit van de Vlaamse Regering is er onvolledigheid : in alinea 12 wordt geschreven : "gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 25 september 1997 in verband met de voorstellen tot wijziging van het gewestplan Limburgs Maasland.". Er wordt niet vermeld om welke gemeente het hier gaat (97); advies a) dit bezwaar wordt bijgetreden b) c) de commissie neemt kennis van deze vaststellingen d) dit bezwaar wordt bijgetreden. Argumentatie a) zie het eigen advies van de streekcommissie b) c) dit zijn geen juridische of ruimtelijke argumenten.d) zie het eigen advies van de streekcommissie. 1.1.2. bezwaren tegen wijze waarop de wijziging is tot stand gekomen : a) In het besluit van de Vlaamse Regering wordt herhaaldelijk geargumenteerd dat de concrete wijziging nodig is in functie van de realisatie van het Grensmaasproject.De landbouwstudie is pas gestart en de resultaten ervan zullen pas bekend zijn als de procedure voor de gewestplanwijziging is afgehandeld. Indien uit deze studie zou blijken dat het project niet te realiseren is, zullen de landbouwers hun gronden reeds kwijt zijn. (A2) b) Het advies van de administratie land- en tuinbouw werd pas gevraagd op donderdagavond, 27 april 2000, terwijl het voorstel tot gewestplanwijziging op 28 april 2000 reeds door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd.(A2) c) het Structuurplan Vlaanderen dient haar bindende bepalingen nog uit te voeren, met onder meer de afbakening van de natuurlijke en agrarische structuren.Het is dan ook logisch een standstil te hanteren tot deze gebieden zijn afgebakend, in plaats van nog snel een groot aantal sluipende veranderingen door te voeren. (A2) d) gewestplanwijziging moet de laatste stap zijn die de uitvoering van een weloverwogen en welomschreven project op het terrein mogelijk moet maken.Op dit ogenblik is het grensmaasproject nog in studie.
Volgende stappen moeten aan deze wijziging voorafgaan : - voorgestelde plannen moeten aan een openbaar onderzoek worden onderworpen; - er moet een MER-rapport worden opgesteld om alle gevolgen van de ingrepen in kaart te brengen. Hierbij moet rekening worden gehouden met wijzigingen of vertragingen van het Nederlandse project. - Ook moet worden gekeken naar alternatieven om de natuurwaarde van de uiterwaarden te vergroten. (niet alleen ooibossen) - kosten- en batenanalyse : kosten vergelijken met de baten voor de natuur. Er bestaan immers ook nog andere maatschappelijke noden en de juiste prioriteiten moeten worden gesteld. (115) Advies : a) dit argument wordt bijgetreden.b) c) d) de commissie neemt kennis van deze bemerkingen. Argumentatie a) zie het eigen advies van de streekcommissie.b) het is raadzaam het advies van de administratie land- en tuinbouw te vragen omtrent gewestplanwijzigingen die gevolgen hebben voor de landbouwsector, doch dit is geen verplichting. 2. Ten gronde : 2.1. Ondersteunende bezwaarschriften, met argumentatie en opmerkingen. 2.1.1. Type D (13 identieke bezwaarschriften). a) Het is bijzonder spijtig dat de inherzieningstelling zich voor het grootste gedeelte beperkt tot de Maasvallei. Een aantal, zelfs internationaal, belangrijke gebieden werden niet in de herzieningstelling betrokken. (nr. 132 e.a.) b) De unieke uiterwaarden te Elen Heppeneert, die echter de laatste jaren zwaar te lijden hebben gehad van de intensieve landbouw die gepaard gaat met overbemesting en het scheuren van graslanden dienen beschermd te worden. De wetgeving op de habitatrichtlijngebieden en het gewestplan bieden hiervoor een instrument. De uitbreiding van het natuurgebied in dit deelgebied moet er komen, ook de omzetting van LWAG naar AGEB is een meerwaarde. Voor kleinschalige landbouw met weinig impact op de ecologische waarden is er steeds plaats. Het geleden inkomensverlies kan ondersteund worden door beheerscontracten die bij de VLM kunnen verkregen worden. c) De uiterwaarden moeten internationaal beschermd worden, dit zal in combinatie met het levende grensmaasproject een ecologische meerwaarde kunnen teweegbrengen met een internationale uitstraling, die ongetwijfeld een positief effect zal hebben op de tewerkstelling in de Euregio (toerisme) Advies a) de commissie neemt kennis van deze vraag b) en c) de commissie neemt kennis van deze zienswijze Argumentatie a) De gevraagde bijkomende opname van natuurgebieden valt buiten dit plangebied.b) c) kleinschalige landbouw en beheerscontracten bij de VLM bieden onvoldoende compensatie voor de schade die de landbouw zal ondervinden bij deze gewestplanwijziging. 2.1.2. Individuele bezwaarschriften. a) - Algemeen (nr.122, 124) In grote lijnen kunnen de voorstellen tot wijziging ondersteund worden.
Een groot aantal natuurgebieden zijn niet in deze inherzieningstelling opgenomen, zoals het Stamprooierbroek e.a.
De Vlaamse regering geeft geen nadere invulling aan een gepaste bestemming voor de habitatgebieden, in het kader van de Habitatrichtlijn; sommige Habitatgebieden zijn zo ruim afgebakend, dat delen kunnen worden opgenomen in natuurverwevingsgebied : een gewestplanwijziging is daarom niet altijd noodzakelijk. Voor het gewestplan Maasland handelt het om de vier volgende gebieden : habitatgebied nr. 33 : "Abeek met aanliggende moerasgebieden", nr. 34 :"Itterbeek met Brand, Jagersborg en Schotsheide", nr. 36 :" uiterwaarden langs de Limburgse Maas en Vijverbroek (noordelijk deel", nr. 37" idem 36, zuidelijk deel.
Er werd vrijwel geen rekening gehouden met de speciale beschermingszones in het kader van de Vogelrichtlijn, in het bijzonder de perimeter van vogelrichtlijngebied : »Hamonterheide, Hageven, Buitenheide, Stamprooierbroek en Mariahof".
Binnen het gewestplan Maasland zijn veel gebieden waar de bestemming achterhaald is. Grote delen van belangrijke natuurgebieden zijn nog steeds ingetekend als agrarisch gebied of een andere niet aangepaste bestemming. Een volledige correctie van de achterhaalde bestemmingen kan een belangrijke bijdrage leveren tot de realisatie van de ruimteboekhouding en van de oppervlaktedoelstellingen die in de bindende bepalingen van het RSV zijn opgenomen.
Conclusie : Deze inherzieningstelling is een gemiste kans om het Vlaams regeerakkoord op het volgende punt in te vullen : "Het RSV, dat voorziet in 10 000 ha ecologisch verantwoorde bosuitbreiding en 38.000 ha extra natuurgebied, en het decreet natuurbehoud, worden volledig gerealiseerd. Deze doelstellingen moeten worden geconcretiseerd via groene gewestplanwijzigingen en via uitvoering van natuurrichtplannen. » b) - Aandachtspunt inzake de mestwetgeving : Deze wetgeving wordt vaak als argument gebruikt tegen eventuele groene gewestplanwijzigingen.Zowel de aanduiding als natuurgebied en agrarisch gebied met ecologisch belang kennen geen rechtstreekse gevolgen op het vlak van bemesting. Er is een bijkomende beslissing nodig van de Vlaamse Regering in verband met de groenlaag.
Op intensieve graslanden en akkers binnen agrarisch gebied met ecologisch belang zijn altijd de algemene bemestingsnormen van toepassing. c) - Het is spijtig dat de inherzienstelling voor het grootste gedeelte beperkt is tot de Maasvallei : een aantal belangrijke gebieden werden niet betrokken bij deze wijziging.(o.a. De T"sch te Maaseik) (nr. 162, 168) d) - natuurliefhebber ondersteunt de "groene" gewestplanwijziging : toch nog enkele tekortkomingen (143) * groene bestemming aan de oevers van de Zanderbeek, zone Elerweert-Heppeneert is niet breed genoeg om de invloed van de intensief bemeste landbouwpercelen teniet te kunnen doen.Daarom wordt voorgesteld de volledige noordelijke zone van het geklasseerd landschap uiterwaarden Heppeneert te veranderen in natuurgebied, deze zone strekt zich uit tot aan de Maasbrug te Maaseik met inbegrip van de Labaerdijk. Het stukje Zanderbeek, net buiten de winterdijk, dat nu een agrarische nabestemming heeft gekregen, dient te worden omgezet in natuurgebied. (183) * Voor het deel Elerweert-Heppeneert moet de geplande natuurzone langs de Maas liefst nog 100 m breder worden. * Ter compensatie voor de landbouwers van de Elerweert en Heppeneert wordt voorgesteld de geplande recreatiezone net stroomopwaarts van de Maasbrug te Maaseik, om te zetten in agrarisch gebied. Meer bepaald omdat er reeds voldoende recreatiegebieden zijn ten noorden van Maaseik. e) - De wijzigingen voor de uiterwaarden te Heppeneert-Elen worden ondersteund om volgende redenen : (144) * Momenteel biologisch waardevol terrein omwille van aanwezigheid van een aantal Hp*-weilanden en begraasde Hu-vegetaties; * Sluit aan bij bestemming natuurgebied op het gewestplan; * Noordelijk deel is beschermd als landschap; * Vergunningsplicht vegetatiewijziging wordt van toepassing; * Beheersovereenkomsten op basis van artikel 46 van het decreet natuurbehoud worden mogelijk; * Geen rechtstreekse gevolgen op gebied van bemesting; * Deels of volledig gelegen binnen habitatgebied nr. 37 of de uitbreidingsperimeter ervan; f) - ondersteunend bezwaarschrift voor de wijziging "Vijverbroek", Kinrooi, waarin ook een waardevol natuurgebied is gesitueerd.(177) * De omzetting van LWAG naar natuurgebied voor het meest westelijke deel is bijzonder belangrijk omwille van de hoge natuurpotenties; * De omzetting van AGEB naar natuurreservaat voor het zuidwestelijk deel wordt ondersteund, op één punt na :de aanwezigheid van een woonhuis : waarschijnlijk betreft het hier een afbakeningsfout; * De omzetting van AGEB naar natuurreservaat voor het zuidwestelijk gedeelte wordt eveneens ondersteund : op één perceel na is er geen landbouwgebruik meer aanwezig. * Omzetting van AGEB naar natuurreservaat voor het oostelijk deel (omgeving camping) wordt ondersteund omwille van het waardevol terrein, het ligt volledig binnen de perimeter van de rangschikking als landschap enz. * Omzetting van agrarisch gebied en LWAG naar AGEB,(verbindingszone Vijverbroek - Boterakker) is een belangrijke verbetering doch onvoldoende. Om de drie natuurreservaten, Vijverbroek, Koningsteen, Kollegreend met elkaar te kunnen verbinden is intekening van deze zone als NO aangewezen. g) - zone Bichterweert : De zone rond de grindplas wordt NO-gebied, er dient echter op gewaakt dat hier geen bouwwerken van welke aard dan ook komen (ook niet ten voordele van de zachte recreatie : het gebied kan gerust een visserszone worden, doch hiervoor zijn geen extra wegen of parkings nodig.) (183) f) - wat betreft Maaseik : er is een recreatiezone net stroomopwaarts van de Maasbrug te Maaseik (terreinen Dragretra) gecreëerd.In deze zone zo dicht bij de Maas zou niet gebouwd mogen worden. Beter wordt hier agrarische zone voorzien ter compensatie van de verloren agrarische gronden in de uiterwaarden Heppeneert-Elen.
Advies a) de genoemde gebieden vallen buiten het plangebied.b) de commissie neemt kennis van deze vaststelling.c) dit gebied valt buiten het plangebied.d) dit bezwaar wordt niet bijgetreden.e) De commissie neemt kennis van deze argumentatie f) De commissie neemt kennis van deze argumentatie g) De commissie neemt kennis van deze bemerking h) Dit bezwaar wordt gedeeltelijk bijgetreden. Argumentatie d) de door de bezwaarindieners gevraagde uitbreiding zou nog meer ten nadele van de landbouwsector zijn.De commissie is van oordeel dat geen bijkomend natuurgebied kan voorzien worden zonder compensatie voor de landbouw. h) de commissie gaat akkoord met de stelling dat hier geen ontginningsgebied mag voorzien worden.De huidige bestemming, bufferzone, moet behouden blijven. 2.2. Bezwaarschriften 2.2.0. Algemene bemerkingen Individuele bezwaarschriften, met meerdere dezelfde argumenten - geen kennis kunnen nemen van gedetailleerde en definitieve plannen voor het grensmaasproject, daarom verzet tegen de gewestplanwijziging;
Nrs. 70, 103, 117, 156, 172, 173, 336, 337, 345; - geen MER-rapport, geen grensoverschrijdend plan (enkel nietszeggende infofolder), geen veiligheidsonderzoek, geen grondwaterstudie, geen landbouwstudie, geen onderzoek van de bestaande cultuurhistorische waarde die vernietigd wordt door het grensmaasproject enz. - risico's voor de dorpen langs de Maas bij eventuele grote overstromingen;
Nrs. 344, 371, 70, 108, 109, 110, 112, 172, 173; - herstellingswerken aan de Maasoevers konden tot hiertoe vrij worden uitgevoerd. Bij een bestemmingswijziging naar natuur kan de beherende natuurvereniging deze werkzaamheden vertragen of beletten.
Nrs. 70, 103, 173, - afkalvende oevers zijn een doel op zich in het grensmaasproject.
Door het niet-uitvoeren van noodzakelijke onderhoudswerken komt op termijn de veiligheid van de aangrenzende bewoning en maasdorpen in het gedrang.
Nr. 173 - op 27 april is in de vooravond de administratie land- en tuinbouw van het Vlaams Ministerie van landbouw op de hoogte gebracht van de beslissing die 's anderendaags 28 april 2000 door de Vlaamse regering met betrekking tot dit onderwerp gewestplanwijziging is genomen. Elk advies of inspraak was onmogelijk. - Er is over het grensmaasproject geen tijdige en open informatie gevoerd, bovendien blijken de plannen op dit ogenblik volstrekt onvolledig, onduidelijk en onzeker. - Aminal-natuur heeft in een contact met landbouwers op 12 september in Hasselt op hun dienst toegeven dat de gewestplanwijziging voor het maasland in het kader van het grensmaasproject een simpele compensatie is voor de Sibelco-ontgrinding op het Kempisch plateau. Een compensatie door Aminal-natuur gevraagd die zonder enig overweging en afweging is toegegeven door de Vlaamse regering bij gebrek aan tegenstand vanuit landbouw. Landbouw was echter over deze affaire niet geïnformeerd.
Nrs. 95, 104, 379; - deze gewestplanwijziging kwam tot stand om een oplossing te bieden aan het probleem van de grindherstructering. Binnen het grindherstructureringscomité, waarin o.a. de Maaslandse gemeenten vertegenwoordigd zijn, vond men dat deze gewestplanwijziging dan ook beperkt moest blijven tot de locaties waar effectief ontgrind is;
Nrs. 103, 104, 379 - Het RSV dient haar bindende bepalingen nog uit te voeren, met onder meer de afbakening van de natuurlijke en agrarische structuren.
Een standstil was dan ook meer aangewezen;
Nrs. 103, 104, 379 - Langs en op de boorden van de Maas kan men nu zonder beperkingen wandelen, fietsen, enz.. Als de gewestplanwijziging wordt doorgevoerd worden deze vrijheden beperkt door de beherende natuurvereniging.
Nrs. 103, 108, 109, 110, 112, 344 - twee derden van de vroegere Maasuiterwaarden zijn ontgrind waarbij hoofdzakelijk grindplassen met een recreatieve of natuurfunctie overblijven. In de huidige situatie hebben de bestaande uiterwaarden een multifunctioneel karakter waarbij reeds voldoende evenwicht is naar natuur en recreatie. Door een verdergaande natuurontwikkeling van de resterende uiterwaarden door een gewestplanwijziging wordt dit evenwicht verbroken en gaat de cultuurhistorische waarde, zijnde landbouw waar de maasdorpen hun oorsprong in vinden, definitief verloren.
Nr. 156 - De historische oeververdediging daterend van begin jaren 1800 gemaakt uit blauwe breuksteen van het Luikse gaat verloren. Dit is een belangrijk cultuurhistorisch patrimonium van het maasland dat definitief wordt vernietigd.
Nr. 156 - wie ruimt de uiterwaarden op na overstromingen als de landbouwers, vissers en jagers uit het gebied worden geweerd ? Nrs. 103, 108, 109, 110, 112, 116, 156, 173 - In de natuurgebieden staan veel spontaan ontwikkelde ooibossen ingetekend. Deze hebben een sterk stroomremmend effect bij overstromingen waardoor de huidige snelle doorstroming wordt belemmerd en plaatselijke hogere waterstanden kunnen voorkomen. Dit betekent een nieuwe overstromingsbedreiging voor de bestaande maasdorpen. - Door de creatie van nevengeulen en het wegnemen van de oeververdediging zal de Maas een nieuwe loop nemen. Nederland zal groter en Vlaanderen kleiner worden. - Er bestaat geen beslissing over de volgorde van de ingrepen.
Daardoor kunnen op willekeurige plaatsen ingrepen gebeuren die het overstromingsgevaar vergroten. Zolang de Maasbrug te Maaseik, de stroomremmer bij uitstek niet is gewijzigd is elke ingreep gevaarlijk en dus de gewestplanwijziging voorbarig.
Nrs. 103, 108, 109, 110, 112 - Nederland komt 2 miljard fr. te kort om hun grensmaasproject uit te voeren, waardoor het project geblokkeerd is. In Vlaanderen ontbreekt een globaal financieel plan evenals de goedkeuring van de noodzakelijke budgetten.
Nrs. 104, 156, 372 - als de Maas, na het groen inkleuren van haar uiterwaarden haar loop vrij mag kiezen worden de oude afgedekte huisvuilstortplaatsen opnieuw blootgelegd, wie ruimt dit op ? Nrs. 108, 109, 110, 112, 379, 344 - In het kader van het grensmaasproject start deze maand een landbouwstudie waarvan de resultaten pas tegen augustus volgend jaar zullen bekend zijn. De gewestplanwijziging is dan definitief geworden en de landbouwers zijn hun gronden reeds kwijt;
Nr. 116 - de bestemmingswijzigingen van de maasuiterwaarden zijn een aanslag op de historische, maatschappelijke en natuurlijke rol van de uiterwaarden. Het is laakbaar dat zonder enige compensatie talrijke landbouwbedrijven bedrijfseconomisch waardeloos dreigen te worden.
Nr. 117 - voor de landbouwers is het een ramp in de ganse streek : het is overal natuurgebied, waterwinninggebied, nitraatgebied, vogeltrekgebied enz. De bemestingsnormen worden op nul gebracht waardoor de boerderij waardeloos wordt;
Nrs. 117, 174 - door het ontstaan van ooibossen, netels en distels langs de Maasoevers verliezen we het zicht op de Maas en krijgt de Maas een onnatuurlijk uitzicht. - de waarde van de grond wordt gehalveerd en er is geen planschade voorzien; - Het is te vroeg voor een gewestplanwijziging : er zijn nog studies bezig, er is nog niets definitief beslist, ook niet omtrent planschade voor de boeren die hun land eigenlijk zo goed als verliezen. Op bepaalde plaatsen zijn de wijzigingen ook gepland zonder rekening te houden met plaatselijke situaties (vb. Klauwenhof in Aldeneik verdwijnt helemaal in het groen). Daarom eerst alle gevolgen van de studies bij elkaar leggen, ook de financiële gevolgen van het project : van 900 ha landbouwgrond blijft maar de helft over.
Nr. 118 - Er moet rekening gehouden worden met de mensen die van hun grond afhankelijk zijn voor hun levensonderhoud : deze moeten ruimschoots vergoed worden voor hun verlies ( zie Nederland 1 ha landbouwgrond omzetten in groen kost daar gemiddeld 2 miljoen BEF) Nr. 166 - de zeer vruchtbare leemgronden langs de Maas worden uitgebaat door de aangrenzende veeteeltbedrijven : zowel de voeding als de mestverwerking van de runderen komt zodanig in het gedrang dat velen genoodzaakt zullen worden hun bedrijf te stoppen. Daarom maximaal behoud van de landbouwgronden gevraagd.
Nrs. 169, 173 -- De mogelijkheid tot aanduiding van bepaalde biologische waardevolle graslandtypes tot nulbemesting werd niet aangeduid.
Nr. 169 - er is geen overleg geweest met de Maasbewoners; - er is geen planschade voorzien voor de boeren die worden verdreven; - toekomstbeeld van de Maaskant : onverzorgde en niet onderhouden oppervlakten waarin dieren rondlopen die er niet uitzien ? - ongunstig advies over de vorming van natuurgebieden over een grote lengte van de Maasoever : * - gevolgen van de ingrepen (verwijdering van de oeverversterkingen en creatie van nevengeulen) zijn onvoldoende gekend; dit betreft zowel het erosie- en depositogedrag van de Maas als het grondwaterniveau in de uiterwaarden en mogelijk nog verder weg. * - het is gevaarlijk nu reeds werken uit te voeren aan Belgische zijde terwijl er nog onzekerheid is over de realisatie van de ingrepen aan Nederlandse zijde. * - er wordt te weinig rekening gehouden met de wensen van de Maaslanders voor de nabestemming van de grindgebieden en voor de inrichting van het Maasdal. * - de nevengeulen en stroomverbreding in het traject Dilsen-Stokkem zijn niet nodig om de veiligheid van de bewoners van het maasland te verhogen. * - De Nederlandse Commissie Boertien heeft niet aangegeven dat in dit traject ingrepen langs Belgische zijde van de Maas wenselijk zijn om de veiligheid in Nederland te vergroten. * - geen kostenbaten analyse : zijn er maatschappelijke baten van deze ingrepen langs de Maas en wegen die op tegen de kosten ? * - er is geen MER opgesteld voor deze grootschalige ingrepen.
Mogelijk zou uit een dergelijke studie kunnen blijken dat middels kleinschalige ingrepen de natuurwaarde van de Maasuiterwaarden even goed kan worden verhoogd tegen een veel lagere kostprijs;
Nr. 27 - veiligheid van de bewoners i.v.m. overstromingen : er zijn geen voldoende onderzoeken uitgevoerd naar de veiligheid van de bewoners. Hoe breder men de bedding maakt, des te meer water en de Maasbrug blijft een trechter die het peil van het water stroomopwaarts doet stijgen. Bovendien is het een feit dat hoe breder de bedding is, de Maas de neiging gaat vertonen rechtdoor te stromen vanaf Bichterweerd (Rotem) via de Elerweert richting Maaseik, zodat de kracht van het water des te groter is.
Eerst dient werk gemaakt te worden van stevige goed onderhouden dijken, die een optimale veiligheid bieden aan de bewoners, zoniet kost het die bewoners veel geld en menselijk leed. - het esthetisch oogpunt : de bevolking en de toeristen zien liever een mooi weiland met grazende koeien dan een maanlandschap met distels en netels. Langs de Maasboorden zijn steeds vruchtbare weilanden geweest.
Het laten begrazen van natuurgebieden door wilde paarden en runderen is niet altijd opportuun naar veiligheid toe en het verspreiden van besmettelijke ziektes, met alle gevolgen vandien voor de inheemse veestapel. - Het zou beter zijn de reeds jaren voorziene projecten uit te voeren en de bestaande goed te onderhouden. Zo zijn, zeven jaar na de overstroming van 93, de nodige plannen nog niet getekend voor de doorsteek van de Zanderbeek onder de Heppersteenweg te Maaseik. - de veiligheid van de bewoners moet primeren boven de dromen van fantasten. - De grindplassen hebben reeds veel schade toegebracht aan het Maaslandschap en waardevolle landbouwgrond doen verloren gaan Nr. 27 Advies Deze bezwaren worden bijgetreden;
Argumentatie - Voor de bezwaren die betrekking hebben op het openbaar onderzoek, zie het eigen advies van de streekcommissie. - Voor de bezwaren die betrekking hebben op de gevolgen voor de landbouw, zie het eigen advies van de streekcommissie bijlage nrs. 2.3 en 2.7 - Voor de argumenten in verband met de veiligheid en het overstromingsgevaar treedt de commissie het standpunt bij dat eerst de nodige onderzoeken moeten gebeuren, zoals geadviseerd door de Bestendige Deputatie. Er moet evenwel rekening gehouden worden met het feit dat de geplande werken enkel voorzien zijn binnen het winterbed van de Maas. - Ten slotte wordt nog gewezen op het standpunt van de Commissie dat de gronden, nodig voor het uitvoeren van de werken in het kader van het Grensmaasproject, eerst moeten onteigend worden en pas daarna een nieuwe bestemming kan gegeven worden. 2.2.1. Bijlage 1 Kinrooi, Kessenich, Boterakker enz. 2.2.1.1 Typebezwaarschriften Type B1 en B2 : (24 identieke bezwaarschriften) (nr. 9 e.a.) - eigenaars en/of pachters van gronden gelegen te Kinrooi, Kessenich.
Wijziging van AGEB en LWAG naar natuurreservaat of natuurgebied : bezwaarindieners gaan niet akkoord omdat de waarde van de grond enorm in waarde daalt.
Vragen schadeloosstelling indien er geen aanpassingen komen.
Advies : Dit bezwaar wordt niet bijgetreden.
Argumentatie : Zie het eigen advies van de streekcommissie Type C1 : (73 identieke bezwaarschriften) (nr. 10 e.a.) - sportvissers gaan niet akkoord met wijziging naar natuurgebied en natuurontwikkeling (plassen) te Kinrooi : er is een goede samenwerking tussen de vissers en de mensen van het Limburgs Landschap, die de gronden in beheer hebben. Als de gewestplanwijziging doorgevoerd wordt, kan er niet meer gevist worden.
Advies : Dit bezwaar wordt gedeeltelijk bijgetreden.
Argumentatie Omwille van de onduidelijkheid over de recreatiemogelijkheden in NO-gebieden, vraagt de streekcommissie een stedenbouwkundig voorschrift op te maken in verband met natuurgerichte recreatie. Zie hieromtrent het eigen advies van de streekcommissie.
Type C2 : ( 9 identieke bezwaarschriften) (nr. 260 e.a.) - jagers gaan niet akkoord met wijzigingen te Kinrooi : de wijziging naar natuurgebied (idem als de vissers) en de wijziging "Vijverbroek" van AGEB naar natuurreservaat over een oppervlakte van 58 ha.
Als de gewestplanwijziging wordt doorgevoerd zullen er meerdere wildsoorten uitsterven, zoals vb. de patrijs.
Advies : De commissie neemt kennis van deze zienswijze. 2.2.1.2. Individuele bezwaarschriften.
Nr. 38 : Fam. Gorissen-Willen Vijverbroekstraat 6 3640 Kinrooi Eigendom met woning is vergund (1972) en ligt nu in AGEB en LWAG : wordt gewijzigd in natuurgebied : niet akkoord omwille van waardedaling Advies : Dit bezwaar wordt bijgetreden Argumentatie Deze woning is momenteel gelegen in AGEB. De streekcommissie heeft in haar advies aandacht gevraagd voor dit probleem. Het behoud van AGEB voor de woning alleen heeft weining zin, doch via een plan op gemeentelijk niveau moet hiervoor een oplossing worden gezocht.
Nr. 55. Suylen Leon en Nico Maasstraat 42 3640 Kinrooi a) Bezwaar tegen wijziging van AGEB en LWAG naar natuurreservaat en natuurgebied voor het gebied noordelijk aansluitend op het Kessenicherveld;b) Bezwaar tegen wijziging nabestemming "natuurontwikkeling en landbouw naar de nabestemming "natuurgebied" binnen het grindwinningsgebied; Gemotiveerd met algemene bezwaren, zoals hoger vermeld Advies : Dit bezwaar wordt niet bijgetreden Argumentatie : Zie het eigen advies van de streekcommissie.
Nr. 64. Beckers Kurt Muisvenstraat 110 3670 Meeuwen-Gruitrode Nr. 65. Smeets-Kwaspen Raamdijk 4 3640 Kinrooi Nr. 66. LV Smeets Raamdijk 5 3640 Kinrooi a) Idem nr.55 b) Bezwaar tegen wijziging agrarisch gebied, deels met LW naar AGEB, rechts van het Stokbroekhof;c) Bezwaar tegen wijziging ontginningsgebied met nabestemming agrarisch gebied naar de nabestemming LWAG; Gemotiveerd met algemene bezwaren, zoals hoger vermeld Nr. 67. Linssen Jan Raamdijk 4 3640 Kinrooi a) Idem nr.55 Gemotiveerd met algemene bezwaren, zoals hoger vermeld Nr. 77. Leo Henckens Steenpad 6 3640 Kinrooi a) idem nr.55 b) b) idem nr.66 c) Advies : Deze bezwaren worden niet bijgetreden.
Argumentatie Zie het eigen advies van de streekcommissie.
Nr. 114 : Stakenborg Maria Geistingen 101 3640 Kinrooi Inwoner Kinrooi : zuidelijk deel Boterakker wordt recreatief woonuitbreidingsgebied. (?) Als aangrenzende eigenaar niet akkoord, wegens te veel lawaaihinder van camping of vakantiedorp.
Advies : Dit bezwaar wordt niet bijgetreden.
Argumentatie : In het zuidelijk deel "Boterakker" wordt een reservegebied voor recreatie voorzien op een oppervlakte van 6 ha. Op het ontwerp-plan werd dit verkeerdelijk ingetekend als woonuitbreidingsgebied. Bij de invulling van dit gebied is hinder voor de omwonenden onvermijdelijk.
Bij het afleveren van een bouw- en/of milieuvergunning kunnen de nodige maatregelen worden opgelegd om deze hinder zoveel mogelijk te beperken.
Dit reservegebied wordt niet onmiddellijk aangesneden, doch enkel indien hiertoe de noodzaak ontstaat.
Nr. 358 : Tijdelijke vereniging Rekin, Belmagri NV, Dragrasa NV, Dragratra NV Meierstraat 12 3640 Kinrooi Inhoud a) identificatie van de percelen : Kinrooi, opgenomen op kaartblad 18/8 De NV Belmagri, Dragrasa en Dragratra, zijn eigenaars van de gronden.b) De tijdelijke vereniging REKIN werd in het leven geroepen met als maatschappelijk doel het uitvoeren van het recreatieoord Kinrooi en grindexploitatie. - het is vaste rechtspraak van de raad van state dat gedurende het openbaar onderzoek het volledig ontwerpgewestplan ter inzage dient te liggen voor de belanghebbenden in elke gemeente waarop het ontwerpgewestplan betrekking heeft, zoniet wordt artikel 11, § 2 DRO geschonden.
Dit betekent dat het ganse dossier, evenals de stukken waarnaar het ontwerpplan verwijst ter inzage moeten zijn. In casu wordt verwezen naar : intentieverklaring voor een grensoverschrijdend overlegkader inzake structuur en inrichting van de grensmaasvallei, het RSV, de bepalingen van het Grinddecreet (zonder specificatie), een grensoverschrijdende ontwikkelingsvisie, het Grensmaasproject, het project" levende grensmaas", Het BPA "uitbreiding Mechelse Heide zuid" van de gemeente Maasmechelen, het MER "zandontginning Mechelse Heide door SCR Sibelco".
Deze stukken zijn nergens ter inzage geweest, zodat bezwaarindieners verschalkt zijn in hun bezwaarrechten.
Het openbaar onderzoek is één van de meest essentiële onderdelen van de procedure tot vaststelling van een gewestplan, en is dus van substantiële aard. Het essentieel bezwaarrecht wordt dus uitgehold, nu belangrijke documenten niet ter inzage zijn. (zie ook alg. bezw.) c) -- wijziging van recreatiegebied in natuurgebied; - van AGEB naar natuurreservaat (ter hoogte van Vijverbroek); - van ontginningsgebied met nabestemming recreatie naar ontginningsgebied met nabestemming NO;
De voorziene wijzigingen brengen een verzwaring mee ten opzichte van de huidige bestemming; recreatie naar natuurgebied : het opnemen van een grond in een natuurgebied heeft voor gevolg dat een zo goed als algemeen bouwverbod geldt. In onderhavig geval betekent dit voor de voormelde vennootschappen dat zij verplicht worden de uitvoering van hun projecten inzake grindwinning te staken, met een groot inkomensverlies tot gevolg.
De bestemmingswijziging wordt bovendien niet gemotiveerd. De opgegeven motivering geldt andere locaties.
Bezwaarindieners vragen als bestemming : « ontginningsgebied met nabestemming recreatie. ». Deze bestemming laat nog grindwinning toe.
Eventueel kan het gebied ingekleurd worden als natuurgerichte recreatie.
Dit is een gebied bestemd voor natuurbehoud of natuurontwikkeling met inachtneming van de ontwikkelingsmogelijkheden voor passieve recreatie, in zoverre ze in overeenstemming te brengen is met de hoofdfunctie.
Ageb naar natuurreservaat ter hoogte van de Vijverbroek : - verzwaring ten aanzien van de oorspronkelijke bestemming;
Bezwaarindieners stellen hier voor : uitbreidingsgebied van ontginning met nabestemming natuurontwikkeling en landbouw, minstens natuurontwikkelingsgebied met tussenbestemming ontginningsgebied, of natuurgebied met tussenbestemming ontginningsgebied, aangezien in deze gebieden nog ontginning mogelijk is. De ontginningsactiviteiten die de betrokken vennootschappen op het oog hebben, zullen echter worden uitgevoerd met het oog op de natuurontwikkeling en behoud van de reeds aanwezige natuurwaarden.
Ontginningsgebied met nabestemming recreatie wordt ontginningsgebied met nabestemming NO De vennootschappen wensen het behoud van de oorspronkelijke bestemming, vermits ze daar reeds werken hebben uitgevoerd die de waterrecreatie ten goede zijn gekomen.
Advies : b) het bezwaar tegen het niet ter inzage leggen van de documenten waarnaar verwezen wordt in het besluit van de Vlaamse Regering wordt bijgetreden.c) bezwaren tegen de bestemmingswijzigingen : deze bezwaren worden niet bijgetreden, met uitzondering van de wijziging : ontginningsgebied met nabestemming recreatie naar ontginningsgebied met nabestemming NO Argumentatie : b) zie het eigen advies van de streekcommissie c) de wijziging van recreatiegebied naar natuurgebied : in het huidige gewestplan is dit gebied evenmin ingekleurd als ontginningszone.Wat de recreatie betreft heeft de commissie geadviseerd een stedenbouwkundig voorschrift op te nemen waardoor recreatie met aandacht voor de natuurwaarde of natuur met faciliteiten voor zachte recreatie.
De wijziging van AGEB naar natuurreservaat ter hoogte van Vijverbroek brengt geen verzwaring van de bestemming mee voor de grindmaatschappijen, aangezien in het bestaande gewestplan evenmin ontginningsgebied is voorzien.
Wijziging van ontginningsgebied met nabestemming recreatie : overeenkomstig het voorstel van het GHC wordt hier het behoud van de nabestemming recreatie gevraagd omwille van de investeringen die hier zijn gedaan. 2.2.2. Bijlage 2 : stad Maaseik : Herenlaak, Klauwenhof, bufferzone Aldeneik Nr. 307 : Penders-Beckers Klauwenhofweg 100 3680 Maaseik Melkveebedrijf; wordt door bezwaarindieners uitgebaat sedert 1982 34 ha wordt gewijzigd van agrarisch gebied in AGEB en 22 ha van landbouw naar natuurontwikkelingsgebied. - de 53 ha welke binnen de wijziging valt wordt door bezwaarindieners voor 99 jaar gepacht van de IML. De bedrijfsontwikkeling is afgesteld op de duur van het pachtcontract : het bedrijf wordt door deze plotse wijziging evenwel onleefbaar. De intenties van de Vlaamse overheid inzake vergoeding zijn niet bekend, zodat het hier een verdoken onteigening betreft. - het bedrijf zal geconfronteerd worden met momenteel niet van toepassing zijnde afstandsregels van Vlarem II, met alle gevolgen vandien voor de voortzetting van het bedrijf. - er zal een mestoverschot ontstaan met daarbij het betalen van een superheffing; de gemeentelijke productiedruk qua mest zal verhogen; (overige argumenten : zie algemene bezwaren) advies : deze bezwaren worden bijgetreden.
Argumentatie : De streekcommissie heeft een ongunstig advies uitgebracht over deze wijziging, omwille van de aanwezigheid van dit bedrijf, en omwille van het feit dat, volgens de huidige stand van de wetgeving, een vergoeding wegens planschade niet mogelijk is voor de bedrijfsgronden. 2.2.3. Bijlage 3 : Maaseik - Dilsen-Stokkem : Heppeneert - Elerweert, De Damiaan, De Krauw Nr. 41 : De Snoo Dirk Jan Daalweg 100 3650 Dilsen-Stokkem Nr. 42 : Houben Jan Zandstraat 18 3650 Dilsen-Stokkem Nr. 45 : Poukens Jos Schuurstraat 19 3680 Maaseik Nr. 47 : Rouschop Jos Windraak 6a 6153 AB Sittard Nr. 87 : Paumen Jean Kriekelshovenstraat 75 3680 Maaseik Nr. 88 : Paumen Andre Weertersteenweg 209 3640 Maaseik - landbouwers; - bezwaren tegen wijziging van LWAG naar AGEB in het winterbed van de Maas te Heppeneert en Elerweert; - bezwaren tegen de wijziging van AGEB en LWAH naar natuurgebied - gemotiveerd met algemene bezwaren Advies : deze bezwaren worden bijgetreden argumentatie : zie het eigen advies van de streekcommissie Nr. 48 : Gielen-Maris Ven 10 3680 Maaseik - Omzetting van 8ha landbouwgrond naar natuur heeft zware complicaties voor het landbouwbedrijf van bezwaarindieners te Maaseik.( bemestingsverbod) - gevaar voor overstroming;
Advies : Deze bezwaren worden bijgetreden.
Argumentatie : Zie het eigen advies van de streekcommissie Nr. 53 : Schroyen Luc Heppeneert 7 3680 Maaseik 10 ha van landbouwbedrijf worden gewijzigd naar AGEB en natuurgebied ( gemotiveerd met algemene bezwaren : zie deel 1) Nr. 56 : Michel Schroë Nuchelemweg 4 3680 Maaseik Landbouwer Heppeneert : bedrijf van 31 ha, waarvan 19 ha achter de nieuwe dijk.
Het bedrijf was oorspronkelijk 67 ha groot; door de aanleg van de nieuwe dijk ging reeds 38 ha verloren, en nu nogmaals 19 ha : door het wegnemen van de oeverversteviging zullen de gronden verzanden, met inkomstenderving tot gevolg;
Nr. 76 : Steyvers Guillaume Hoogbaan 167 3650 Rotem - bezwaar tegen wijziging van LWAG naar AGEB, in het winterbed van de Maas te Heppeneert en Elerweert - (gemotiveerd met algemene bezwaren : zie deel 1) Nr. 79 : Deckers Jozefien Heppeneert 18 3680 Maaseik - landbouwer : 4,75 ha van landbouw naar AGEB, 5,10 ha van landbouw naar natuurgebied; (Heppeneert) - worden momenteel intensief uitgebaat. - Argumenten : -- inkomstenverlies -- wacht nog altijd op vergoeding nitraatgevoelige gebieden; -- geen alternatieve gronden; -- in 87 vergunning voor nieuwe rundveestal : nog een zware schuldenlast, die niet betaald kan worden indien veestapel gedeeltelijk moet opgeruimd worden; -- explosieve groei van distels in natuurgebieden; wettelijk moet iedere gebruiker van een perceel voor bepaalde data distels en netels maaien; bepaalde organisaties niet; (vb. natuurgebied Labaer;) ( voor het overige gemotiveerd met algemene bezwaren) Nr. 80 : Deckers-Vanderstraeten Heppeneert 25 3680 Maaseik Landbouwer : 8ha van landbouw naar AGEB en 5,40 ha naar natuur; (Heppeneert) argumentatie is hetzelfde als nr. 79 Nr. 82 : Doucé-Sipers Heppeneert 15 3680 Maaseik - landbouwer : 8 ha worden AGEB en 1 ha naar natuur (Heppeneert) argumentatie is hetzelfde als Nr. 79 Nr. 86 : Deckers Kristof Heppeneert 25 3680 Maaseik - toekomstig landbouwer (argumentatie : enkele algemene bemerkingen) Advies over de bezwaarschriften nrs 53, 56, 76,79, 80, 82, 86. zie het eigen advies van de streeekcommissie Argumentatie : zie het eigen advies van de streeekcommissie Nr. 131 : J.H. Bohnen Mester Speestraat 5 6127 EH Grevenbicht NL - mede-eigenaar historische hoeve De krauw - zijn eigendom wordt van LWAG gewijzigd in AGEB, waardoor de waarde van de grond gehalveerd wordt, doch waarvoor geen planschade is voorzien. - verwijzing naar regeling in Nederland : indien een ha natuurgebied wordt onteigend wordt een planschade van fl. 35 000 betaald per ha, naast de resterende waarde van de grond. - Indien de oeververdediging wordt weggehaald betekent dit een rechtstreekse bedreiging voor Heppeneert en Maaseik. - Hij pleit voor "grasland" in de Maaskant, geen akkerbouw meer in de winterbedding. - Een aantal plaatsen van cultureel historische waarde moet in de toekomst behouden blijven : de Leeuwerik (Aldeneik), Labaar (Maaseik), De krauw (Heppeneert)en de Damiaan (Dilsen) : hij pleit voor opname in de monumentenzorg. - het geld van de belastingbetaler zou beter gebruikt worden voor het behoud van "schoon " Maaswater.
Advies : deze bezwaren worden bijgetreden.
Argumentatie : Zie het eigen advies van de streekcommissie Nr. 188 : Schroyen Karel Waaierhofstraat 42 3680 Maaseik - landbouwbedrijf in Heppeneert : 20% van het bedrijf (9ha) worden gewijzigd naar AGEB; - bemestingsverbod, geen compensaties voorzien in het Map; - In de Maasvallei worden de grindplassen reeds volledig voor natuur en recreatie gebruikt : de overgebleven landbouwgrond moet zeker landbouw blijven;
Nr.311 : Broens-Laenen Rosmeerkamp 6 3650 Dilsen-Stokkem - Vleesveebedrijf met 140 dieren en 56 ha grond in eigendom of pacht; - Ongeveer 8ha nu AGEB en LWAG, wordt gewijzigd naar natuurgebied, of in AGEB, waardoor bedrijf onleefbaar wordt; - Argumentatie : enkele algemene bemerkingen Nr. 322 : Colson-Wevers Laakstraat 6 3650 Elen-Dilsen - Gezinsveeteeltbedrijf met 14 ha binnen de uiterwaarden; - Zware gevolgen voor het bedrijf en voor de hele sector;
Advies over de bezwaren 188, 311, 322 : Deze bezwaren worden bijgetreden.
Argumentatie Zie het eigen advies van de streekcommissie.
Nr. 359 : Bichterweerd NV Maasdijk zn 3650 Dilsen-Stokkem Het bezwaar betreft de percelen gelegen aan de Maasoever tussen Elerweert en Bichterweert. Als bestemming wordt een wijziging voorzien van LWAG naar AGEB. -- Motivering : zie bezwaar Nr. 358 (dossier niet volledig ter inzage) -- Bestemmingswijziging zelf : in plaats van AGEB, specifiek bestemmingsgebied gevraagd : « ontginningsgebied met nabestemming natuurgebied, of minstens natuurontwikkelingsgebied met tussenbestemming ontginningsgebied. » Dit bijzonder ontginningsgebied met nabestemming natuurgebied laat nog gefaseerde winning van zand en grind toe.
De prioriteit vanwege de overheid ligt in het behoud en het herstel van de natuur. De overheid is van plan de oever te verlagen door een verbreding van de stroomgeul, weerdverlaging en andere cultuurtechnische ingrepen die tot doel hebben de variatie in het gebied te verhogen, waardoor betere en meer kansen voor wilde fauna en flora zich voordoen. Door de realisering van de oever- en weerdverlaging zal dekgrond vrijkomen, dewelke in een smal langgerekt dekgronddepot, parallel aan de loop van de meanderende Maas zal worden "begraven".
De NV Bichterweerd stelt voor om samen met de NV Dragetra de werken over te nemen, vermits dit project gelijklopend is aan dit van Bichterweerd.
Zo komt men tot een combinatie van grindwinning en weerdverlaging. Via de weerdverlaging zal overigens het gebied in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht worden. Dit brengt eveneens een aanzienlijke vermindering van de kosten voor de uitvoering van het grensmaasproject met zich mee.
Deze werken kunnen echter maar worden toegelaten in een NO-gebied met als tussenbestemming ontginning of een ontginningsgebied met nabestemming natuurgebied.
Advies : Dit bezwaar wordt niet bijgetreden in zoverre als bestemming of tussenbestemming ontginningsgebied wordt gevraagd.
De commissie neemt kennis van de vragen in verband met de uitvoering van de werken.
Argumentatie : Op het huidig gewestplan is op deze plaats evenmin ontginningsgebied voorzien.
De uitvoering van de werken inzake weerdverlaging kunnen niet worden geregeld binnen het bestek van een gewestplanwijziging.
Nr. 364 : Vanhoef-Truyen Basdonkstraat 16 3640 Kinrooi - landbouwer : 5 ha weiland te Heppeneert - argumentatie : enkele algemene bemerkingen Advies : zie het eigen advies van de streekcommissie Argumentatie : zie het eigen advies van de streekcommissie 2.2.4. Bijlage 4 Maasmechelen : Mechelse Heide (kaartbladen 26/2 en 26/6) Nr. 106 : NV Kalco Steenweg naar As 2 3680 Maasmechelen Groeve Lieben : omzetting van bestemming "ontginningsgebied met nabestemming natuurgebied" naar "natuurgebied" - Het verlies van de mogelijkheid om de huidige groeve als deponie te exploiteren is een niet te herstellen nadeel : -- de groeve werd door de NV Kalco uitdrukkelijk en exclusief verworven met de bedoeling er een deponie uit te baten die verenigbaar is met de omgeving; -- het ter beschikking hebben van een deponie is een onmisbaar element in de bedrijfsvoering; -- de exploitatie van een deponie is perfect vergunbaar binnen het bestaande juridische kader, in het bijzonder rekening houdend met het gewestplan, het Vlarem en de Habitatrichtlijn; -- omwille van de beperkte restcapaciteit van de huidige stortplaats IVVVA te Dorne en het ontbreken van andere stortmogelijkheden, is het voor de regio van onmiskenbaar belang te kunnen beschikken over een geschikte locatie; - belang van de natuur : de groeve Lieben is een zeer diepe put met zeer steile wanden : - natuurwaarde is beperkt; onvoldoende te integreren in een globaal beheer waar de groeve is gedoemd te verbossen; ecotopen met een belangrijke natuurwaarde zullen zich dan ook niet ontwikkelen; - mits opvulling van de groeve tot op het maaiveld kunnen via een gepaste eindafwerking met zandig substraat de heischrale habitats zich ontwikkelen, kan dan ook in begrazingsbeheer worden ingeschakeld. - de groeve vormt vandaag een ecologische barrière voor tal van dieren : in het licht van de ecoducten over de autosnelweg met als doel de vallei van de Ziepbeek en het natuurgebied Opgrimbie te verbinden met de Mechelse heide is deze barrière niet gewenst. - indien de groeve behouden blijft, zoals ze nu is, leidt dit tot een negatieve beleving van het landschap en leidt tot gevaarlijke situaties, door de zeer steile hellingen; - de groeve Lieben is thans "ontginningsgebied met nabestemming natuurgebied" : de opvulling van een groeve(met afvalstoffen)is geenszins in strijd met de bestemming ontginningsgebied, in de mate dat de nabestemming na de opvulling kan worden gerealiseerd. (RvSt) - De opvulling van de groeve is economisch belangrijk voor Kalco, maar ook voor de natuur- en landschapswaarden van deze site, aansluitend bij de Mechelse Heide.
Advies : Deze bezwaren worden niet bijgetreden.
Argumentatie De commissie is het wel eens met de bemerkingen dat de groeve weinig natuurwaarde biedt en daarenboven gevaarlijk is indien ze niet wordt opgevuld. Omwille van de natuurwaarde van het omliggende gebied en de integratie van de groeve hierin, is het opvullen met afvalstoffen niet aangewezen.
Nr. 120 : Familie Lieben 3630 Maasmechelen - besluit Vl Reg. is onvoldoende gemotiveerd; - financieel belang : cons. Lieben droegen aandelen Kalco over aan NV Remo Milieubeheer, onder voorwaarden dat indien Kalco de nodige vergunningen bekomt voor exploiteren van een stortplaats klasse 1 of klasse 2 de voorziene overnameprijs verhoogd werd. - uit tal van documenten uit het verleden werd ervan uitgegaan dat de groeve Lieben een stortplaats zou worden. - maatschappelijk belang : het is nodig om in de toekomst te kunnen beschikken over een geschikte locatie voor de opslag van afvalstoffen, gelet op de beperkte restcapaciteit van de huidige stortplaats te Dorne; - de groeve Lieben is enkel een diepe kuil met groeven, heeft slechts een uiterst beperkte natuurwaarde en past niet in het landschap;
Advies : Dit bezwaar wordt niet bijgetreden.
Argumentatie : Zie de argumentatie bezwaar nr. 106 Nr.187 : Limburgse Berggrinduitbating NV (LBU) 3630 Maasmechelen - NV LBU werd in 83 opgericht als een samenwerkingsverband van grindexploitanten voor de gezamenlijke exploitatie van een concessie voor droge kiezelwinning te Maasmechelen, verleend door de GOM. - Het decreet van 14 juli 1993 tot oprichting van het grindfonds en tot regeling van de grindwinning streeft de afbouw van de grindwinning in Limburg na met als eindpunt 31 december 2005. Intussen verleent de Vlaamse Regering productiequota aan de vergunninghouders voor de winning van grind. - Als tegenhanger voor het verlenen van quota heeft de Vlaamse Regering impliciet ook de verantwoordelijkheid op zich genomen t.a.v. de exploitanten dat de vereiste exploitatiezones ook voorhanden zouden zijn. - Recente berekeningen van de ANRE wijzen uit dat er vandaag enkel voor de berggrindsector een tekort bestaat van 54 ha ontginningsterrein om de verleende en nog te verlenen quota tot 31 december 2005 te realiseren. Om die redenen werden proefboringen uitgevoerd in een zone die met haar west- en noordzijde grenst aan het concessiegebied van LBU en met haar oostzijde aan het natuurgebied Mechelse Heide. Deze zone (ca. 65,8 ha groot) is momenteel ingekleurd als AGEB. In werkelijkheid wordt op het hele gebied intensieve landbouw bedreven op zeer uitgestrekte percelen. - Dit gebied wordt nu gewijzigd in natuurgebied, waar bezwaarindieners een omvorming tot ontginningsgebied met nabestemming natuurgebied gewenst hadden. - De biologische waarderingskaart voor het betreffend gebied geeft aan dat het als weinig waardevol moet worden beschouwd, met uitzondering van een eikenbosje en een dennenaanplant. Mits exploitatie van de aanwezige grind kan er op korte termijn een nabestemming worden gerealiseerd waarbij het gebied landschappelijk en ecologisch gaat aansluiten bij het aanliggend natuurgebied, nl. het wetenschappelijk gedeelte van het Vlaamse Staatsnatuurreservaat van de "Mechelse Heide", met name de ontwikkeling naar extensieve landbouw. Dit kan worden gerealiseerd via een graftensysteem (trapsgewijze verlaging) - De beoogde tussenbestemming "ontginning" zal een tijdelijke afwijking vergen t.a.v. de bescherming als Richtlijngebied. - Samenvattend : tekort aan terreinen bestemd voor droge grindwinning; - Terrein is geologisch geschikt voor grindwinning; - Droge grindwinning is slechts tijdelijke ingreep in het landschap; - Geen tegenspraak tussen de doelstellingen van het Regionaal Landschap Kempen en Maasland en de tijdelijke ingreep, uitgevoerd door de ontginningsbedrijven. - Er bestaat geen tegenspraak tussen de doelstellingen van de Habitatrichtlijn en de tijdelijke ingreep. - De uitvoering van de nagestreefde nabestemming zoals hiervoor geschetst zal een snel effect hebben. - Vanuit planologisch en ecologisch oogpunt is het verkieslijk een uitbreiding van ontginningsgebied territoriaal te laten aansluiten bij een bestaand ontginningsgebied. - Het staat de overheid vrij bij het vaststellen van een definitief gewestplan een bestemming aan te duiden die niet in het herziene gewestplan, noch in het voorgestelde ontwerpgewestplan was aangeduid, op voorwaarde dat die bestemming in een bezwaar of advies werd voorgesteld.
Advies : Deze bezwaren worden bijgetreden.
Argumentatie : zie het eigen advies van de streekcommissie.
Nr. 314 : Algri NV Hoeveweg z/n 3650 Dilsen-Stokkem Maasmechelen : L-vormig gebied dat in aanmerking komt voor ontgrinding, wordt van landbouwzone gewijzigd naar groene zone zonder tussenbestemming "ontgrinding" - De voorgestelde wijzigingen zijn niet te verzoenen met het grinddecreet; - Door de goedkeuring van het grinddecreet en de uitvoeringsbesluiten werden bij de ontgrinders rechtmatige verwachtingen geschapen. Het decreet beoogt de zekerheid te verschaffen dat de grindbedrijven hun activiteiten nog tot en met 2005 verder kunnen ontplooien, op basis van een systeem van productiequota en van trekkingsrechten. - Door de wijziging van de zone AGEB naar natuurgebied is de LBU verplicht uit te wijken naar het uitbreidingsgebied Mechelse Heide Noord, ter realisatie van de haar toegekende quota, en zo in concurrentie komen met Algri. - Sluit zich verder aan bij de argumenten van LBU. Advies : Deze bezwaren worden bijgetreden.
Argumentatie : Zie het eigen advies van de streekcommissie.
Nr. 329 : NV Kiezelgroeve Varenberg weg naar As 25 3680 Dorne-Opoeteren Als aandeelhouder en quotumhouder van de NV Limburgse berggrinduitbating (NV LBU) worden de bezwaren geuit door de voorzitter van de Raad van Bestuur van LBU bijgetreden.
Advies : Dit bezwaar wordt bijgetreden Argumentatie : Zie het eigen advies van de streekcommissie 2.2.5. Bijlage 5 : gemeente Dilsen-Stokkem : Bichterweert (kaartblad 26/3) Wijziging van LWAG naar Natuurontwikkelingsgebied ten N en ten Z van reeds bestaand NO-gebied.
Nr. 43 : Doumen H en M Eindestraat 33-35 3650 Dilsen-Stokkem Landbouwers : bedrijf overgenomen in 1993, ingevolge MAP ofwel natuurgebied ofwel nitraatgevoelig; - grond verloren ingevolge fietsroutenetwerk; - grond verloren voor grinduitbating Meerheuvel; - gewestplanwijziging : 4,17 ha goede leemgrond kwijt voor mestafzet;
Nr. 44 : Heenkeken Peter Poelakkerweg 1 3650 Geistingen-Kinrooi Nr. 179 : Vandewauw Theo Pastoorstraat 19 3650 Dilsen-Stokkem Nr. 180 : Aerts Paul Boyen 19 3650 Dilsen-Stokkem Nr. 334 : Moors Jean (ook bezwaren in andere gebieden) Ritserstraat 2 3650 Dilsen-Stokkem - landbouwers - bezwaar gemotiveerd met algemene argumenten van de landbouwsector Advies over de bezwaarschriften 43, 44, 179, 180, 334.
De bezwaren van de landbouwers in dit gebied worden bijgetreden Argumentatie Zie het eigen advies van de streekcommissie 2.2.6. Bijlage 6 : Dilsen-Stokkem : Molenveld (kaartblad 26/3) geen bezwaarschriften 2.2.7. Bijlage 7 : Maasmechelen - Kotem (kaartblad 26/7) Nr. 32 : Conings Ivo Weg naar Geneuth 100 3630 Maasmechelen - landbouwer, doch heeft zelf geen gronden die in de wijziging zijn betrokken; - de gevolgen van de wijziging zullen voor hem ook voelbaar zijn, ingevolge de bemestingsbeperkingen; - onzekerheid over het voortbestaan van het bedrijf; - voor het overige algemene bemerkingen, zoals hoger vermeld;
Advies : deze bezwaren worden bijgetreden Argumentatie : Zie het eigen advies van de streekcommissie.
Nr. 35 : Ministerie Verkeer en Waterstaat : projectdirecteur Maaswerken (NL) Postbus 1593 6201 BN Maastricht - is verheugd te constateren dat met de voorgenomen wijzigingen rekening wordt gehouden met de prioritaire gebieden als de "Vlaamse Boertienlocaties"; - Vraagt dat het op te richten beheer zich ook richt op het in stand houden van de bereikte bescherming tegen hoogwater en aansluiting vindt met het in voorbereiding zijnde integrale beheersplan voor het rivierenpark Grensmaas.
Advies : De commissie neemt kennis van deze bemerkingen Nr. 40 : Bohner Elisabeth Boyen 24 3650 Dilsen-Stokkem - landbouwer - bezwaar tegen wijziging van LWAG naar natuurontwikkelingsgebied; - voor het overige algemene bemerkingen, zoals hoger vermeld;
Nr. 309 : LV Van den broek en LV Egelmeers weg naar Geneuth 121 3631 Maasmechelen - Melkveebedrijf met ongeveer 60 ha grond; - 53 ha hiervan wordt natuurontwikkelingsgebied, hetgeen het einde van het bedrijf betekent; - voor het overige, idem 305 Nr. 348 : Pass Julia Langeweidestraat 5 3630 Maasmechelen - landbouwer; - voor het overige algemene bemerkingen, zoals hoger vermeld;
Advies over de bezwaren 40, 309, 348.
Deze bezwaren worden bijgetreden Motivatie Zie het eigen advies van de commissie in verband met het plangebied 2.2.8 Bijlage 8 : Maasmechelen - Herbricht (kaartblad 26/7) agrarisch gebied wordt gewijzigd in natuurontwikkelingsgebied : Nr. 305 : Mechels Dieudonné Moerdijk 43 3631 Maasmechelen - is een Boertienlocatie, waar aan stroomgeulverbreding en weertverlaging zal gedaan worden; - verwijst naar MER, opgesteld door Technum (copies bij bezwaarschrift) - voor het overige : bezwaar gemotiveerd met algemene argumenten van de landbouwsector Nr. 306 : Houben Robert Pastoor Goossenslaan 78 3631 Maasmechelen - fruitteeltlandbouwbedrijf - ongeveer 8,2 ha wijzigt van bestemming - voor het overige, idem 305 Nr. 308 : Christoffels Jan Daalbroekstraat 33 3631 Lanaken-Rekem - zoogkoeienbedrijf, - 3,3 ha wijzigt van bestemming - voor het overige, idem 305 Nr. 310 : Smeets Roger Pastoor Goossenslaan 27 3630 Maasmechelen - fruitteelt - landbouwbedrijf - ongeveer 6 ha wijzigt van bestemming - voor het overige, idem 305 Nr. 343 : De Gelissen-Houben T. Maasweg 17 3630 Maasmechelen - gesloten varkensbedrijf met 38 ha grond - 7 ha 90 a wijzigt van bestemming, dit is 20 % van het grondareaal; - rendabiliteit van het bedrijf daalt veel sterker door de verhoogde afschrijvingskosten van het machinepark; - problemen voor mestafzet : door de grootschaligheid van het project moeten afzetgebieden in Zuid-Limburg worden gezocht ofwel naar te dure mestverwerking; - voor het overige : argumenten in verband met veiligheid (overstromingsgevaar) en de tegenstand van de Maaslandse bevolking tegen het grensmaasproject en de natuuruitbreiding Advies over de bezwaren 305, 306, 308, 310, 343 : Deze bezwaren worden bijgetreden.Argumentatie : Zie het eigen advies van de streekcommissie 2.2.9. Bijlage 9 : Lanaken - Hochter-bampd (kaartblad 23/7 - 34/3) Wijziging van agrarisch gebied in natuurgebied Nr. 308 : Christoffels Jan Daalbroekstraat 33 3621 Lanaken-Rekem - zoogkoeienbedrijf, - 3,3 ha wijzigt van bestemming - voor het overige, idem 305 advies : Dit bezwaar wordt gedeeltelijk bijgetreden.
Argumentatie : Alhoewel de streekcommissie de argumenten van de landbouwsector bijtreedt, zoals blijkt uit het eigen advies, wordt voor dit gedeelte van de gewestplanwijziging toch een gunstig advies uitgebracht. Het grootste gedeelte van dit gebied is eigendom van openbare besturen.
Aangezien het verlies aan bedrijfsgronden in dit concrete geval beperkt is, wordt het bezwaar niet bijgetreden. Bovendien volgt de commissie het standpunt van de Bestendige Deputatie dat de uitvoering van de werken maar mogelijk kan zijn indien aan een aantal voorwaarden is voldaan. Zie advies van de Bestendige Deputatie. 2.2.10 Bezwaarschriften die over meer dan één gebied handelen Nr. 28 : Toerisme Limburg Universiteitslaan 1 3500 Hasselt - Specifieke bezwaren voor het gebied ten zuiden van de Maasbrug in Maaseik : a) quasi geen zones voor recreatie ten zuiden van de Maasbrug.De recreanten zijn hier aangewezen op het recreatief medegebruik van natuur en landbouw. Dit begrip is nergens voldoende gedefinieerd en heeft aldus weinig juridische houvast. c) in de huidige bepaling van het begrip "recreatief medegebruik" bestaat nog heel wat onzekerheid omtrent de wetenschappelijke betrouwbaarheid en validiteit van het sleutelbegrip "ruimtelijke draagkracht".Aldus is het onmogelijk om zonder voorafgaandelijk onderzoek in het gebied van de grensmaas, het actuele en toekomstige recreatief medegebruik te verzekeren. d) In het ontwerprapport "RSL-gewenste ruimtelijke structuur" van mei 2000 wordt de Maasvallei aangeduid als toeristische corridor. Vooraleer een gewestplanwijziging door te voeren is het nodig een gestructureerd overleg op te zetten om samen met de landbouw- en natuursector een recreatief-toeristisch masterplan voor de gehele grensmaas (liefst grensoverschrijdend) te ontwikkelen met als doel langs de maas de vormen van recreatie te bepalen. - de bezwaren voor het gebied ten noorden van de Maasbrug in Maaseik zijn : a) Volgens het ontwerprapport "Ruimtelijk structuurplan Limburg" wordt het gebied ten noorden van de Maasbrug gezien als een primair toeristisch gebied.Alle mogelijke vormen van waterrecreatie moeten hier aan bod kunnen komen : Herenlaak (stedelijk gebied Maaseik) en de Spaanjerd (buitengebied Kinrooi) b) De totale recreatieve en toeristische oppervlakte bedraagt slechts 4 800 ha of 2 % van de totale oppervlakte in Limburg;de recreatieve en toeristische beleving speelt zich veeleer in niet recreatieve zones af; het is dan ook noodzakelijk dat de huidige en toekomstige aangeduide primaire toeristische knooppunten in Limburg medestructurerend zijn en een juridische houvast betekenen voor een aantal hoogdynamische activiteiten. Het gebied ten noorden van de Maasbrug heeft bijzondere toeristische meerwaarden : grensoverschrijdend verkeer Maaseik-Thorn; unieke Maasdorpen Kessenich en Aldeneik; grensoverschrijdende Maasplassen; unieke waterrecreatiebeleving. c) De twee primaire toeristische knooppunten dienen een eigen toeristisch recreatief profiel te ontwikkelen : De Spaanjerd voor de zachtere vormen van recreatie, Herenlaak voor de meer hardere vormen. Bezorgdheid geldt vooral voor het gebied in en rond de Spaanjerdplas : * mogelijkheid om een olympische zeilparcours te varen te behouden : in het gewestplan is het noordelijk deel van plas II ingekleurd als een ontginningsgebied met nabestemming natuurontwikkeling; * de vaargeul naar de passantenhaven te Kessenich heeft geen recreatieve nabestemming; de voorziene recreatieve ruimte is onvoldoende om aan de rand van de haven de nodige infrastructurele voorzieningen te bouwen. * het is gewenst een goede vertreklocatie te voorzien voor windsurfers en voor allerhande watergebonden activiteiten.
Gezien de noodzaak aan een toegangsweg, een parking en enige infrastructuur dient ten noorden van de Spaanjerdplas een recreatieve zone bestemd te blijven voor dagrecreatie en de onmiddellijke omgeving als natuurverwevingsgebied met gelijke ontwikkelingskansen voor natuur en recreatie. d) ter verankering van de jachthaven (Marec) is het aangeduide reservegebied voor recreatie in het zuidelijk deel van Boterakker bijzonder waardevol. Toerisme Limburg dringt er tenslotte op aan te waken over het evenwicht van de ruimtebalans. De herbestemde recreatieve ruimtes dienen gecompenseerd te worden in andere toeristische gebieden.
Het is bovendien noodzakelijk, ter ondersteuning van het beleid een grensoverschrijdend natuurtoeristisch masterplan voor de gehele as te ontwikkelen.
Advies : De bezwaren in verband met de verdere uitbouw van toeristische voorzieningen worden grotendeels bijgetreden.
Argumentatie : De omschrijving van "natuurgebonden recreatie" is op dit ogenblik nergens vastgelegd. De streekcommissie heeft daarom in haar advies gevraagd hiervoor een aangepast stedenbouwkundig voorschrift op te maken.
Het opmaken van een grensoverschrijdend natuurtoeristisch masterplan kan beter kaderen in de op te stellen uitvoeringsplannen op provinciaal niveau.
De vraag naar een recreatieve nabestemming voor de vaargeul wordt bijgetreden.
Nr. 33 : VVV Lanaken Jan Rosierlaan 28 3620 Lanaken Zie bezwaarschrift toerisme Limburg (Nr. 28), voor het gedeelte ten zuiden van de Maasbrug.
Advies : zie advies en argumentatie bezwaar nr. 28.
Nr. 34 : Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening Belliardstraat 73 1040 Brussel Bezwaar tegen het gewestplan voor de omvorming van twee percelen van landschappelijk waardevol agrarisch gebied in NO ter hoogte van : 1. locatie Bichterweerd-Meerheuvel (bijlage 5) Het Vlaams Voorkeuralternatief van het Grensmaasproject voorziet in een opwaartse ( KP 43,600) en een afwaartse (KP 45,800) aftakking.Op die manier zou bij hogere waterstanden van de rivier een nevengeul ontstaan ter hoogte van de huidige groeve Bichterweert.
Vlak naast het gebied waar deze ingreep uitgevoerd zou worden liggen de percelen waarop de VMW het drinkwaterproject Meerheuvel-Bichterweerd zal realiseren. Dit project zal bestaan uit een puttenbatterij ten oosten van de ontgrinding Meerheuvel. Hiervoor is binnen het ontginningsgebied reeds een zone van 7 ha gereserveerd waarvan zowat 50 % eigendom is van de VMW. Een nevengeul in de groeve Bichterweerd is niet verzoenbaar met de winning van drinkwater.
Het nabestemmingsplan voorziet dat de groeve grotendeels wordt opgevuld met losse sedimenten die zeer erodeerbaar zijn. Het risico bestaat dat de geul zich daardoor vrij en oncontroleerbaar kan verplaatsen. Het slibscherm, dat aan de oostzijde van de winterdijk wordt voorzien om infiltratie van Maaswater tegen te gaan, zal door de erosieve werking van de rivier worden opgeruimd. Dit zal bij hoge waterstanden leiden tot een bedreiging van de ruwwaterkwaliteit in de winningsputten.
Derhalve wordt over deze wijziging een ongunstig advies uitgebracht. 2. locatie ontginningsgebied Mechelse Heide (groeve LBU) (bijlage 4) Het ontwerpplan voorziet twee zones voor tijdelijke ontginning met nabestemming natuurgebied, teneinde een gefaseerde witzandontginning mogelijk te maken.De geplande ontginning zal gedeeltelijk in het droge gebeuren gedurende een periode van 30-40 jaar. Hierdoor is een grootschalige bemaling vereist die ter hoogte van de Bosbeek en de drinkwaterwinning van de VMW te As een daling van de grondwaterstand zal veroorzaken. Dit heeft haar weerslag op de winning te As.
De VMW vraagt dat bij de gewestplanwijziging rekening te houden met de bescherming van haar winning te As, zowel op het vlak van de beschikbare kwantiteit als van de kwaliteit. In het bijzonder dient aandacht besteed te worden aan : a) de uitvoering van verder onderzoek naar de afname van de capaciteit van de winning, als gevolg van de ontginning;b) het voorzien van compenserende maatregelen om het capaciteitsverlies op te vangen;c) de bescherming van de grondwaterkwaliteit en het opvolgen van de evolutie tijdens uitbating van de groeve; De VMW vraagt daarom bij een gewestplanwijziging op de locatie Mechelse Heide (zone LBU) voorwaarden op te leggen in verband met de nodige compenserende maatregelen voor de drinkwaterwinning te As.
Advies : 1. waterwinning meerheuvel dit bezwaar wordt niet bijgetreden.2. waterwinning te As : de commissie neemt kennis van deze vragen. Argumentatie : 1. de commissie is van oordeel dat er voldoende maatregelen zullen genomen worden ter vrijwaring van het waterwingebied.De bestemming op het gewestplan op zich kan trouwens geen invloed hebben op de bescherming van het waterwingebied. 2. de gevraagde maatregelen kunnen opgelegd worden bij het toekennen van de vergunning voor de ontginning. Nr. 46 : Stad Dilsen-Stokkem Zie advies van de gemeenteraad van Dilsen-Stokkem Nr. 58 : Toerisme Maasland Genieskensstraat 151 3630 Maasmechelen Toerisme Maasland treedt het standpunt van toerisme Limburg bij en benadrukt hierbij volgende aspecten : a) het gebied ten zuiden van de Maasbrug : het bestuur vraagt de redactie van een recreatief-toeristisch masterplan, waarin de begrippen recreatief medegebruik en ruimtelijke draagkracht getoetst worden aan de lokale situatie, waardoor de toeristische corridorfunctie van de Maasvallei geconcretiseerd wordt met ook een voldoende juridische houvast.Er wordt in het bijzonder gewezen op het fietsroutenetwerk met de grensoverschrijdende veerponten en de aanlegplaatsen voor kajaks. b) het gebied ten noorden van de Maasbrug : In dit gebied dienen alle mogelijke waterrecreatievormen mogelijkheden te krijgen conform het « ontwerprapport Ruimtelijk Structuurplan Limburg-gewenste ruimtelijke structuur » van mei 2000.Het verlies van recreatieve ruimtes dient in het Maasland gecompenseerd te worden ten voordele van het kampeertoerisme en van accommodaties voor het fiets- en wandeltoerisme aan de rand van het grensmaasgebied en het Nationaal park Hoge Kempen Advies : Deze bezwaren worden bijgetreden Argumentatie Zie bezwaar nr. 28 Nr. 84 : IML Kunstlaan 16 3500 Hasselt a) Kinrooi Bezwaar tegen de gedeeltelijke wijziging van de huidige waterplas "Spaanjerdplas" (Vissenakker) van "ontginningsgebied met bestemming recreatie" naar "ontginningsgebied met nabestemming natuurontwikkelingsgebied" - De IML heeft sedert 1980 meer dan 1 miljard BEF geïnvesteerd in de ontwikkeling van het gebied in functie van waterrecreatie.Het gebied "De Spaanjerd" richt zich vooral op de plezier- en zeiljacht, surfen.
In de jachthaven zijn circa 1 000 ligplaatsen voorzien voor plezierboten. De recent vernieuwde camping biedt plaats voor 138 stacaravans, (investering 34 miljoen) en in 1999 werd nog 30 miljoen geïnvesteerd in een dagstrand.
De voorziene wijzigingen zal de exploitatie van het gebied hypothekeren en de rendabiliteit van deze investeringen negatief beïnvloeden.
Het belang van dit recreatiegebied wordt zowel in het RVS als in het RSL erkend.
Door het inperken van de bestaande recreatieplas komen de groeikansen van dit gebied op de helling te staan. b) Bezwaar tegen de wijziging van de Dragrasaplas en omgeving van "ontginningsgebied met bestemming recreatie en recreatiegebied naar ontginningsgebied met bestemming natuurontwikkeling en natuurgebied. - zachte vormen van recreatie moeten hier mogelijk blijven. Indien de bestemming gewijzigd wordt zullen vooral problemen met toegankelijkheid en bereikbaarheid van het gebied ontstaan. behoud van de recreatie of "natuurgerichte recreatie " gevraagd, conform de visie van het Herstructureringscomité. c) Bezwaar tegen de wijziging van het gebied "Boterakker" van de nabestemming "natuurontwikkeling en landbouw" naar "natuurontwikkeling" : - Het herinrichtingsplan van het Herstructureringscomité waarin een recreatieve vaargeul naar Kessenich wordt opgenomen, wordt gesteund. De vaargeul zou dan ook als recreatiegebied moeten opgenomen worden. d) Maaseik : Bezwaar tegen wijziging binnen het grindwinningsgebied : - wijziging van de nabestemming « agrarisch gebied » naar zone voor « NO », noordelijk deel landtong Klauwenhof, naar LWAG, zuidoostelijk deel landtong Klauwenhof en naar ontginningsgebied met nabestemming recreatie De IML heeft zware inspanningen gedaan (ong.50 miljoen BEF) ter realisatie van een investering die conform het huidig gewestplan was.
Een bloeiend en modern landbouwbedrijf werd gerealiseerd. Ook de uitbater heeft forse investeringen gedaan. Er werden enorme inspanningen gedaan om de gronden gelegen in de landtong binnen de Maasmeander te verbeteren en rendabel te maken met resultaat.
De beperking van de exploitatiemogelijkheden is niet verantwoord en brengt de leefbaarheid van het bedrijf in het gedrang.
De IML heeft in diverse gebieden schade geleden door gewestplanwijzigingen ten voordele van de natuur en heeft diverse gronden met bestemming recreatie zien verloren gaan, o.m. Bergerven en Bichterweert. De bijdrage van IML ten voordele van de natuur is zeer belangrijk en meer dan voldoende.
Advies : deze bezwaren worden bijgetreden.
Argumentatie : Zie het eigen advies van de streekcommissie en het antwoord op de bezwaren van het grindherstructureringscomité.
Nr. 107 : Marec Maasdijk 3640 Ophoven (bezwaarschrift ondertekend namens 22 verenigingen en organisaties uit de sector toerisme en recreatie gemeente Kinrooi en Maaseik.) - Algemene motivering bij bezwaar : De omzetting naar natuur of natuurontwikkeling in het gebied Boterakker (de Spaanjerd-Kinrooi) staat haaks op de valorisatie van de bestaande recreatieve projecten. Hiervoor wordt verwezen naar het RSV en RSL (zie bezwaar Nrs. 28 en 113) Tegenover deze beleidsdoelstellingen, zowel op Vlaams als op provinciaal niveau, resulteert de voorgestelde gewestplanwijziging te Kinrooi in het verlies van nagenoeg de helft van het areaal dat voorzien was voor recreatie. Dit is onaanvaardbaar.
Het gebied ten noorden van de Maasbrug te Maaseik heeft bovendien bijkomend een aantal bijzondere toeristische meerwaarden : - Grensoverschrijdend recreatief verkeer tussen Maaseik-Kinrooi en Thorn; - Unieke Maasdorpen zoals Kessenich en Aldeneik (toerisme is hier kernversterkend) - Grensoverschrijdende Maasplassen; - Unieke waterrecreatiebeleving in Limburg;
Om de ontwikkeling van Marec (= jachthaven en camping de Spaanjerd en jachthaven en camping Heerenlaak) (totale investering meer dan 1 miljard) niet te hypothekeren en aldus de competitiviteit van het gebied t.a.v. de recreatieve en toeristische ontwikkelingen ten noorden van het gebied (NL) te bewaren, is het absoluut noodzakelijk dat een zo groot mogelijke recreatieve waterplas behouden blijft bij de Spaanjerd en dat deze, in het kader van de herstructurering na ontgrinding, zelfs zoveel mogelijk vergroot wordt.
De inspanningen die permanent geleverd worden op het gebied van milieubeleid en de ontwikkeling van natuureducatieve projecten bewijst duidelijk dat natuur- en milieuvriendelijke recreatie een haalbare kaart is. Recreatief medegebruik daarentegen is veel moeilijker te realiseren omdat recreatieve infrastructuur veelal als hinderlijk wordt beschouwd in deze gebieden.
In het kader van de « herstructurering van de nieuwe ontgrindingsgebieden » werden door de gemeenten Maaseik en Kinrooi, in samenwerking met de toeristische actoren in het gebied, in 1999 een « toeristisch recreatieve visie Kinrooi-Maaseik » ontwikkeld en goedgekeurd. Een aantal specifieke elementen uit deze visie komen geheel of gedeeltelijk in het gedrang. - bezwaar tegen de wijziging : « uitbreiding van ontginningsgebied met nabestemming NO en landbouw » in « ontginningsgebied met nabestemming NO » : Door deze wijziging wordt de grond-bestemmingsbalans uit zijn evenwicht gebracht waardoor mogelijke herbestemmingen in de toekomst opnieuw gehypothekeerd worden.
Indien het noordelijk gedeelte NO wordt, zal het visuele contact tussen Kessenich-dorp en de waterplas verloren gaan. De aanleg van zogenaamde natuurlijke oevers, zeker aan de rand van de vaargeul, zal in geval van recreatief gebruik van de geul leiden tot sterke erosie ten gevolge van golfslag en is dus af te raden;
Het zuidelijk deel, aansluitend op het nieuw ingekleurde agrarisch gebied betreft de vaargeul en dient daarom als recreatiegebied te worden ingekleurd. - Bezwaar tegen wijziging "ontginningsgebied met nabestemming agrarisch gebied" naar "natuurontwikkeling" : het belangrijkste bezwaar betreft de toegankelijkheid van het gebied, voor de stille recreatie (vissen). Ontsluiting van het gebied voor gemotoriseerd verkeer is uitermate belangrijk voor het beoefenen van deze activiteit.
Specifieke argumentatie en motivatie van de bezwaren vanuit het standpunt van de gebruikersgroepen. - Gebruikers van de Marec-jachthavens : Het is absoluut noodzakelijk over een zo groot mogelijke waterplas te beschikken (zie hoger). Het unieke vaargebied van de Spaanjerd met plas 1 (aan de haven), plas 2 (ten noorden van plas 1) en plas 3 (aan de Nederlandse grens) dient zijn recreatieve waarde voor 100 % te behouden.
Indien dit niet het geval is zal de veiligheid op het water bovendien in het gedrang komen (zeilsport). Indien een belangrijk gedeelte natuur wordt in plaats van recreatie, zullen bijna alle beoefenaars van de zeilsport het gebied verlaten. Dit betekent 60 % van de reguliere klanten.
Om het financieel verlies te beperken, zal dan harde recreatie moeten worden aangetrokken, zoals jetski, waterski, waardoor een averechts effect wordt bereikt. - bezwaren van de visclubs en hengelaarverenigingen : voornaamste bezwaar is de toegankelijkheid van het gebied. Een belangrijke groep van de vissers is ouder dan 50 jaar : het is voor hen onmogelijk om met verschillende kilos materiaal afstanden af te leggen van enige honderden meters. Derhalve moet de ontsluiting van het gebied prioritair blijven. De vissers hebben door hun bijna permanente aanwezigheid ook een belangrijke « natuurwachters-functie ».
Indien het gebied als NO wordt aangeduid, zijn ook bijkomende veiligheidsmaatregelen nodig omwille van de vreemde koeien en paarden, die in de uiterwaarden zullen verblijven. Wie is hiervoor verantwoordelijk ? Plas drie moet eveneens steeds toegankelijk blijven via de Maas of via de geul die plas 2 met drie verbindt. - bezwaren van de zeilclubs en de zeilschool : zie bezwaren gebruikers van de jachthavens; - bezwaren geformuleerd door de waterskiclub Maaseik : omwille van de bereikbaarheid moet de Klauwenhofweg ten allen tijde open en toegankelijk blijven, ook omwille van de veiligheid : hulpdiensten moeten via deze weg het water kunnen bereiken. - bezwaren door organisaties betrokken bij het opzetten en ontwikkelen van jeugdvakanties : zie bezwaren gebruikers van de jachthavens.
Daarenboven is de toegankelijkheid van het gebied belangrijk in het kader van natuureducatieve projecten. - bezwaren geformuleerd door de toeristische diensten van de gemeenten Kinrooi en Maaseik : zie algemene bezwaren Marec.
Advies : deze bezwaren worden bijgetreden.
Argumentatie : Zie het eigen advies van de streekcommissie en het antwoord op het bezwaar nr 28 in verband met het toerisme.
Nr. 113 : Herstructureringscomité Kunstlaan 16 3500 Hasselt - Wijziging van "Uitbreiding van ontginningsgebied met nabestemming NO en landbouw" naar effectief "ontginningsgebied met nabestemming NO" bezwaar tegen wijziging van de nabestemming (niet tegen de wijziging van uitbreiding naar effectief ontginningsgebied) : * Bij Besluit van de Vl. regering van 1 juni 1995 werd het gewestplan gewijzigd voor het gebied Boterakker. Voor dit gebied werd volgend aanvullend stedenbouwkundig voorschrift voorzien : "Deze zone is bestemd voor grindwinning in toepassing van de bepalingen van het grinddecreet van 7 juli 1993. De nabestemming dient te gebeuren in functie van NO en landbouw en dit in een zinvolle verdeling tussen beide bestemmingen met een maximale opvulling ter realisatie van deze nabestemmingen en ter bescherming van de omgevende gebieden, inzonderheid het natuurreservaat Vijverbroek" Het Herstructureringscomité kwam daarom tot het voorstel om het gebied Boterakker als volgt te herbestemmen : - het meest noordelijke deel bleef behouden als overgangsgebied "natuurontwikkeling en landbouw" - het meest zuidelijke deel kreeg de bestemming landbouw, met helemaal in het zuiden een gebied van ong. 6 ha "uitbreidingsgebied voor recreatie"; - De tussenliggende zone, welke in navolging van de resultaten van de "Ecologische impactstudie" niet zal worden aangevuld kreeg de functie van vaargeul.
Het herstructureringscomité had dienovereenkomstig gevraagd het gewestplan te wijzigen als volgt : zuidelijk deel : uitbreiding van ontginningsgebied met nabestemming agrarisch gebied (met 6 ha oranje overdruk in het uiterste zuiden);
Vaargeul : uitbreiding van ontginningsgebied met nabestemming "zone voor dagrecreatie" Voor het noordelijk deel (overgangsgebied) werd een behoud van een vigerend gewestplan voorgesteld.
Op deze vragen werd bij het voorstel tot wijziging slechts gedeeltelijk ingegaan. Het voorstel om de vaargeul op het gewestplan te bestemmen als "zone voor dagrecreatie" alsook het voorstel om de huidige gewestplanwijziging ter hoogte van het overgangsgebied te behouden werden niet weerhouden. Daarentegen werd voor deze zones een wijziging voorzien naar "ontginningsgebied met nabestemming Natuurontwikkeling. argumentatie tegen de nabestemming NO voor de vaargeul : - De bijkomende recreatieve vaargeul kadert binnen de ontwikkelingen voorzien voor dit gebied in het RSV en het PRS, voorontwerp. Het gebied "de Spanjaard" te Kinrooi wordt aangeduid als primair knooppunt in het buitengebied, en als bovenlokale waterrecreatieve plas. De toelichting bij het gewestplan om de zone te bestemmen volstaat op zich niet. Bij een nabestemming van deze zone als "natuurontwikkeling" zal men rekening dienen te houden met normen en richtlijnen welke gelden voor een dergelijk gebied waardoor bepaalde recreatieve activiteiten op zijn minst zwaar gehypothekeerd zullen worden.
Het Herstructureringscomité pleit derhalve voor het voorstel om de vaargeul in het voorliggend ontwerpplan gewestplan op te nemen als "zone voor dagrecreatie". argumentatie tegen nabestemming "NO" voor het noordelijk deel van de Boterakker (overgangsgebied tussen de vaargeul en de Kleizone) Het herinrichtingsplan van het herstructureringscomité voorziet dat deze zone fungeert als overgangszone tussen NO en landbouw waarin beide bestemmingen aan bod komen. - Een loutere inrichting naar NO zal elke landbouwactiviteit in dit gebied zwaar hypothekeren en het visuele contact tussen Kessenich-dorp en de recreatieve beleving van de waterplassen verstoren. - Bij een inkleuring van dit gebied als NO vreest het comité dat er dermate restricties worden opgelegd dat het effectieve recreatieve gebruik van de vaargeul in de praktijk onmogelijk wordt.
Voorstel : vaargeul : (uitbreiding van) ontginningsgebied met nabestemming "zone voor dagrecreatie";
Overgangsgebied (tussen vaargeul en Kleizone) : behoud huidige gewestplanbestemming : (uitbreiding van) ontginningsgebied met nabestemming NO en landbouw. - Wijziging van "ontginningsgebied met nabestemming recreatie" naar "ontginningsgebied met nabestemming natuurontwikkeling" (Vissenakker) Sedert 1980 werd zwaar geïnvesteerd in de ontwikkeling van het gebied "de Spaanjerd". De voorziene wijziging van een gedeelte van de plas naar NO zal de exploitatie en het gebruik van het gebied hypothekeren en de rendabiliteit van de investeringen negatief beïnvloeden.
Belang van dit recreatiegebied wordt erkend door RSV en RSL. RSV : gewenste ruimtelijke structuur : optimalisatie van de bestaande projecten. Dit is ook de herstructureringsdoelstelling zoals opgenomen in het beleidsplan van het Grindcomité, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 18 februari 1997.
Bijkomend ruimtegebruik is mogelijk als de provincie een zone als toeristisch-recreatief knooppunt aanduidt. De Spaanjerd is als primair gebied knooppunt aangeduid in het PRS, en als bovenlokale waterrecreatieve plas.
Voorstel : behoud van huidige bestemming : ontginningsgebied met nabestemming recreatie - Wijziging van "recreatiegebied" en "ontginningsgebied met nabestemming recreatie" naar "natuurgebied" en "ontginningsgebied met nabestemming natuurontwikkeling" in het grindwinningsgebied Kinrooi (Dragrasaplas en omgeving).
Het bezwaar geldt enkel de wijziging van de nabestemming van "recreatie" naar "natuur en natuurontwikkeling" Voor het noordelijk deel van het grindwinningsgebied(Dragrasaplas en omgeving) was men het erover eens dat, teneinde de grotere natuureenheid in het westen te ondersteunen, de louter recreatieve invulling van dit gebied niet meer opportuun was. Daartegenover stond echter dat, gezien het hoogdynamisch toeristisch karakter van het gehele gebied, dat het evenmin opportuun was om de nabestemming te wijzigen naar NO. Om alle discussies te vermijden en opdat te allen tijde zachte vormen van recreatie mogelijk zullen blijven pleitte het comité voor het opnemen van een bijzonder voorschrift : "zone voor natuurgerichte recreatie : het gebied is bestemd voor NO of natuurbehoud met inachtname van de ontwikkelingsmogelijkheden voor passieve recreatie in zoverre ze in overeenstemming te brengen is met de hoofdfunctie.
Vooraleer vergunning kan worden bekomen voor inrichtingswerkzaamheden inzake natuurontwikkeling of passieve recreatie (fiets- en wandelpaden, aanlegsteigers..) dient een inrichtingsplan voor het geheel te worden goedgekeurd door AROHM. » Voorstel : zone voor natuurgerichte recreatie en ontginningsgebied met nabestemming natuurgerichte recreatie. - Bezwaar tegen wijziging in het grindwinningsgebied te Maaseik-Herenlaak-klauwenhof Bezwaar betreft de wijzigingen : van ontginningsgebied met nabestemming agrarisch gebied : - Noordelijk deel landtong Klauwenhof : naar "natuurontwikkeling" - Zuidoostelijk deel landtong Klauwenhof : naar "LWAG" - Westelijke oever landtong Klauwenhof : naar "ontginningsgebied met nabestemming recreatie".
Het Comité heeft geen bezwaar tegen het feit dat de aanduiding van "ontginningsgebied" deels verdwijnt aangezien de landtong reeds volledig ontgrind is, maar wel tegen de wijziging in nabestemming.
Deze landtong werd volledig ontgrind en nadien terug opgespoten. Er werden zware investeringen gedaan ter realisatie van een bloeiend landbouwbedrijf "Klauwenhof". Het comité tekent bezwaar aan om de leefbaarheid van het bedrijf niet in het gedrang te brengen.
Hier wordt eveneens bewezen dat het samengaan van landbouw en natuurontwikkeling mogelijk is zonder dat het expliciet in gewestplannen moet vastliggen.
Voorstel : behoud huidige bestemming - Bezwaar tegen de wijziging van de grens van het grindwinningsgebied te Maaseik (ter hoogte van de ring rond Maaseik) waardoor in het zuiden een nieuwe zone wordt aangeduid als ontginningsgebied.
De grindwinning is op deze locatie ondergeschikt aan de uitvoering van de hier voorziene infrastructuurwerken, en niet met het oog op de commerciële grindwinning. De eventuele opbrengsten via grindheffingen wegen niet op tegen de kosten van de inrichting. - Het herstructureringscomité heeft geen bezwaar tegen de voorziene gewestplanwijzigingen die worden voorgesteld in het kader van de het project " Levende Grensmaas", doch wel tegen het feit dat er nu reeds wijzigingen worden voorgesteld, zonder dat de studie rondom dit project, die de globale haalbaarheid ervan aantoont, volledig voltooid is.
Het comité kan slechts akkoord gaan met het project onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat het slechts uitvoering kan vinden indien de totaliteit van het project onderzocht en gegarandeerd is, en dit niet alleen wat de veiligheid betreft, doch ook balansen, technische en financiële haalbaarheid.
Voorstel : voorwaarde omtrent globaliteit koppelen aan eventuele uitvoering van het grensmaasproject. - Het comité vraagt de opname van een bijzonder voorschrift "zone voor natuurgerichte recreatie" voor de volgende gebieden : - gebied Dragrasa en omgeving; - grindwinningsgebied te Maaseik : visvijver; - grindwinningsgebied te Dilsen-Stokkem - Negenoord : oude Maas en deel groeve.
Dit voorschrift wordt als volgt omschreven : Het gebied is bestemd voor natuurontwikkeling of natuurbehoud met inachtname van de ontwikkelingsmogelijkheden voor passieve recreatie in zoverre ze in overeenstemming te brengen is met de hoofdfunctie.
Vooraleer vergunning kan worden bekomen voor inrichtingswerkzaamheden inzake natuurontwikkeling of passieve recreatie (fiets- en wandelpaden, aanlegsteigers...) dient een inrichtingsplan voor het geheel door AROHM goedgekeurd te worden.
In functie van het vergroten van de attractiviteit en het bezoekerspotentieel van "de Wissen" wenst het herstructureringscomité de zone aansluitend bij het bezoekerscentrum in te richten als educatieve en recreatieve zone.
Advies : Deze bezwaren worden bijgetreden.
De vraag naar een zone voor "natuurgerichte recreatie" voor de visvijver binnen het grindwinningsgebied te Maaseik kan niet worden bijgetreden aangezien deze buiten het plangebied valt.
Dezelfde bemerking betreft de gevraagde wijzigingen aan het bezoekerscentrum "de Wissen".
Argumentatie : Zie het eigen advies van de streekcommissie.
De commissie is daarbij van oordeel dat het Grindherstructureringscomité te weinig betrokken geweest bij de vaststelling van het ontwerp.
Nr. 121 : M.G. Bohnen 3650 Elen Bezwaren betreffen Dilsen-Stokkem en Maaseik.
Zie algemene bemerkingen.
Nr. 312 : Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Gouverneur Roppesingel 25 3500 Hasselt (zie tekst ondersteunende bezwaarschriften) Nr. 360 : Dragetra NV Bleumerhoven 14 3680 Maaseik Het bezwaar betreft percelen gelegen te Dilsen-Stokkem, Elerweert en Kinrooi-Herenlaak.
De bestemming van de gronden te Dilsen-Stokkem worden gewijzigd van AGEB en LWAG naar natuurgebied. De huidige bestemming te Herenlaak is : ontginningsgebied met nabestemming agrarisch gebied en in het uiterst zuidwestelijk deel is bufferzone. In het ontwerp tot wijziging van het gewestplan wordt de bestemming NO-gebied in het noordoosten, LWAG in het oostelijk gedeelte, en op de achtergrond van beide gebieden een lange strook ontginningsgebied met nabestemming recreatiegebied. - De NV Dragetra dient bezwaar in omdat de wijzigingen een verzwaring van de actuele bestemming inhouden. - Het dossier werd onvolledig ter inzage gelegd, d.w.z. zonder de stukken waarnaar het besluit van 28 april 2000 van de Vlaamse regering verwijst. (zie bezwaren inzake procedure); - het tweede bezwaar betreft de bestemming zelf.
Bezwaarindiener stelt voor de voorziene bestemmingen in het ontwerp te Elerweert (AGEB en LWAG) te wijzigen in « ontginningsgebied met nabestemming natuur » of minstens NO met tussenbestemming ontginningsgebied.
In natuurgebieden kunnen enkel de werken en handelingen vereist voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu worden toegestaan. Voor deze gronden geldt derhalve een zo goed als volledig bouwverbod. Voor de NV Dragetra betekent dit dat zij verplicht wordt de uitvoering van haar projecten inzake grindwinning te staken.
Een bestemming ontginningsgebied met nabestemming natuur laat nog een gefaseerde winning van zand en grind toe.
Uit de motivering van het besluit van de Vlaamse regering blijkt dat de prioriteit gelegen is in het behoud en het herstel van de natuur.
De NV Dragetra is bereid de overheid te helpen in de uitvoering van haar projecten (verbreding stroomgeul, weerdverlaging...) en stelt daarom voor de werken die moeten worden uitgevoerd, over te nemen. Na uitgraving van de klei, om de grind weg te halen, zal zij de put terug opvullen met klei en aarde afkomstig van de omliggende omgeving. Dit is een combinatie van grindwinning en weerdverlaging. De kosten ter realisatie van het Grensmaasproject zullen hierdoor aanzienlijk worden verminderd. Dergelijke werken kunnen evenwel alleen worden toegelaten in ontginningsgebied, met nabestemming natuur of in een NO met tussenbestemming ontginning. - de NV Dragetra wijst er tenslotte nog op dat haar kantoor zich bevindt in de zuidwestelijke punt aan de Maasoever te Herenlaak.
Oorspronkelijk werd dit gebied ingekleurd als bufferzone. Nu wordt als bestemming voorzien : « ontginningsgebied met nabestemming recreatiegebied. » Omdat in betrokken gebied reeds permanente woonbebouwing aanwezig is, stelt bezwaarindiener voor het betrokken gebied in te kleuren als woongebied of recreatiegebied, ofwel als ontginningsgebied met nabestemming woongebied of recreatie. In de streek is een grote opkomst van horeca en hotels, zodat de nieuwe bestemming zou kunnen aansluiten bij de reeds bestaande woningbouw en kadert in de verlenging van de bestaande jachthaven Herenlaak en camping.
Advies : De argumenten in verband met het openbaar onderzoek worden bijgetreden.
De vraag naar bijkomend ontginningsgebied te Elerweert wordt niet bijgetreden.
De bezwaar betreffende de bufferzone te Maaseik wordt niet bijgetreden.
Argumentatie : In het huidige gewestplan is evenmin ontginningsgebied voorzien te Elerweert.
Voor de bufferzone te Maaseik wordt in het besluit van de Vlaamse regering reeds een wijziging voorzien naar ontginningsgebied met nabestemming recreatie, zoals gevraagd in het bezwaarschrift.
De commissie adviseert deze wijziging ongunstig en vraagt het behoud van de huidige bestemming : bufferzone.
Nr. 362 : Natuurbeschermingsaktie Limburg Boogstraat 35 3530 Houthalen (zie tekst ondersteunende bezwaarschriften) Nr. 363 : Maaslandse Milieuaktie Biesweg 24 3620 Lanaken-Rekem Zie tekst algemene bezwaarschriften Nr. 368 : Ir. Bohnen-Vanhoef Damiaan 11 3650 Dilsen-Stokkem Het onteigeningsbesluit van minister Stevaert van 4 mei 2000 « ter uitvoering van een project voor rivierherstel, verbetering van de vismigratie en de aanleg van paaiplaatsen waarbij dit project in overeenstemming is met het natuurontwikkelingsplan voor het grensmaasgebied, zones voor weerdverlaging » is onlosmakelijk verbonden met deze wijziging. a) bezwaren inzake procedure : zie 1.1. b) bezwaren betreffende informatie : zie 1.1. c) Milieu- en natuurbezwaren De huidige rivierbedding besvat een zwaar en historische vervuiling van vooral zware metalen afkomstig van de DSM-fabrieken te Geleen, maar vooral van de Waalse industrie. Bij overstromingen draagt de Maas een zeer zware vuilvracht met zich mee.
Argumentatie inzake opruiming, zie algemene bezwaren Momenteel zijn de oevers van de Maas begroeid door een vrij natuurlijke vegetatie, met echter uitheemse planten, zoals de sterk woekerende en alles overheersende Amerikaanse aardpeer. De enige haalbare oplossing om een natuureigen bio-diversiteit te behouden, is een vorm van afspraak of convenant via correct uitbetaalde vrijwillige beheersovereenkomsten in het kader van een intensieve begrazing in het voorjaar. d) bezwaren in het kader van natuurontwikkeling : alvorens via een gewestplanwijziging het grensmaasproject wordt geïnitieerd dient een sluitend antwoord te worden gegeven hoe een rattenplaag van uitheemse muskusratten wordt voorkomen (er is nu reeds een probleem), en op de vraag hoe men loslopende, verwilderde dieren langs de Maasoevers zal behoeden van de verdrinkingsdood bij een onverwacht opkomende Maas.e) veiligheidsbezwaren : de grensmaas levert aan Vlaamse zijde quasi geen probleem meer voor de achterliggende bewoning door de realisatie van het winterdijkenplan. De stremmingspunten moeten eerst worden aangepakt, vooraleer een locatie in het grensmaasproject kan worden uitgevoerd. f) landbouwkundige bezwaren : Twee derden van de maasuiterwaarden aan Belgische zijde zijn ontgrind en worden heringericht naar recreatie en natuur.Er rest nog maar een klein derde van de landbouwoppervlakte.
Zie verder : algemene bezwaren. g) maatschappelijke bezwaren : de Maasdorpen worden nu al overspoeld door een zware recreatieve druk. Ze hebben nood aan het behoud van een eigen open leefruimte die vandaag gecreëerd en onderhouden wordt door de landbouw. De vrij toegankelijke maasuiterwaarden zijn morgen door de gewestplanwijziging verboden gebied voor de autochtone bewoners. Dit is onaanvaardbaar.
Advies : a) dit bezwaar wordt bijgetreden b) dit bezwaar wordt bijgetreden c) de comissie neemt kennis van deze zienswijze d) e) idem.f) dit bezwaar wordt bijgetreden. De commissie neemt kennis van deze zienswijze.
Argumentatie a) zie het eigen advies van de streekcommissie b) idem c) d) e) deze bezwaren betreffen de inrichting en onderhoud van de betrokken gebieden.Problemen hieromtrent kunnen niet via een gewestplan worden opgelost. De veiligheidsproblematiek moet aan bod komen nadat de nodige gronden zijn onteigend. Er wordt hierbij eveneens verwezen naar de voorwaarden voor de realisatie van het Grensmaasproject, zoals door de Bestendige Deputatie opgenomen in haar advies. f) zie argumentatie betreffende de bezwaren van de landbouwers.g) het al dan niet toegankelijk zijn van bepaalde gebieden vloeit niet voort uit de bestemming die door het gewestplan aan die gebieden worden gegeven. Nr. 369 : Landelijke Gilden Minderbroedersstraat 8 3000 Leuven zie 2.1. algemene bezwaren.
Nr. 370 : Grindcomité Kunstlaan 18 3500 Hasselt a) het ontwerp van gewestplanwijziging houdt in ongelijke mate rekening met de legitieme voorstellen van het Herstructureringscomité. Dit in tegenstelling met de wensen voor het grensmaasproject, waarvoor enkel een intentieverklaring geldt voor een grensoverschrijdend overlegkader inzake structuur en inrichting van de grensmaasvallei.
Aan slechts 7 van de 21 voorstellen (kleinere zones) van het herstructureringscomité werd tegemoet gekomen, het grensmaasproject daarentegen wijzigt grote locaties, waaronder de Boertienlocaties. Het grindcomité onderschrijft dan ook de bezwaren geuit door het Herstructureringscomité. b) Het grindcomité is belast met het toezicht op de naleving van de productiequota. - op basis van het afbouwscenario in de beleidsnota van 1990 en het goedgekeurde beleidsplan zijn de vastgestelde productievolumina 59,5 miljoen ton valleigrind en 41,4 miljoen ton berggrind. - wanneer de Vlaamse regering productiequota toekent houdt dit enerzijds een mogelijkheid tot sanctioneren van gebeurlijke individuele overschrijdingen, maar anderzijds ook een recht voor de betrokken ondernemingen om de vooropgestelde hoeveelheden ook te winnen. - in artikel 17 van het grinddecreet wordt bepaald dat de Vlaamse regering het initiatief neemt tot wijziging van de betrokken gewestplannen, om de vastgestelde quota daadwerkelijk te kunnen realiseren.
De studies uitgevoerd door de Afdeling voor Natuurlijke rijkdommen en Energie wijzen uit dat de bestaande grindvoorraden in de ontginningsgebieden op het huidig gewestplan niet toereikend zijn om de behoeften aan grind te dekken en om de productiequota tot 31 december 2005 te waarborgen.
In het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2000, wordt het gebied tussen de LBU-concessie en de Mechelse heide gewijzigd van AGEB naar natuurgebied. In werkelijkheid is het bodemgebruik : grondgebonden ruwvoedergebruik, momenteel maïscultuur.
Voor de verdere argumentering : zie bezwaarschrift Grindherstructureringscomité.
Daar er een tekort is aan ontginningsterreinen is het aangewezen dat een uitbreiding van ontginningsgebied best op die plaats zou komen, waarvoor dan de bestemming « reservegebied voor ontginning » zou moeten worden met als eindbestemming « natuurgebied ». Indien dit om juridische redenen niet mogelijk zou zijn vraagt het comité het behoud van de huidige bestemming.
Advies : a) dit bezwaar wordt bijgetreden.b) dit bezwaar wordt bijgetreden. Argumentatie : a) zie het eigen advies van de streekcommissie b) idem Nr.373 : F. Parren Veldstraat 29 3640 Kessenich Bezwaarindiener is grotendeels akkoord doch er is geen rekening gehouden met de speciale beschermingszones in het kader van de EG-vogelrichtlijn en habitatrichtlijn. a) Vijverbroek (bijlage 1) de omzetting van LWAG naar natuurgebied wordt bijgetreden, behalve de opname van een woning in het oostelijke deel : blijkbaar betreft het hier een technische vergissing.b) de unieke steilrand langsheen de Vijverbroekstraat had over de ganse lengte als R-gebied moeten worden aangeduid en over een iets grotere breedte.Het is ook van belang een zone van 10 meter boven de steilrand aan te duiden. c) centrale gedeelte : de huidige bestemming is achterhaald : het gebied wordt nu al als reservaat beheerd;d) de omzetting van agrarisch gebied en LWAG naar AGEB is een verbetering doch absoluut onvoldoende.Om de drie natuurreservaten Vijverbroek, Koningsteen, Kollegreend met elkaar te verbinden is een intekening als NO aangewezen. d) de zone tussen het woonhuis langs de Thornerweg en de Raambeek verdient de bestemming reservaat als beekbegeleidende verbindingszone tussen Vijverbroek en Koningsteen of tussen de oude Maasmeander en de Maas;Langs alle aanwezige beken in het gebied (Witbeek, Itterbeek, en Raambeek) dient een zone van 10 m te worden aangeduid als natuurgebied in functie van het onderhoud enz.. e)boterakker (zie tekst) Advies : a) dit bezwaar wordt bijgetreden b) c) d) e) de commissie treedt deze vragen niet bij Argumentatie : a) zie het eigen advies van de streekcommissie b) c) d) e) bezwaarindiener is van oordeel dat de huidige wijzigingen voldoende bescherming bieden aan de bedoelde gebieden.Een aantal bestemmingen, zoals de beken, vallen buiten het plangebied.
Nr. 374 : Bond beter leefmilieu Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel Ondersteunend bezwaarschrift : zie deel 1 Bestemmingswijziging van het Kempisch plateau : BBL gaat niet akkoord : a) omdat het aangekondigde protocol tussen overheid, Sibelco en het regionaal landschap een onderdeel had moeten vormen van het openbaar onderzoek.b) de voorgestelde uitbreiding van ontginning gelegen is in een Europees beschermd Vogel- en habitatrichtlijngebied.Deze bestemmingswijziging is niet ingegeven door redenen van groot openbaar belang (d.i. de enige uitzondering om de beschermde gebieden aan te snijden), maar wel om redenen van privaat belang van één bedrijf (Sibelco) c) de uitbreiding van de ontginningszone zal onomkeerbare schade aan natuur en landschap veroorzaken.Het voorzien van de nabestemming natuur is voor de BBL niet meer dan een doekje voor het bloeden.
Advies : a)dit bezwaar wordt bijgetreden b)dit bezwaar wordt niet bijgetreden c)de commissie neemt kennis van deze zienswijze Argumentatie : a) zie het advies van de commissie omtrent het openbaar onderzoek b) De commissie is van oordeel dat economische redenen kunnen samenvallen met het algemeen belang. Nr. 377 : Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap : natuurtechnische Milieubouw Koning Albert II-Laan 20 1000 Brussel Algemeen : zie bezwaarschrift 378, doch hier betreft het actie 93.
De bemerkingen per kaartblad betreffen de wijzigingen Boterakker, die verbeterd kunnen worden; Klauwenhof : idem, De wijzigingen aan de uiterwaarden Heppeneert-Elen worden volledig bijgetreden. Hierbij wordt een zeer gedetailleerd motivering gevoegd, inzake de biologische waarden van het gebied en de aanwezige flora en fauna.
De ondersteuning van de wijzigingen te Bichterweerd, Kerkeweerd, Kotem, Herbricht en Hochterbampd zijn op gelijkaardige wijze gemotiveerd.
Afrondende bemerkingen : - betreffende recreatie : zie Nr. 378 - betreffende mestwetgeving deze wetgeving wordt vaak gebruikt als argument tegen eventuele groene gewestplanwijzigingen.
Zowel de aanduiding als natuurgebied en agrarisch gebied met ecologisch belang hebben geen rechtstreekse invloed op de mestwetgeving. Wel is het zo dat volgens het mestdecreet binnen de bijkomende (definitief vastgestelde) natuurgebieden voor 1 januari van het jaar volgend op de definitieve vaststelling van een gewestplan, de percelen waar de nulbemesting van toepassing is, moeten aangeduid worden. De afbakening van deze percelen vergt echter een bijkomende afbakening van de zogeheten « groenlaag »- een beslissing van de Vlaamse regering, ook ondanks het feit dat de bepaling van het mestdecreet op dit punt auto-executief is.
Gelet ook op het feit dat de normen voor nitraatgevoelig gebied van toepassing zijn in de Maasvallei ten zuiden van de Maasbrug, is het verschil in de meeste gevallen tussen een nulbemesting en een beperkte bemesting in het kader van het mestdecreet voor een nitraatgevoelig gebied eerder beperkt.
Advies : - Voor de algemene bemerkingen, zie het advies van de streekcommissie over de algemene bezwaren. - de commissie neemt kennis van deze zienswijze Nr. 378 : Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap : Natuurtechnische Milieubouw Koning Albert II-Laan 20 1000 Brussel De bezwaren worden ingediend door de verantwoordelijke voor de acties 92 en 101 van het milieubeleidsplan 1997-2001. Het opstellen van een milieubeleidsplan is wettelijk vastgelegd in het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
De voorgestelde wijzigingen op het gewestplan Limburgs Maasland zijn ondersteunend om de doelstellingen van de acties 92 en 101 van het huidig milieubeleidsplan op het terrein mogelijk te maken. Alle « groene » wijzigingen worden daarom ondersteund.
Per bijlage worden nog een aantal meer concrete bezwaren en opmerkingen gegeven;
Bijlage 4 : De omzettingen die verband houden met de witzandontginningen worden gesteund onder navolgende randvoorwaarden : - het evenwicht tussen natuur en witzandwinning blijft bewaard bij de definitieve inherzieningstelling; - het protocol tussen de Vlaamse regering, de gemeente Maasmechelen, Sibelco en het regionaal Landschap Kempen en Maasland wordt volledig uitgevoerd; - bij de verdere invulling van de voorgestelde bestemmingswijzigingen moet de ontwikkeling van de natuur beantwoorden aan de ecologische vereisten van de habitats van Bijlage I en II van de EG-richtlijnen.
De wijziging van agrarisch gebied met AGEB naar natuurgebied ten oosten van de groeve LBU is cruciaal. In het geval dat deze niet zou plaatsvinden is dit een ernstige verstoring van het evenwicht tussen natuur en witzandwinning.
De omzettingen van natuurgebied naar ontginningsgebied met nabestemming natuurgebied kunnen niet ondersteund worden omdat de procedure van de leden 3 en 4 van de habitatrichtlijn niet gevolgd is.
Deze omzettingen zijn door de Vlaamse regering voorgesteld als habitatgebied en behoren in principe tot het natura 2000-netwerk.
Afrondende bemerking inzake recreatie : algemeen gesteld verhindert de aanduiding als natuurgebied passief recreatief medegebruik zoals vissen en wandelen niet. Het gewestplan is niet bepalend voor het al dan niet plaatsvinden van bepaalde recreatieve activiteiten. Het is het inrichtingsniveau, niet het niveau van het gewestplan zelf, dat elementen van recreatief gebruik of medegebruik geregeld wordt.
Advies : De bezwaren in verband met de wijziging van AGEB naar natuurgebied (bijlage 4) worden niet bijgetreden.
Argumentatie De commissie heeft voor deze locatie geadviseerd ontginningsgebied met nabestemminhg natuur te voorzien. De commissie legt de nadruk voor de nabije toekomst op het grindqotum.
Gedaan in zitting van 5 maart 2001.
Hilde Houben-Bertrand, Jan Ruyters, Gouverneur-Voorzitter. secretaris.