← Retour vers "Administration générale de la Fiscalité. - Annexe au procès-verbal de la Commission mixte réunie à Paris
les 2, 3 et 4 mars 2011, sous le couvert de l'article 24 de la Convention préventive de la double imposition
signée par la France et la Belgiqu Pour l'application de la Convention fiscale
du 10 mars 1964, les autorités compétentes conviennent (...)"
| Administration générale de la Fiscalité. - Annexe au procès-verbal de la Commission mixte réunie à Paris les 2, 3 et 4 mars 2011, sous le couvert de l'article 24 de la Convention préventive de la double imposition signée par la France et la Belgiqu Pour l'application de la Convention fiscale du 10 mars 1964, les autorités compétentes conviennent (...) | Algemene administratie van de Fiscaliteit. - Bijlage bij het verslag van het onderling overleg te Parijs op 2, 3 en 4 maart 2011 zoals voorzien in artikel 24 van de overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting ondert De bevoegde autoriteiten komen voor de toepassing van het dubbelbelastingverdrag van 10 maart 1964 (...) |
|---|---|
| SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES Administration générale de la Fiscalité. - Annexe au procès-verbal de la Commission mixte réunie à Paris les 2, 3 et 4 mars 2011, sous le couvert de l'article 24 de la Convention préventive de la double imposition signée par la France et la Belgique le 10 mars 1964 Pour l'application de la Convention fiscale du 10 mars 1964, les autorités compétentes conviennent des dispositions suivantes, concernant la détermination de la résidence des personnes hébergées dans des maisons de repos ou de repos et de soins en Belgique, au sens de l'article 1er de ladite convention. Les personnes isolées (veufs ou veuves, célibataires) qui ne possèdent plus un foyer d'habitation permanent en France et qui séjournent dans une maison de repos ou une maison de repos et de soins en Belgique sont considérées résidentes de Belgique. Toute personne ayant intégré une maison de repros ou une maison de repos et de soins en Belgique avant le 1er janvier 2012, dont le conjoint est résident de France et avec lequel elle est soumise à une imposition commune en France à l'impôt sur le revenu, est considérée résidente de France. Toute personne qui, à compter du 1er janvier 2012, intègre une maison de repos ou une maison de repos et de soins en Belgique où elle y séjourne de façon continue deux ans ou plus, faisant l'objet d'une imposition commune et dont le conjoint demeure résident de la France, est résidente de France pendant une durée de vingt-quatre mois à compter de la date d'entrée dans l'établissement, et est considérée résidente de Belgique au-delà de ce délai. Les autorités compétentes conviennent que l'autorité compétente belge portera à la connaissance des maisons de repos et des maisons de repos et de soins les conséquences fiscales de cet accord à des fins d'information des personnes concernées. Pour l'Administration française, Carole LE BOURSICAUD Pour l'Administration belge, | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de Fiscaliteit. - Bijlage bij het verslag van het onderling overleg te Parijs op 2, 3 en 4 maart 2011 zoals voorzien in artikel 24 van de overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting ondertekend op 10 maart 1964. - Vertaling De bevoegde autoriteiten komen voor de toepassing van het dubbelbelastingverdrag van 10 maart 1964 met betrekking tot het bepalen van de woonplaats -in de zin van artikel 1 van dit verdrag- van personen die in een Belgisch rust- en/of verzorgingstehuis verblijven, het volgende overeen. Alleenstaande personen (weduwe(naar) of vrijgezel) die niet langer over een permanente verblijfplaats in Frankrijk beschikken en die in een Belgisch rust- en/of verzorgingstehuis verblijven, worden als inwoners van België beschouwd. Alle personen, die reeds van vóór 1 januari 2012 in een Belgisch rust- en/of verzorgingstehuis verblijven, waarvan de echtgeno(o)t(e) inwoner is van Frankrijk en waarmee hij/zij aan een gemeenschappelijke aanslag in de Franse inkomstenbelasting is onderworpen, worden als inwoner van Frankrijk beschouwd. Alle personen die vanaf 1 januari 2012 hun verblijf aanvatten in een Belgisch rust- en/of verzorgingstehuis en er twee jaar of langer blijven, en die onderworpen zijn aan een gemeenschappelijke aanslag en waarvan de echtgeno(o)t(e) inwoner is van Frankrijk, worden gedurende vierentwintig maanden - te tellen vanaf het ogenblik van aankomst in het tehuis - nog als inwoner van Frankrijk beschouwd. Na het verstrijken van deze periode wordt hij/zij beschouwd als inwoner van België. De bevoegde autoriteiten komen overeen dat de Belgische bevoegde autoriteit de rust- en verzorgingstehuizen over de fiscale gevolgen van dit akkoord zullen inlichten zodat deze op hun beurt de betrokken personen kunnen informeren. Voor de Franse Administratie, Carole LE BOURSICAUD Voor de Belgische Administratie, |
| Sandra KNAEPEN | Sandra KNAEPEN |