← Retour vers "Loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, les entreprises de sécurité et les services
internes de gardiennage. - Modification Par arrêté ministériel du 6 novembre 1998, l'article
2 de l'arrêté ministériel du 4 juillet 1997 autoris « L'autorisation visée à l'article 1er se rapporte
aux activités de surveillance et protection de b(...)"
| Loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, les entreprises de sécurité et les services internes de gardiennage. - Modification Par arrêté ministériel du 6 novembre 1998, l'article 2 de l'arrêté ministériel du 4 juillet 1997 autoris « L'autorisation visée à l'article 1er se rapporte aux activités de surveillance et protection de b(...) | Wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten. - Wijziging Bij ministerieel besluit van 6 november 1998 wordt artikel 2 van ministerieel besluit van 4 juli 1997 tot vergunning van d De in artikel 1 bedoelde vergunning heeft betrekking op de activiteiten van toezicht op en bescherm(...) |
|---|---|
| MINISTERE DE L'INTERIEUR | MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN |
| Loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, les | Wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, |
| entreprises de sécurité et les services internes de gardiennage. - Modification | beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten. - Wijziging |
| Par arrêté ministériel du 6 novembre 1998, l'article 2 de l'arrêté | Bij ministerieel besluit van 6 november 1998 wordt artikel 2 van |
| ministériel du 4 juillet 1997 autorisant M. Philip Timmermans à exploiter une entreprise de gardiennage, est remplacé comme suit : « L'autorisation visée à l'article 1er se rapporte aux activités de surveillance et protection de biens mobiliers ou immobiliers. Ces activités peuvent s'effectuer avec arme. Dans le cas où, lors de rassemblement de personnes, les activités sont exercées dans des lieux fermés, elles doivent s'effectuer sans chien. Dans tous les autres cas, les activités de gardiennage, considérées comme activités à risques, peuvent s'effectuer avec chien pour autant que les conditions suivantes soient observées : 1° Le chien doit en permanence être tenu en laisse; 2° Si d'autres personnes que l'agent de s#curit# ma*tre-chien sont | ministerieel besluit van 4 juli 1997 tot vergunning van de heer Philip Timmermans tot het exploiteren van een bewakingsonderneming, vervangen als volgt : De in artikel 1 bedoelde vergunning heeft betrekking op de activiteiten van toezicht op en bescherming van roerende of onroerende goederen. Deze activiteiten kunnen met wapen worden uitgeoefend. In geval deze activiteiten worden uitgeoefend naar aanleiding van bijeenkomsten van personen in een gesloten ruimte, dienen zij zonder hond te worden uitgeoefend. In alle andere gevallen kunnen deze bewakingsactiviteiten die als risicovol beschouwd worden, worden uitgeoefend met hond, mits de volgende voorwaarden worden nageleefd : 1° De hond dient te allen tijde aan de leiband te worden gehouden; 2° Indien andere personen dan de bewakerhondengeleider geacht worden |
| suppos#es ~tre pr#sentes, le chien doit en outre porter une museli&re. | aanwezig te zijn, dient de hond tevens te zijn voorzien van een muilkorf. |