← Retour vers "Loi visant à modifier les conséquences sur l'impôt sur les revenus des donations à l'Etat et les modalités des dations d'oeuvres d'art en paiement de droits de succession "
| Loi visant à modifier les conséquences sur l'impôt sur les revenus des donations à l'Etat et les modalités des dations d'oeuvres d'art en paiement de droits de succession | Wet tot wijziging van de gevolgen voor de inkomstenbelastingen van schenkingen aan de Staat en tot wijziging van de regeling voor de aangifte van kunstwerken ter betaling van successierechten |
|---|---|
| MINISTERE DES FINANCES 21 JUIN 2001. - Loi visant à modifier les conséquences sur l'impôt sur les revenus des donations à l'Etat et les modalités des dations d'oeuvres d'art en paiement de droits de succession (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Les chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit : Article 1er.Cette loi règle une matière visée à l'article 78 de la |
MINISTERIE VAN FINANCIEN 21 JUNI 2001. - Wet tot wijziging van de gevolgen voor de inkomstenbelastingen van schenkingen aan de Staat en tot wijziging van de regeling voor de aangifte van kunstwerken ter betaling van successierechten (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 78 |
| Constitution. | van de Grondwet. |
Art. 2.L'article 83-3 du Code des droits de succession, inséré par la |
Art. 2.Artikel 83-3 van het Wetboek der successierechten, ingevoegd |
| loi du 1er août 1985, est remplacé par la disposition suivante : | bij de wet van 1 augustus 1985, wordt vervangen als volgt : |
| « Art. 83-3. - Tout héritier, légataire ou donataire peut, s'il a sur | « Art. 83-3. - Iedere erfgenaam, legetaris of begiftigde kan, mits hij |
| le plan civil la capacité requise à cet effet, demander d'acquitter tout ou partie des droits, exigibles du chef d'une succession, au moyen de la dation en paiement d'oeuvres d'art, qui, sur avis conforme de la commission spéciale visée à l'article 83-4, sont reconnues par le ministre des Finances comme appartenant au patrimoine culturel mobilier du pays ou comme ayant une renommée internationale. Pour pouvoir être offertes en paiement, les oeuvres d'art doivent dépendre pour la totalité de la succession ou appartenir pour la totalité au jour du décès au défunt et/ou à son conjoint survivant ou aux héritiers, légataires ou donataires. Ce mode exceptionnel de paiement est subordonné à l'acceptation de l'offre par le Ministre des Finances. Les oeuvres d'art offertes en paiement, qu'elles fassent partie ou non de la succession, sont évaluées par la commission spéciale visée à | daartoe civielrechtelijk bevoegd is, verzoeken de uit hoofde van een nalatenschap invorderbare rechten geheel of ten dele te voldoen door de afgifte van kunstwerken waarvan de minister van Financiën, op eensluidend advies van de in artikel 83-4 bedoelde bijzondere commissie, erkent dat zij tot het roerend cultureel erfgoed van het land behoren of dat zij internationale faam genieten. Om ter betaling te kunnen worden aangeboden, moeten de kunstwerken in hun geheel deel uitmaken van de nalatenschap of op de dag van het overlijden in hun geheel toebehoren aan de overledene en/of aan zijn overlevende echtgenoot of aan de erfgenamen, legatarissen of begiftigden. Deze uitzonderlijke betalingswijze is afhankelijk van de aanvaarding van het aanbod door de Minister van Financiën. De ter betaling aangeboden kunstwerken worden, ongeacht of zij al dan niet deel uitmaken van de nalatenschap, geschat door de in artikel |
| l'article 83-4 et sont considérées comme étant offertes pour la valeur | 83-4 bedoelde bijzondere commissie en worden geacht te worden |
| fixée par l'évaluation préalable. Si l'oeuvre d'art fait partie de la | aangeboden tegen de waarde die bij de voorafgaande schatting werd |
| succession, la valeur fixée par cette évaluation préalable sera en | vastgesteld. Maakt het kunstwerk deel uit van de nalatenschap, dan |
| outre prise en compte pour la perception du droit de succession. Les frais de cette évaluation sont avancés par les demandeurs. Ils sont supportés par l'Etat lorsque le Ministre des Finances accepte tout ou partie de la dation en paiement. Les héritiers, légataires ou donataires introduisent la demande d'évaluation par lettre recommandée à la poste envoyée au président de la commission spéciale visée à l'article 83-4. Cette demande est dénoncée au même moment, par lettre recommandée à la poste, au receveur du bureau où la déclaration doit être déposée. La preuve que les biens offerts en paiement dépendent pour la totalité de la succession ou appartiennent pour la totalité au défunt et/ou à son conjoint survivant ou aux héritiers, légataires ou donataires, peut être faite par toutes voies de droit, témoignages et présomptions compris, mais à l'exception du serment. Des règles complémentaires relatives à la dation en paiement sont fixées par arrêté royal. » Art. 3.Un article 83-4, rédigé comme suit, est inséré dans le même |
wordt de waarde die is vastgesteld bij deze voorafgaande schatting daarenboven in aanmerking genomen voor de heffing van de successierechten. De kosten verbonden aan deze schatting worden voorgeschoten door de verzoekers. Ze worden door de Staat gedragen wanneer de Minister van Financiën de inbetalinggeving geheel of ten dele aanvaardt. De erfgenamen, legatarissen of begiftigden dienen de schattingsaanvraag in bij een ter post aangetekende brief bij de voorzitter van de in artikel 83-4 bedoelde bijzondere commissie. Deze aanvraag wordt terzelfder tijd bij een ter post aangetekende brief betekend aan de ontvanger van het bureau waar de aangifte moet worden ingediend. Het bewijs dat de ter betaling aangeboden goederen in hun geheel tot de nalatenschap behoren of in hun geheel toebehoren aan de overledene en/of zijn overlevende echtgenoot of aan de erfgenamen, legatarissen of begiftigden, kan worden geleverd door alle wettelijke middelen, met inbegrip van getuigenissen en vermoedens, maar met uitsluiting van de eed. Aanvullende regels betreffende de inbetalinggeving worden vastgelegd bij koninklijk besluit. » Art. 3.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 83-4 ingevoegd, |
| Code : | luidende : |
| « Art. 83-4. - La commission spéciale dont question à l'article 83-3 a | « Art. 83-4. - De in artikel 83-3 bedoelde bijzondere commissie heeft |
| pour mission de donner au Ministre des Finances un avis contraignant | tot taak de Minister van Financiën een bindend advies te geven over : |
| sur : 1° la question de savoir si les oeuvres d'art offertes en paiement | 1° de vraag of de ter betaling aangeboden kunstwerken tot het roerend |
| appartiennent au patrimoine culturel mobilier du pays ou sont de | cultureel erfgoed van het land behoren of internationaal befaamd zijn; |
| renommée internationale; 2° la recevabilité de l'offre de dation en paiement; | 2° de ontvankelijkheid van het aanbod tot inbetalinggeving; |
| 3° la valeur en argent des oeuvres d'art offertes. | 3° de geldwaarde van de aangeboden kunstwerken. |
| La commission spéciale est composée de : | De bijzondere commissie is samengesteld uit : |
| 1° trois fonctionnaires du Ministère des Finances; | 1° drie ambtenaren van het Ministerie van Financiën; |
| 2° trois membres présentés par les gouvernements de communautés; | 2° drie leden voorgedragen door de gemeenschapsregeringen; |
| 3° quatre membres, représentant respectivement les Musées royaux des | 3° vier leden, respectievelijk vertegenwoordigers van de Koninklijke |
| Beaux-Arts de Belgique, les Musées royaux d'Art et d'Histoire, | Musea voor Schone Kunsten van België, de Koninklijke Musea voor Kunst |
| l'Institut royal des Sciences naturelles de Belgique et le Musée royal | en Geschiedenis, het Koninklijk Belgisch Instituut voor |
| de l'Afrique centrale, proposés par le Conseil scientifique de chacune | Natuurwetenschappen en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, |
| de ces quatre institutions scientifiques. | voorgedragen door de Wetenschappelijke Raad van ieder van die vier |
| federale wetenschappelijke instellingen. | |
| Les membres de la commission spéciale sont nommés par le Ministre des | De leden van de bijzondere commissie worden door de Minister van |
| Finances. | Financiën benoemd. |
| Le ministre des Finances détermine le mode d'organisation et de | De organisatie en de werkwijze van de bijzondere commissie worden door |
| fonctionnement de la commission spéciale. » | de Minister van Financiën vastgesteld. » |
Art. 4.L'article 104, 5°, b), du Code des impôts sur les revenus 1992 |
Art. 4.Artikel 104, 5°, b), van het Wetboek van de |
| est remplacé par la disposition suivante : | inkomstenbelastingen 1992, wordt vervangen als volgt : |
| « b) soit sous la forme d'oeuvres d'art que le Ministre des Finances | « b) ofwel in de vorm van kunstwerken waarvan de minster van Financiën |
| reconnaît, conformément à l'article 111, comme appartenant au | overeenkomstig artikel 111 erkent dat zij behoren tot het roerend |
| patrimoine culturel mobilier du pays ou comme ayant une renommée | cultureel erfgoed van het land of dat zij internationale faam |
| internationale. » | genieten. » |
Art. 5.L'article 111 du même Code est remplacé par la disposition suivante : |
Art. 5.Artikel 111 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : |
| « Art. 111.- Le Ministre des Finances reconnaît comme appartenant au | « Art. 111.- De Minister van Financiën erkent dat de kunstwerken |
| patrimoine culturel mobilier du pays ou comme ayant une renommée | bedoeld in artikel 104, 5°, b), behoren tot het roerend cultureel |
| internationale les oeuvres visées à l'article 104, 5°, b) et fixe leur | erfgoed van het land of dat zij internationale faam genieten en stelt |
| valeur en argent. La déduction est accordée à concurrence de la valeur | hun geldwaarde vast. De aftrek wordt verleend tot de aldus |
| en argent fixée de cette manière. | vastgestelde geldwaarde. |
| La commission spéciale visée à l'article 83-4 du Code des droits de | De bijzondere commissie bedoeld in artikel 83-4 van het Wetboek der |
| succession donne au Ministre des Finances un avis contraignant sur : | |
| 1° la question de savoir si les oeuvres d'art offertes appartiennent | successierechten geeft de Minister van Financiën een bindend advies over : |
| au patrimoine culturel mobilier du pays ou sont de renommée | 1° de vraag of de aangeboden kunstwerken tot het roerend cultureel |
| internationale : | erfgoed van het land behoren of internationale faam genieten; |
| 2° la recevabilité de la donation; | 2° de ontvankelijkheid van de schenking; |
| 3° la valeur en argent de l'oeuvre d'art offerte. | 3° de geldwaarde van het aangeboden kunstwerk. |
| Les frais de l'évaluation sont avancés par le contribuable. La reconnaissance par le Ministre des Finances et la valeur fixée en argent, visées à l'alinéa 1er, sont valables pour une période de six mois prenant cours à partir de la notification, par lettre recommandée à la poste, au contribuable de cette reconnaissance et de cette valeur en argent. Les frais de l'évaluation de l'oeuvre d'art sont remboursés au contribuable dès lors que celui-ci a apporté la preuve que la donation a été effectuée dans le délai imparti fixé à l'alinéa précédent. | De kosten van de schatting worden voorgeschoten door de belastingplichtige. De erkenning door de Minister van Financiën en de vastgestelde geldwaarde bedoeld in het eerste lid, gelden voor een termijn van zes maanden vanaf de kennisgeving van die erkenning en die geldwaarde, bij een ter post aangetekende brief, aan de belastingplichtige. De kosten van de schatting van het kunstwerk worden aan de belastingplichtige terugbetaald zodra hij het bewijs heeft geleverd dat de schenking binnen de in het voorgaande lid gestelde termijn is verricht. |
| Le Roi définit les modalités de l'avance et du remboursement des frais | De Koning stelt de nadere regels vast betreffende het voorschot en de |
| d'évaluation. » | terugbetaling van de schattingskosten. » |
Art. 6.Le Roi fixe la date d'entrée en vigueur de chacune des |
Art. 6.De Koning bepaalt voor elk artikel van deze wet de datum |
| dispositions de la présente loi. | waarop het in werking treedt. |
| Promulguons la présente loi, ordonnons qu'elle soi revêtue du sceau au | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden |
| de l'Etat et publiée par le Moniteur belge. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
| Donné à Bruxelles, le 21 juin 2001. | Gegeven te Brussel, 21 juni 2001. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| Le Ministre des Finances, | De Minister van Financiën, |
| D. REYNDERS | D. REYNDERS |
| Scellé du sceau de l'Etat : | Met 's Lands zegel gezegeld : |
| Le Ministre de la Justice, | De Minister van Justitie, |
| M. VERWILGHEN | M. VERWILGHEN |
| _______ | _______ |
| Notes | Nota's |
| (1) Références parlementaires : | (1) Parlementaire verwijzingen : |
| Sénat : | Senaat : |
| 2-75 SE 1999 : | 2-75 - BZ 1999 : |
| N° 1 : Proposition de loi de M. Monfils et consorts. | Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Monfils c.s. |
| 2-75 2000/2001 : | 2-75 - 2000/2001 : |
| N° 2 : Amendements. | Nr. 2 : Amendementen. |
| N° 3 : Rapport. | Nr. 3 : Verslag. |
| N° 4 : Texte adopté par la commission. | Nr. 4 : Tekst aangenomen door de commissie. |
| N° 5 : Texte adopté en séance plénière et transmis à la Chambre des | Nr. 5 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan |
| représentants. | de Kamer van volksvertegenwoordigers. |
| 2-75 2000/2001 : | 2-75 - 2000/2001 : |
| N° 6 : Projet amendé par la Chambre des représentants. | Nr. 6 : Ontwerp geamendeerd door de Kamer van volksvertegen-woordigers. |
| N° 7 : Rapport. | Nr. 7 : Verslag. |
| N° 8 : Décision de se rallier au projet amendé par la Chambre des | Nr. 8 : Beslissing om in te stemmen met het door de Kamer van |
| représentants. | volksvertegenwoordigers geamendeerde ontwerp. |
| Annales du Sénat : 15 février 2001 et 31 mai 2001. | Handelingen van de Senaat : 15 februari 2001 en 31 mei 2001. |
| Chambre des représentants : | Kamer van volksvertegenwoordigers : |
| 50-1110 2000/2001 : | 50-1110 - 2000/2001 : |
| N° 1 : Projet transmis par le Sénat. | Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Senaat. |
| N°s 2 et 3 : Amendements. | Nrs. 2 en 3 : Amendementen. |
| N° 4 : Rapport. | Nr. 4 : Verslag. |
| N° 5 : Texte adopté par la commission. | Nr. 5 : Tekst aangenomen door de commissie. |
| N° 6 : Texte adopté en séance plénière et renvoyé au Sénat. | Nr. 6 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en teruggezonden naar |
| Compte rendu intégral : 17 mai 2001. | de Senaat. Integraal Verslag : 17 mei 2001. |