Décret concernant les services d'aide à domicile et créant un bureau de consultation pour l'aide à domicile, semi-résidentielle et résidentielle. - Erratum | Decreet betreffende de thuishulpdiensten en houdende oprichting van een consultatiebureau voor thuishulp, transmurale en stationaire hulp. - Erratum |
---|---|
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE GERMANOPHONE | MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP |
16 FEVRIER 2009. - Décret concernant les services d'aide à domicile et | 16 FEBRUARI 2009. - Decreet betreffende de thuishulpdiensten en |
créant un bureau de consultation pour l'aide à domicile, | houdende oprichting van een consultatiebureau voor thuishulp, |
semi-résidentielle et résidentielle. - Erratum | transmurale en stationaire hulp. - Erratum |
La traduction néerlandaise du décret précité, publiée au Moniteur | De Nederlandse vertaling van het voormeld decreet, dat bekendgemaakt |
belge du 7 mai 2009, pp. 35513-35519, est modifiée comme suit : | is in het Belgisch Staatsblad van 7 mei 2009, blz. 35513 tot 35519, |
wordt gewijzigd als volgt : | |
« In artikel 1, 2°, wordt het woord "verplegers" vervangen door het | « In artikel 1, 2°, wordt het woord "verplegers" vervangen door het |
woord "verpleegkundigen". » | woord "verpleegkundigen". » |
Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt : | Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt : |
« Voorlopige erkenning | « Voorlopige erkenning |
Art. 4.Vóór de aanvraag om erkenning dient elke persoon bedoeld in |
Art. 4.Vóór de aanvraag om erkenning dient elke persoon bedoeld in |
artikel 3 die haar dienstprestaties voor de eerste keer aanbiedt, een | artikel 3 die haar dienstprestaties voor de eerste keer aanbiedt, een |
aanvraag om voorlopige erkenning in bij de afdeling. | aanvraag om voorlopige erkenning in bij de afdeling. |
Op basis van een advies van de afdeling kent de Regering een | Op basis van een advies van de afdeling kent de Regering een |
voorlopige erkenning toe, als er voldaan wordt aan de voorwaarden die | voorlopige erkenning toe, als er voldaan wordt aan de voorwaarden die |
in voorliggend decreet en in de bepalingen ter uitvoering ervan zijn | in voorliggend decreet en in de bepalingen ter uitvoering ervan zijn |
vastgelegd. In bijzonder gerechtvaardigde gevallen kan de Regering bij | vastgelegd. In bijzonder gerechtvaardigde gevallen kan de Regering bij |
de voorlopige erkenning voor een bepaalde duur afwijken van de door | de voorlopige erkenning voor een bepaalde duur afwijken van de door |
haar vastgelegde voorwaarden. | haar vastgelegde voorwaarden. |
De voorlopige erkenning geldt voor een periode van zes maanden en kan | De voorlopige erkenning geldt voor een periode van zes maanden en kan |
in bijzonder gerechtvaardigde gevallen met hoogstens zes maanden | in bijzonder gerechtvaardigde gevallen met hoogstens zes maanden |
worden verlengd. » | worden verlengd. » |
Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt : | Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt : |
« Algemene voorwaarden | « Algemene voorwaarden |
Art. 6.Onverminderd andersluidende dwingende wettelijke bepalingen |
Art. 6.Onverminderd andersluidende dwingende wettelijke bepalingen |
legt de Regering de voorwaarden en de procedure vast voor de | legt de Regering de voorwaarden en de procedure vast voor de |
toekenning, de weigering, de schorsing en de intrekking van de | toekenning, de weigering, de schorsing en de intrekking van de |
voorlopige erkenning en van de erkenning alsmede voor de verlenging | voorlopige erkenning en van de erkenning alsmede voor de verlenging |
van de voorlopige erkenning. | van de voorlopige erkenning. |
De door de Regering vastgelegde voorwaarden voor de voorlopige | De door de Regering vastgelegde voorwaarden voor de voorlopige |
erkenning en de erkenning hebben onder andere betrekking op : | erkenning en de erkenning hebben onder andere betrekking op : |
1. de juridische vorm van de inrichtende macht van de dienst of van | 1. de juridische vorm van de inrichtende macht van de dienst of van |
het consultatiebureau; | het consultatiebureau; |
2. de eerbiediging van de persoonlijke rechten van de gebruiker, | 2. de eerbiediging van de persoonlijke rechten van de gebruiker, |
rekening houdend met zijn ideologische, filosofische en religieuze | rekening houdend met zijn ideologische, filosofische en religieuze |
overtuiging; | overtuiging; |
3. de eerbiediging van het privé-leven en van de waardigheid van de | 3. de eerbiediging van het privé-leven en van de waardigheid van de |
gebruiker; | gebruiker; |
4. de inachtneming van de onafhankelijkheid en van de keuzevrijheid | 4. de inachtneming van de onafhankelijkheid en van de keuzevrijheid |
van de gebruiker; | van de gebruiker; |
5. het recht op betrokkenheid van de gebruiker resp. van zijn | 5. het recht op betrokkenheid van de gebruiker resp. van zijn |
vertegenwoordiger, met name zijn deelname aan de uitvoering van de | vertegenwoordiger, met name zijn deelname aan de uitvoering van de |
hulp thuis; | hulp thuis; |
6. de naleving van de rechten en plichten van de gebruiker resp. van | 6. de naleving van de rechten en plichten van de gebruiker resp. van |
zijn vertegenwoordiger onverminderd andersluidende dwingende | zijn vertegenwoordiger onverminderd andersluidende dwingende |
bepalingen; | bepalingen; |
7. de overeenkomst die de dienst en de gebruiker hebben gesloten in de | 7. de overeenkomst die de dienst en de gebruiker hebben gesloten in de |
vorm van een begeleidingsovereenkomst; | vorm van een begeleidingsovereenkomst; |
8. het concept inzake hulpverlening, adviesverstrekking en | 8. het concept inzake hulpverlening, adviesverstrekking en |
begeleiding; | begeleiding; |
9. de openingstijden, de wachtdiensten en de toegankelijkheid van de | 9. de openingstijden, de wachtdiensten en de toegankelijkheid van de |
diensten voor de burgers; | diensten voor de burgers; |
10. de naleving van de minimumnormen inzake personeel; | 10. de naleving van de minimumnormen inzake personeel; |
11. het klachtenbeheer; | 11. het klachtenbeheer; |
12. de maatregelen met het oog op de kwaliteitsborging; | 12. de maatregelen met het oog op de kwaliteitsborging; |
13. het concept inzake contactverzorging; | 13. het concept inzake contactverzorging; |
14. de boekhouding. » | 14. de boekhouding. » |
Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt : | Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt : |
« Bepalingen inzake personeel | « Bepalingen inzake personeel |
Art. 7.Met het oog op de voorlopige erkenning en de erkenning moeten |
Art. 7.Met het oog op de voorlopige erkenning en de erkenning moeten |
volgende voorwaarden in verband met personeel vervuld zijn : | volgende voorwaarden in verband met personeel vervuld zijn : |
§ 1. voor de dienst : | § 1. voor de dienst : |
1. rekening houdend met het goedgekeurde urencontingent de door de | 1. rekening houdend met het goedgekeurde urencontingent de door de |
Regering vastgelegde minimale personeelsformatie naleven en de | Regering vastgelegde minimale personeelsformatie naleven en de |
opdrachten in acht nemen die door de Regering worden vastgelegd voor | opdrachten in acht nemen die door de Regering worden vastgelegd voor |
het personeel dat in het kader van deze minimale personeelsformatie in | het personeel dat in het kader van deze minimale personeelsformatie in |
dienst moet worden genomen; | dienst moet worden genomen; |
2. de in artikel 9, eerste lid, 1°, omschreven hulp laten verlenen | 2. de in artikel 9, eerste lid, 1°, omschreven hulp laten verlenen |
door personen die houder zijn van een diploma van gezins- en | door personen die houder zijn van een diploma van gezins- en |
bejaardenhelper of van een desbetreffend hoger diploma. Zij worden in | bejaardenhelper of van een desbetreffend hoger diploma. Zij worden in |
hun werk ondersteund en geadviseerd door personeel dat over een | hun werk ondersteund en geadviseerd door personeel dat over een |
graduaats- of bachelordiploma verpleegkunde of sociale wetenschappen | graduaats- of bachelordiploma verpleegkunde of sociale wetenschappen |
beschikt. | beschikt. |
Onverminderd andere dwingende wettelijke bepalingen hoeft het | Onverminderd andere dwingende wettelijke bepalingen hoeft het |
personeel voor de in artikel 9, eerste lid, 2° en 3°, omschreven hulp | personeel voor de in artikel 9, eerste lid, 2° en 3°, omschreven hulp |
geen bijzondere kwalificatie te bewijzen. Deze medewerkers worden | geen bijzondere kwalificatie te bewijzen. Deze medewerkers worden |
eveneens door de dienst ondersteund en geadviseerd; | eveneens door de dienst ondersteund en geadviseerd; |
3. de leiding toevertrouwen aan een persoon die ten minste houder is | 3. de leiding toevertrouwen aan een persoon die ten minste houder is |
van een bachelordiploma en die over een ervaring in informatica, | van een bachelordiploma en die over een ervaring in informatica, |
financiën en personeelsbeheer beschikt die door de afdeling als | financiën en personeelsbeheer beschikt die door de afdeling als |
toereikend wordt beschouwd; | toereikend wordt beschouwd; |
4. over een administratieve staf beschikken die de directie van de | 4. over een administratieve staf beschikken die de directie van de |
dienst ondersteunt; | dienst ondersteunt; |
5. ervoor zorgen dat alle personen die voor de dienst actief zijn, met | 5. ervoor zorgen dat alle personen die voor de dienst actief zijn, met |
uitzondering van de personen die in artikel 9, eerste lid, 3°, genoemd | uitzondering van de personen die in artikel 9, eerste lid, 3°, genoemd |
worden, een dienovereenkomstige kennis van het Duits hebben; | worden, een dienovereenkomstige kennis van het Duits hebben; |
6. een voortgezette opleiding van het personeel garanderen in de | 6. een voortgezette opleiding van het personeel garanderen in de |
domeinen die relevant zijn voor de betrokken activiteit. | domeinen die relevant zijn voor de betrokken activiteit. |
In afwijking van het eerste lid, 2° en 3°, kan de Regering op verzoek | In afwijking van het eerste lid, 2° en 3°, kan de Regering op verzoek |
en in individuele gevallen houders van andere diploma's toelaten als | en in individuele gevallen houders van andere diploma's toelaten als |
zij een voor de beoogde functie buitengewoon nuttige ervaring of een | zij een voor de beoogde functie buitengewoon nuttige ervaring of een |
bijzondere opleiding kunnen bewijzen of als er een bewezen gebrek aan | bijzondere opleiding kunnen bewijzen of als er een bewezen gebrek aan |
personeel met de vereiste kwalificatie is. | personeel met de vereiste kwalificatie is. |
§ 2. voor het consultatiebureau : | § 2. voor het consultatiebureau : |
1. de door de Regering vastgelegde minimale personeelsformatie naleven | 1. de door de Regering vastgelegde minimale personeelsformatie naleven |
en de opdrachten in acht nemen die door de Regering worden vastgelegd | en de opdrachten in acht nemen die door de Regering worden vastgelegd |
voor het personeel dat in het kader van de minimale personeelsformatie | voor het personeel dat in het kader van de minimale personeelsformatie |
in dienst moet worden genomen; | in dienst moet worden genomen; |
2. een zaakvoerder met de leiding belasten die houder van een titel | 2. een zaakvoerder met de leiding belasten die houder van een titel |
van licentiaat of master in de gerontologie, de sociale wetenschappen, | van licentiaat of master in de gerontologie, de sociale wetenschappen, |
de verplegingswetenschappen of de economische wetenschappen of van een | de verplegingswetenschappen of de economische wetenschappen of van een |
desbetreffend hoger diploma en die over een ervaring in informatica, | desbetreffend hoger diploma en die over een ervaring in informatica, |
financiën en personeelsbeheer beschikt die door de afdeling als | financiën en personeelsbeheer beschikt die door de afdeling als |
toereikend wordt beschouwd; | toereikend wordt beschouwd; |
3. over een multidisciplinair team met ten minste een verpleegkundige, | 3. over een multidisciplinair team met ten minste een verpleegkundige, |
een paramedicus en een maatschappelijk werker beschikken; | een paramedicus en een maatschappelijk werker beschikken; |
4. over administratief personeel beschikken dat houder van een | 4. over administratief personeel beschikken dat houder van een |
getuigschrift van hoger secundair onderwijs is; | getuigschrift van hoger secundair onderwijs is; |
5. met inachtneming van de door de Regering vastgelegde voorwaarden | 5. met inachtneming van de door de Regering vastgelegde voorwaarden |
bewijzen dat het personeel dat in de bepalingen onder 1° tot 4° | bewijzen dat het personeel dat in de bepalingen onder 1° tot 4° |
bedoeld wordt, een dienovereenkomstige kennis van het Duits heeft; | bedoeld wordt, een dienovereenkomstige kennis van het Duits heeft; |
6. een voortgezette opleiding van het personeel garanderen in de | 6. een voortgezette opleiding van het personeel garanderen in de |
domeinen die relevant zijn voor de betrokken activiteit. | domeinen die relevant zijn voor de betrokken activiteit. |
In afwijking van het eerste lid, 2°, 3° en 4°, kan de Regering op | In afwijking van het eerste lid, 2°, 3° en 4°, kan de Regering op |
verzoek en in individuele gevallen houders van andere diploma's | verzoek en in individuele gevallen houders van andere diploma's |
toelaten als zij een voor de beoogde functie buitengewoon nuttige | toelaten als zij een voor de beoogde functie buitengewoon nuttige |
ervaring of een bijzondere opleiding kunnen bewijzen of als er een | ervaring of een bijzondere opleiding kunnen bewijzen of als er een |
bewezen gebrek aan personeel met de vereiste kwalificatie is. | bewezen gebrek aan personeel met de vereiste kwalificatie is. |
Het personeel dat in het eerste lid onder 2°, 3° en 4°, vermeld is, | Het personeel dat in het eerste lid onder 2°, 3° en 4°, vermeld is, |
mag geen andere functie in de transmurale hulp, in de stationaire hulp | mag geen andere functie in de transmurale hulp, in de stationaire hulp |
of in een thuishulpdienst uitoefenen. » | of in een thuishulpdienst uitoefenen. » |
Artikel 13 wordt vervangen als volgt : | Artikel 13 wordt vervangen als volgt : |
« Opdrachten van het consultatiebureau ten gunste van de bejaarden | « Opdrachten van het consultatiebureau ten gunste van de bejaarden |
Art. 13.§ 1. Tot de opdrachten van het consultatiebureau ten gunste |
Art. 13.§ 1. Tot de opdrachten van het consultatiebureau ten gunste |
van de bejaarden behoren binnen de door de Regering vastgelegde | van de bejaarden behoren binnen de door de Regering vastgelegde |
voorwaarden en modaliteiten onder andere : | voorwaarden en modaliteiten onder andere : |
1. de persoonlijke voorlichting van de bejaarde resp. van zijn | 1. de persoonlijke voorlichting van de bejaarde resp. van zijn |
vertegenwoordiger over het in de Duitstalige Gemeenschap bestaande | vertegenwoordiger over het in de Duitstalige Gemeenschap bestaande |
aanbod inzake thuishulp, transmurale en stationaire hulp en andere | aanbod inzake thuishulp, transmurale en stationaire hulp en andere |
vormen van hulp; | vormen van hulp; |
2. de individuele analyse van de behoeften die samen met de bejaarde | 2. de individuele analyse van de behoeften die samen met de bejaarde |
resp. zijn vertegenwoordiger wordt uitgevoerd. Het consultatiebureau | resp. zijn vertegenwoordiger wordt uitgevoerd. Het consultatiebureau |
houdt bij deze analyse rekening met de wensen en noden van de bejaarde | houdt bij deze analyse rekening met de wensen en noden van de bejaarde |
en met de vrije keuze van de dienstverlener. Op wens van de bejaarde | en met de vrije keuze van de dienstverlener. Op wens van de bejaarde |
resp. zijn vertegenwoordiger kunnen andere personen bij de analyse van | resp. zijn vertegenwoordiger kunnen andere personen bij de analyse van |
de behoeften worden betrokken. De analyse van de behoeften | de behoeften worden betrokken. De analyse van de behoeften |
verduidelijkt de behoefte aan verpleegkundige, sociale en | verduidelijkt de behoefte aan verpleegkundige, sociale en |
huishoudelijke hulp, aan hulpmiddelen, aan aanpassingen van de woning | huishoudelijke hulp, aan hulpmiddelen, aan aanpassingen van de woning |
en alle andere behoeften van de bejaarde. | en alle andere behoeften van de bejaarde. |
Met het oog op de inschatting van de behoefte aan gezins- en | Met het oog op de inschatting van de behoefte aan gezins- en |
bejaardenhulp en aan huishoudelijke hulp bepaalt de Regering | bejaardenhulp en aan huishoudelijke hulp bepaalt de Regering |
evaluatie-instrumenten. De analyse van de behoeften gebeurt in | evaluatie-instrumenten. De analyse van de behoeften gebeurt in |
principe bij de gebruiker thuis; | principe bij de gebruiker thuis; |
3. de uitwerking van een individueel, op de leefwereld georiënteerd | 3. de uitwerking van een individueel, op de leefwereld georiënteerd |
hulpplan in overleg met de bejaarde resp. zijn vertegenwoordiger. In | hulpplan in overleg met de bejaarde resp. zijn vertegenwoordiger. In |
dit plan wordt de hulp opgenomen die op basis van de analyse van de | dit plan wordt de hulp opgenomen die op basis van de analyse van de |
behoeften is aanbevolen, rekening houdend met alle optredende | behoeften is aanbevolen, rekening houdend met alle optredende |
dienstverleners. Het hulpplan houdt rekening met de beschikbare | dienstverleners. Het hulpplan houdt rekening met de beschikbare |
capaciteit van de dienstverleners en wordt in afspraak met hen | capaciteit van de dienstverleners en wordt in afspraak met hen |
opgesteld. Het hulpplan dient als aanbeveling voor de door de bejaarde | opgesteld. Het hulpplan dient als aanbeveling voor de door de bejaarde |
resp. zijn vertegenwoordiger gevraagde prestaties. | resp. zijn vertegenwoordiger gevraagde prestaties. |
Als de bejaarde resp. zijn vertegenwoordiger akkoord gaat met het | Als de bejaarde resp. zijn vertegenwoordiger akkoord gaat met het |
uitgewerkte hulpplan, neemt het consultatiebureau contact op met alle | uitgewerkte hulpplan, neemt het consultatiebureau contact op met alle |
betrokken dienstverleners met het oog op de verwezenlijking van het | betrokken dienstverleners met het oog op de verwezenlijking van het |
hulpplan. | hulpplan. |
4. Indien nodig helpt het consultatiebureau bij de aanschaffing van de | 4. Indien nodig helpt het consultatiebureau bij de aanschaffing van de |
nodige hulpmiddelen en verwijst het door naar de respectieve diensten | nodige hulpmiddelen en verwijst het door naar de respectieve diensten |
en instellingen. In het kader van zijn adviserende functie doet het | en instellingen. In het kader van zijn adviserende functie doet het |
consultatiebureau een beroep op de bevoegde diensten en instellingen, | consultatiebureau een beroep op de bevoegde diensten en instellingen, |
vooral voor aanpassingen aan woningen. | vooral voor aanpassingen aan woningen. |
Indien nodig worden aan de bejaarde resp. zijn vertegenwoordiger | Indien nodig worden aan de bejaarde resp. zijn vertegenwoordiger |
alternatieven voor zijn huidige woonsituatie voorgesteld; | alternatieven voor zijn huidige woonsituatie voorgesteld; |
5. de berekening van de persoonlijke bijdrage van de gebruiker voor de | 5. de berekening van de persoonlijke bijdrage van de gebruiker voor de |
in het hulpplan opgenomen dienstprestaties krachtens artikel 17 en de | in het hulpplan opgenomen dienstprestaties krachtens artikel 17 en de |
voorlichting van de bejaarde over mogelijke financiële steun; | voorlichting van de bejaarde over mogelijke financiële steun; |
6. de regelmatige evaluatie van het hulpplan nadat de gebruiker een | 6. de regelmatige evaluatie van het hulpplan nadat de gebruiker een |
beroep heeft gedaan op de aanbevolen hulp. | beroep heeft gedaan op de aanbevolen hulp. |
Om te beoordelen of de hulp nog steeds adequaat is, wordt het hulpplan | Om te beoordelen of de hulp nog steeds adequaat is, wordt het hulpplan |
minstens alle zes maanden beoordeeld samen met de bejaarde resp. zijn | minstens alle zes maanden beoordeeld samen met de bejaarde resp. zijn |
vertegenwoordiger en de respectieve dienstverleners. Deze worden ook | vertegenwoordiger en de respectieve dienstverleners. Deze worden ook |
bij een verandering van de begeleidings- en verzorgingssituatie | bij een verandering van de begeleidings- en verzorgingssituatie |
geïnformeerd; | geïnformeerd; |
7. de medewerker van het consultatiebureau begeleidt de bejaarde | 7. de medewerker van het consultatiebureau begeleidt de bejaarde |
professioneel en persoonlijk gedurende de hele periode waarin hulp | professioneel en persoonlijk gedurende de hele periode waarin hulp |
wordt verstrekt, en hij coördineert het aanbod aan diensten uitgaand | wordt verstrekt, en hij coördineert het aanbod aan diensten uitgaand |
van de noden en behoeften en rekening houdend met de individuele | van de noden en behoeften en rekening houdend met de individuele |
leefwereld van de gebruiker. | leefwereld van de gebruiker. |
In nauwe samenwerking met de dienstverlener kan de | In nauwe samenwerking met de dienstverlener kan de |
verantwoordelijkheid voor het organiseren van het dagelijkse leven bij | verantwoordelijkheid voor het organiseren van het dagelijkse leven bij |
de gebruiker aan deze dienstverlener worden gedelegeerd. Hierbij gaat | de gebruiker aan deze dienstverlener worden gedelegeerd. Hierbij gaat |
het vooral om precaire en met risico verbonden situaties waarin dan | het vooral om precaire en met risico verbonden situaties waarin dan |
ook snel gehandeld en bijgestuurd moet worden; | ook snel gehandeld en bijgestuurd moet worden; |
8. de adviesverstrekking op het vlak van de hulpverlening bij geweld | 8. de adviesverstrekking op het vlak van de hulpverlening bij geweld |
tegen bejaarden. | tegen bejaarden. |
§ 2. Bejaarden die een beroep wensen te doen op de in artikel 9, | § 2. Bejaarden die een beroep wensen te doen op de in artikel 9, |
eerste lid, 1°, bepaalde hulp en op de stationaire hulp van de | eerste lid, 1°, bepaalde hulp en op de stationaire hulp van de |
bejaardentehuizen en rust- en verzorgingstehuizen, vragen de hulp van | bejaardentehuizen en rust- en verzorgingstehuizen, vragen de hulp van |
het consultatiebureau om krachtens § 1, 2° en 3°, de analyse van de | het consultatiebureau om krachtens § 1, 2° en 3°, de analyse van de |
behoeften uit te voeren en een hulpplan op te stellen. | behoeften uit te voeren en een hulpplan op te stellen. |
Indien er geen hulpplan bestaat, laten de thuishulpdiensten, de | Indien er geen hulpplan bestaat, laten de thuishulpdiensten, de |
bejaardentehuizen en de rust- en verzorgingstehuizen dit hulpplan door | bejaardentehuizen en de rust- en verzorgingstehuizen dit hulpplan door |
het consultatiebureau opstellen voordat zij optreden. | het consultatiebureau opstellen voordat zij optreden. |
Weigert de bejaarde het opgemaakte hulpplan of wordt er van het | Weigert de bejaarde het opgemaakte hulpplan of wordt er van het |
voorgestelde hulpplan afgeweken, dan moeten de dienst, het | voorgestelde hulpplan afgeweken, dan moeten de dienst, het |
bejaardentehuis of het rust- en verzorgingstehuis aan het | bejaardentehuis of het rust- en verzorgingstehuis aan het |
consultatiebureau een met redenen omkleed verslag bezorgen. De | consultatiebureau een met redenen omkleed verslag bezorgen. De |
Regering legt daarvoor criteria vast. Deze verslagen worden bij het | Regering legt daarvoor criteria vast. Deze verslagen worden bij het |
consultatiebureau gearchiveerd. | consultatiebureau gearchiveerd. |
Indien het hulpplan in de loop van de uitvoering moet worden | Indien het hulpplan in de loop van de uitvoering moet worden |
aangepast, verzoekt de dienst, het bejaardentehuis of het rust- en | aangepast, verzoekt de dienst, het bejaardentehuis of het rust- en |
verzorgingstehuis het consultatiebureau om herziening van het | verzorgingstehuis het consultatiebureau om herziening van het |
bestaande hulpplan. | bestaande hulpplan. |
De in het eerste lid bepaalde adviesverstrekking door het | De in het eerste lid bepaalde adviesverstrekking door het |
consultatiebureau is niet vereist, als de hulp minder dan één maand | consultatiebureau is niet vereist, als de hulp minder dan één maand |
wordt verleend of als de bejaarde een palliatieve patiënt is. Wordt | wordt verleend of als de bejaarde een palliatieve patiënt is. Wordt |
een hulp dringend verleend waarvan de vermoedelijke duur meer dan één | een hulp dringend verleend waarvan de vermoedelijke duur meer dan één |
maand bedraagt, dan wordt de behoefte aan dienstprestaties, binnen de | maand bedraagt, dan wordt de behoefte aan dienstprestaties, binnen de |
maand na de hulpverlening, door het consultatiebureau nagezien. De | maand na de hulpverlening, door het consultatiebureau nagezien. De |
dienst informeert onmiddellijk het consultatiebureau over het verzoek | dienst informeert onmiddellijk het consultatiebureau over het verzoek |
om spoedbehandeling. | om spoedbehandeling. |
§ 3. In het kader van de door de Regering vastgelegde modaliteiten | § 3. In het kader van de door de Regering vastgelegde modaliteiten |
sluit het consultatiebureau een overeenkomst af met alle | sluit het consultatiebureau een overeenkomst af met alle |
thuishulpdiensten, bejaardentehuizen en rust- en verzorgingstehuizen | thuishulpdiensten, bejaardentehuizen en rust- en verzorgingstehuizen |
in de Duitstalige Gemeenschap; daarin worden de modaliteiten van de | in de Duitstalige Gemeenschap; daarin worden de modaliteiten van de |
samenwerking vastgelegd met inachtneming van de in voorliggend artikel | samenwerking vastgelegd met inachtneming van de in voorliggend artikel |
bepaalde opdrachten van het consultatiebureau. » | bepaalde opdrachten van het consultatiebureau. » |
Artikel 15, § 2, 9°, wordt gewijzigd als volgt : | Artikel 15, § 2, 9°, wordt gewijzigd als volgt : |
« 9. een zelfstandige verpleegkundige; » | « 9. een zelfstandige verpleegkundige; » |
Hoofdstuk V wordt vervangen als volgt : | Hoofdstuk V wordt vervangen als volgt : |
« HOOFDSTUK V. - Proefprojecten | « HOOFDSTUK V. - Proefprojecten |
Ondersteuning | Ondersteuning |
Art. 16.§ 1. In het kader van een met een inrichtende macht |
Art. 16.§ 1. In het kader van een met een inrichtende macht |
afgesloten overeenkomst kan de Regering onder de daarin vastgelegde | afgesloten overeenkomst kan de Regering onder de daarin vastgelegde |
voorwaarden een proefproject voor een beperkte duur van hoogstens drie | voorwaarden een proefproject voor een beperkte duur van hoogstens drie |
jaar ondersteunen. | jaar ondersteunen. |
Deze proefprojecten zijn een innovatief aanbod aan thuishulp. | Deze proefprojecten zijn een innovatief aanbod aan thuishulp. |
Drie maanden voor het verstrijken van de overeenkomst dient de | Drie maanden voor het verstrijken van de overeenkomst dient de |
inrichtende macht bij de afdeling een evaluatie in. | inrichtende macht bij de afdeling een evaluatie in. |
De Regering beslist over de verdere ondersteuning van het project op | De Regering beslist over de verdere ondersteuning van het project op |
basis van de evaluatie en van het advies van de afdeling en na een | basis van de evaluatie en van het advies van de afdeling en na een |
hoorzitting met de inrichtende macht. | hoorzitting met de inrichtende macht. |
§ 2. De aanvraag om ondersteuning van een proefproject moet ter | § 2. De aanvraag om ondersteuning van een proefproject moet ter |
goedkeuring bij de afdeling ingediend worden en moet volgende gegevens | goedkeuring bij de afdeling ingediend worden en moet volgende gegevens |
bevatten : | bevatten : |
1. de identiteit en het statuut van de dienst; | 1. de identiteit en het statuut van de dienst; |
2. het bewijs dat er rekening houdend met de geografische, | 2. het bewijs dat er rekening houdend met de geografische, |
demografische en socio-economische factoren behoefte is aan het | demografische en socio-economische factoren behoefte is aan het |
proefproject; | proefproject; |
3. de gedetailleerde beschrijving van het project; | 3. de gedetailleerde beschrijving van het project; |
4. de timing van de verwezenlijking van het project; | 4. de timing van de verwezenlijking van het project; |
5. de evaluatiecriteria met betrekking tot het project; | 5. de evaluatiecriteria met betrekking tot het project; |
6. de kostenraming en het financieringsplan. | 6. de kostenraming en het financieringsplan. |
De Regering beslist binnen drie maanden na de indiening van de | De Regering beslist binnen drie maanden na de indiening van de |
volledige aanvraag over de ondersteuning van het project of over het | volledige aanvraag over de ondersteuning van het project of over het |
weigeren van de aanvraag. » | weigeren van de aanvraag. » |
Hoofdstuk VII wordt vervangen als volgt : | Hoofdstuk VII wordt vervangen als volgt : |
« HOOFDSTUK VII. - Klachten | « HOOFDSTUK VII. - Klachten |
Klachtendienst | Klachtendienst |
Art. 18.De Regering belast een natuurlijke persoon of een |
Art. 18.De Regering belast een natuurlijke persoon of een |
rechtspersoon met de behandeling van klachten over de diensten of over | rechtspersoon met de behandeling van klachten over de diensten of over |
het consultatiebureau die niet tussen de dienst of het | het consultatiebureau die niet tussen de dienst of het |
consultatiebureau zelf en de gebruiker of diens vertegenwoordiger | consultatiebureau zelf en de gebruiker of diens vertegenwoordiger |
kunnen worden opgelost. | kunnen worden opgelost. |
De Regering bepaalt de verdere modaliteiten. » | De Regering bepaalt de verdere modaliteiten. » |
Artikel 19, § 3, wordt vervangen als volgt : | Artikel 19, § 3, wordt vervangen als volgt : |
« § 3. Het gebruik van de toegekende subsidies wordt gecontroleerd met | « § 3. Het gebruik van de toegekende subsidies wordt gecontroleerd met |
toepassing van de artikelen 55 tot 58 van de wetten op de | toepassing van de artikelen 55 tot 58 van de wetten op de |
Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991. » | Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991. » |
Artikel 20 wordt vervangen als volgt : | Artikel 20 wordt vervangen als volgt : |
« Niet-naleving | « Niet-naleving |
Art. 20.Indien bepalingen of uitvoeringsbepalingen van het decreet |
Art. 20.Indien bepalingen of uitvoeringsbepalingen van het decreet |
niet worden nageleefd, brengt de afdeling de dienst of het | niet worden nageleefd, brengt de afdeling de dienst of het |
consultatiebureau hiervan op de hoogte en verzoekt ze de dienst of het | consultatiebureau hiervan op de hoogte en verzoekt ze de dienst of het |
consultatiebureau om binnen een termijn van dertig dagen een standpunt | consultatiebureau om binnen een termijn van dertig dagen een standpunt |
ter zake in te nemen en de bepalingen, als dat nog niet het geval was, | ter zake in te nemen en de bepalingen, als dat nog niet het geval was, |
na te leven. | na te leven. |
De bevoegde minister wordt door de afdeling van het Ministerie over de | De bevoegde minister wordt door de afdeling van het Ministerie over de |
niet-naleving geïnformeerd. | niet-naleving geïnformeerd. |
Indien het standpunt van de dienst of van het consultatiebureau niet | Indien het standpunt van de dienst of van het consultatiebureau niet |
gemotiveerd is en de bepalingen nog altijd niet worden nageleefd, | gemotiveerd is en de bepalingen nog altijd niet worden nageleefd, |
worden de in artikel 21 bepaalde administratieve sancties toegepast. » | worden de in artikel 21 bepaalde administratieve sancties toegepast. » |
. | . |