← Retour vers "Institut national d'assurance maladie-invalidité Règles interprétatives relative à l'article
29, § 1 er , de la nomenclature des prestations de santé Sur
proposition de la Commission de convention orthopédistes-organismes as « Règle interprétative
21 Question Si un appareil de marche est équipé de deux tiges par jamb(...)"
| Institut national d'assurance maladie-invalidité Règles interprétatives relative à l'article 29, § 1 er , de la nomenclature des prestations de santé Sur proposition de la Commission de convention orthopédistes-organismes as « Règle interprétative 21 Question Si un appareil de marche est équipé de deux tiges par jamb(...) | Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Interpretatieregels betreffende artikel 29, § 1, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen Op voorstel van de Overeenkomstencommissie orthopedisten-verzekeringsins « Interpretatieregel 21 Vraag Als een gaanapparaat uitgevoerd wordt met twee stangen per been(...) |
|---|---|
| SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
| Institut national d'assurance maladie-invalidité | Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering |
| Règles interprétatives relative à l'article 29, § 1er, | Interpretatieregels betreffende artikel 29, § 1, |
| de la nomenclature des prestations de santé | van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen |
| Sur proposition de la Commission de convention | Op voorstel van de Overeenkomstencommissie |
| orthopédistes-organismes assureurs du 8 novembre 2004 et en | orthopedisten-verzekeringsinstellingen van 8 november 2004 en in |
| application de l'article 22, 4°bis, de la loi relative à l'assurance | uitvoering van artikel 22, 4°bis, van de wet betreffende de verplichte |
| verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, | |
| obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet | gecoördineerd op 14 juli 1994, heeft het Comité van de verzekering |
| 1994, le Comité de l'assurance soins de santé a établi le 21 février | voor geneeskundige verzorging op 21 februari 2005 de hiernagaande |
| 2005, les règles interprétatives suivantes : de la nomenclature des | interpretatieregels vastgesteld : van de nomenclatuur van de |
| prestations de santé : | geneeskundige verstrekkingen : |
| « Règle interprétative 21 | « Interpretatieregel 21 |
| Question | Vraag |
| Si un appareil de marche est équipé de deux tiges par jambe, les | Als een gaanapparaat uitgevoerd wordt met twee stangen per been, mogen |
| prestations « 647813 Supplément pour articulation de la cheville », « | de volgende verstrekkingen tweemaal aangerekend worden : « 647813 |
| 647835 Supplément pour articulation du genou » et « 647850 Supplément | Bijslag voor enkelgeleding », « 647835 Bijslag voor kniegeleding » en |
| pour verrou » peuvent-elles être portées en compte deux fois » ? | « 647850 Bijslag voor grendel » ? |
| Réponse | Antwoord |
| Les prestations « 647813 Supplément pour articulation de la cheville | |
| », « 647835 Supplément pour articulation du genou » et « 647850 | Verstrekkingen « 647813 Bijslag voor enkelgeleding », « 647835 Bijslag |
| Supplément pour verrou » ne peuvent être portées en compte qu'une fois | voor kniegeleding » en « 647850 Bijslag voor grendel » kunnen slechts |
| par articulation pour chaque membre, même lorsque l'appareil de marche | eenmaal per gewricht voor elk lidmaat worden aangerekend, zelfs |
| est constitué de deux tiges par jambe. » | wanneer het gaanapparaat uit twee stangen per been bestaat. » |
| « Règle interprétative 22 Question Dans la nomenclature des prothèses de membres inférieurs, qu'entend-on par « amputation partielle du pied » et « amputation totale du pied » ? Réponse Dans le cadre de la nomenclature des prothèses de membres inférieurs, une amputation du pied nécessitant l'appareillage avec une prothèse est considérée comme : - « partielle » lorsque l'hallux ou les quatre derniers orteils ou une partie des éléments osseux du métatarse et/ou du tarse sont enlevés. - « totale » lorsque la totalité des structures osseuses des orteils, du métatarse et du tarse sont enlevées, ne conservant que le tibia et le péroné. » La règle interprétative 21 prend effet le 1er février 1993. La règle interprétative 22 prend effet le 1er septembre 2004. Le Fonctionnaire dirigeant f.f., Dr G. Vereecke. Le Président, | « Interpretatieregel 22 Vraag In de nomenclatuur van de prothesen van de onderste ledematen, wat wordt bedoeld met « partiële voetamputatie » en « volledige voetamputatie » ? Antwoord In het kader van de nomenclatuur van de prothesen van de onderste ledematen, wordt een voetamputatie waarvoor een toerusting met een prothese noodzakelijk is: - als « partiële » beschouwd wanneer de hallux of de vier laatste tenen of een deel van de botonderdelen van de middelvoet en/of van de voetwortel worden weggenomen. - als « volledige » beschouwd wanneer de totaliteit van de botstructuren van de tenen, de middelvoet en de voetwortel worden weggenomen, en slechts het scheenbeen en het kuitbeen overblijven. » De interpretatieregel 21 heeft uitwerking op 1 februari 1993. De interpretatieregel 22 heeft uitwerking op 1 september 2004. De wnd Leidend ambtenaar, Dr G. Vereecke. De Voorzitter, |
| D. Sauer. | D. Sauer. |