← Retour vers "Institut national d'Assurance Maladie-Invalidite Directives - nomenclature des prestations de santé Sur
proposition de la Commission de convention praticiens de l'art infirmier-organismes assureurs du 19 mai
2003 et en application de l'article 8 Directives
relatives aux honoraires forfaitaires pour les prestations dispensées aux patients diabé(...)"
| Institut national d'Assurance Maladie-Invalidite Directives - nomenclature des prestations de santé Sur proposition de la Commission de convention praticiens de l'art infirmier-organismes assureurs du 19 mai 2003 et en application de l'article 8 Directives relatives aux honoraires forfaitaires pour les prestations dispensées aux patients diabé(...) | Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Richtlijnen - nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen Op voorstel van de Overeenkomstencommissie verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen van 19 mei 2003 en in uitvoering van arti Richtlijnen met betrekking tot de forfaitaire honoraria voor verstrekkingen aan diabetespatiënten. |
|---|---|
| SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
| Institut national d'Assurance Maladie-Invalidite Directives - | Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Richtlijnen - |
| nomenclature des prestations de santé | nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen |
| Sur proposition de la Commission de convention praticiens de l'art | Op voorstel van de Overeenkomstencommissie |
| infirmier-organismes assureurs du 19 mai 2003 et en application de | verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen van 19 mei 2003 en in |
| l'article 8, §§ 5ter, 8 et 9 de la nomenclature des prestations de | uitvoering van artikel 8, §§ 5ter, 8 en 9 van de nomenclatuur van de |
| geneeskundige verstrekkingen gepubliceerd in bijlage bij het | |
| santé publiée en annexe de l'arrêté royal du 14 septembre 1984 comme | koninklijk besluit van 14 september 1984, zoals tot op heden |
| modifié jusqu'à ce jour, le Comité de l'assurance soins de santé a | gewijzigd, heeft het Comité van de Verzekering voor geneeskundige |
| établi le 26 mai 2003 les directives suivantes : | verzorging op 26 mei 2003 de hiernagaande richtlijnen vastgelegd : |
| Directives relatives aux honoraires forfaitaires pour les prestations | Richtlijnen met betrekking tot de forfaitaire honoraria voor |
| dispensées aux patients diabétiques. | verstrekkingen aan diabetespatiënten. |
| 1. Directives relatives au contenu du dossier infirmier spécifique au | 1. Richtlijnen betreffende de inhoud van het specifiek verpleegdossier |
| patient diabétique. | van de diabetespatiënt. |
| Ce dossier spécifique au patient diabétique fait partie intégrante du | Dit specifiek verpleegdossier van de diabetespatiënt maakt integraal |
| dossier infirmier et comprend l'anamnèse infirmière, le jugement | deel uit van het verpleegdossier en bevat de verpleegkundige anamnese, |
| clinique du praticien de l'art infirmier (diagnostics infirmiers), la | de klinische beoordeling van de verpleegkundige (verpleegkundige |
| planification des soins (interventions infirmières) et l'évaluation | diagnoses), het verzorgingsplan (verpleegkundige interventies) en de |
| des résultats. | evaluatie van de resultaten. |
| ° L'anamnèse infirmière comprend les éléments suivants : | ° De verpleegkundige anamnese omvat de volgende elementen : |
| Date de l'anamnèse infirmière. | Datum van de verpleegkundige anamnese. |
| Identification du patient. | Identificatiegegevens van de patiënt. |
| Médecin traitant : données d'identification. | Huisarts : identificatiegegevens. |
| Diabétologue : données d'identification. | Diabetoloog : identificatiegegevens. |
| Convention avec un centre pour l'autogestion du diabète : oui/non, si | Conventie met een centrum voor autoregulatie diabetes mellitus : |
| oui : nom centre + période de l'accord. | ja/nee, indien ja : naam centrum + periode van het akkoord. |
| Passeport pour le diabète : oui/non. | Diabetespas : ja/nee. |
| Podologue/pédicure : données d'identification. | Podoloog/pedicure : identificatiegegevens. |
| Diététicienne : données d'identification. | Diëtiste : identificatiegegevens. |
| Infirmier référent du patient : données d'identification. | Vaste verpleegkundige : identificatiegegevens. |
| Infirmier relais en diabétologie : données d'identification. Date du diagnostic du diabète si données médicales disponibles. Traitement actuel. Antécédents médicaux et chirurgicaux si données médicales disponibles. Allergies : cutanées. médicamenteuses si données médicales disponibles (nom du médecin et date de transmission des données). alimentaires. Régime alimentaire. Evaluation du poids du patient (BMI = poids/taille2). | Referentieverpleegkundige diabetes : identificatiegegevens. Datum van de diagnose van diabetes indien er medische gegevens beschikbaar zijn. Huidige behandeling. Medische en heelkundige antecedenten indien er medische gegevens beschikbaar zijn. Allergieën : huid geneesmiddelen indien er medische gegevens beschikbaar zijn (naam van de arts en datum waarop de gegevens werden overgemaakt). voeding. Dieet. Evaluatie van het gewicht van de patiënt (BMI = gewicht/lengte2). |
| Habitudes : | Gewoonten : |
| Tabac. | Roken. |
| Alcool. | Alcohol. |
| Situation familiale : | Gezinstoestand : |
| Vit seul. | Alleenstaande. |
| Vit en famille. | Leeft in een gezin. |
| Personne(s) de référence pour le patient : données d'identification. | Contactperso(o)n(en) voor de patiënt : identificatiegegevens. |
| Implication de la maladie sur le vécu du patient. | Invloed van de ziekte op het leven van de patiënt. |
| Complications du diabète si données médicales disponibles : | Complicaties van de diabetes indien er medische gegevens beschikbaar zijn : |
| Rétinopathie : | Retinopathie : |
| traitement au laser | laserbehandeling |
| Néphropathie : | Nefropathie : |
| dialyse transplantation rénale | dialyse niertransplantatie |
| Complications cardiovasculaires : | Cardiovasculaire complicaties : |
| hypertension artérielle angor | hypertensie angor |
| infarctus claudication | infarct claudicatio |
| Neuropathie. | Neuropathie. |
| Pied diabétique. | Diabetesvoet. |
| Acuité visuelle : | Gezichtsscherpte : |
| NormaleD G | NormaalR L |
| DiminuéeD G | VerminderdR L |
| Examen du pied : | Onderzoek van de voet : |
| Hygiène : | Hygiëne : |
| Bonne | Goed |
| Mauvaise | Slecht |
| Soins effectué par : | Verzorging wordt uitgevoerd door : |
| le patient | de patiënt |
| la famille | de familie |
| le praticien de l'art infirmier | de verpleegkundige |
| Visite podologue ou pédicure : | Bezoek podoloog of pedicure : |
| Régulière : oui/non. | Regelmatig : ja/nee. |
| Fréquence : | Frequentie : |
| Ongles (notifier pour le pied droit et le pied gauche) : | Nagels (aanduiden voor de rechtervoet en de linkervoet) : |
| IntactsD G | IntactR L |
| Coupés au carréD G | Vierkant gekniptR L |
| EpaissisD G | VerdiktR L |
| IncarnésD G | Ingegroeide nagelsR L |
| Anormaux (spécifier)D G | Abnormale nagels(te specificeren)R L |
| Peau et espaces interdigitaux (notifier pour le pied droit et le pied | Huid en de ruimten tussen de tenen (aanduiden voor de rechtervoet en |
| gauche) : | de linkervoet) : |
| Couleur : | Kleur : |
| NormaleD G | NormaalR L |
| PâleD G | BleekR L |
| CyanoséeD G | CyanosisR L |
| RougeD G | RoodR L |
| Température : | Temperatuur : |
| NormaleD G | NormaalR L |
| FroideD G | KoudR L |
| ChaudeD G | WarmR L |
| Aspect : NormalD G OEdèmeD G CorD G SecD G SudationD G DépilationD G PlaieD G CrevassesD G DurillonD G Autres à spécifier Déformations du pied (notifier pour le pied droit et le pied gauche) : AbsentesD G PrésentesD G Spécifier Chaussures et semelles (notifier pour le pied droit et le pied gauche) : AdaptéesD G Non adaptéesD G Spécifier Sensibilité (notifier pour le pied droit et le pied gauche) : NormaleD G Perte de sensibilitéD G ° Le jugement clinique (diagnostic infirmier) doit porter au moins sur | Aspect : NormaalR L OedeemR L EksterogenR L DroogR L ZwetenR L Ontbreken van haarR L WondeR L KlovenR L EeltR L Andere te specificeren Misvormingen van de voet (aanduiden voor de rechtervoet en de linkervoet) : AfwezigR L AanwezigR L Te specificeren Schoenen en zolen (aanduiden voor de rechtervoet en de linkervoet) : AangepastR L Niet aangepastR L Te specificeren Gevoeligheid (aanduiden voor de rechtervoet en de linkervoet) : NormaalR L Verlies vangevoeligheidR L ° De klinische beoordeling (verpleegkundige diagnoses) omvat minstens |
| les éléments suivants : | de volgende elementen : |
| Manque de connaissance du patient. | Kennistekort van de patiënt. |
| Manque de compliance au traitement. | |
| Le suivi du régime. | Therapietrouw. |
| Le risque d'infection. | Opvolging van het dieet. |
| L'atteinte à l'intégrité de la peau. | Infectiegevaar. Huiddefect. |
| L'évaluation de la corpulence du patient (BMI : poids/taille2). | Evaluatie van het gewicht van de patiënt (BMI : gewicht/lengte2). |
| Douleur aiguë ou chronique. | Acute of chronische pijn. |
| La peur du patient (préciser l'objet). | Vrees van de patiënt (voorwerp preciseren). |
| ° Proposition du parcours éducatif : | ° De voorgestelde educatie : |
| Education aux soins autonomes. | Educatie tot zelfzorg. |
| Education à la compréhension. | Educatie tot inzicht. |
| Avis du patient par rapport au parcours éducatif proposé. | Mening van de patiënt m.b.t. de voorgestelde educatie. |
| ° La planification des interventions infirmières comprend au minimum : | ° De planning van de verpleegkundige interventies omvat tenminste : |
| Pour les patients qui passent aux soins autonomes : | Voor de patiënten die overstappen naar zelfzorg : |
| Les interventions infirmières se rapportant à l'éducation aux soins | De verpleegkundige interventies die verband houden met de educatie tot |
| autonomes : date, fréquence, répartition. | zelfzorg : datum, frequentie en spreiding. |
| Jusqu'au moment du passage aux soins autonomes : le schéma | Tot op het moment van de overstap tot zelfzorg : het therapeutisch |
| thérapeutique relatif aux injections d'insuline et les recommandations | schema voor de insuline-inspuitingen en de aanbevelingen m.b.t. de |
| pour les adaptations de la dose d'insuline, le contrôle de la | aanpassingen van de insulinedosis, de controle van de glycemie, de |
| glycémie, le contrôle du poids et des pieds (date, fréquence, | controle van het gewicht en van de voeten (datum, frequentie, |
| répartition sur la journée/année). | spreiding over de dag/ het jaar). |
| Pour les patients qui ne passent pas aux soins autonomes : | Voor de patiënten die niet overstappen naar zelfzorg : |
| Le schéma thérapeutique relatif aux injections d'insuline et les | Het therapeutisch schema voor de insuline-inspuitingen en de |
| recommandations pour les adaptations de la dose d'insuline, le | aanbevelingen m.b.t. de aanpassingen van de insulinedosis, de controle |
| contrôle de la glycémie, le contrôle du poids et des pieds (date, | van de glycemie, de controle van het gewicht en van de voeten (datum, |
| fréquence, répartition sur la journée/année). | frequentie, spreiding over de dag/het jaar). |
| La planification des interventions infirmières. | De planning van de verpleegkundige interventies. |
| ° Date, signature et identification du médecin traitant et de | ° Datum, handtekening en identificatie van de behandelende geneesheer |
| l'infirmier référent du patient. | en de vaste verpleegkundige van de patiënt. |
| ° L'exécution des interventions infirmières. | ° De uitvoering van de verpleegkundige interventies. |
| ° L'évaluation des interventions infirmières. | ° De evaluatie van de verpleegkundige interventies |
| 2. Directives quant au contenu des honoraires forfaitaires pour | 2. Richtlijnen betreffende de inhoud van het forfait honorarium voor |
| l'éducation individuelle au soins autonomes. | individuele educatie tot zelfzorg. |
| Le programme structuré comprend 5 heures minimum réparties sur des | Het gestructureerd programma omvat minimum 5 uur gespreid over |
| séances de minimum 30 minutes durant lesquelles les thèmes suivants | zittingen van minimum 30 minuten tijdens welke de volgende thema's |
| doivent obligatoirement être abordés : | verplicht moeten worden aangesneden : |
| ° Généralités : définitions : | ° Algemeen : definities : |
| du diabète. | van diabetes. |
| de la glycémie. | van glycemie. |
| du glucose : de sa provenance et de son rôle. | van glucose : oorsprong en functie. |
| de l'insuline : de sa provenance et de son rôle. | van insuline : oorsprong en functie. |
| de l'hémoglobine glycolysée. | van geglycolyseerd hemoglobine. |
| Informations sur une alimentation saine. | informatie over een gezonde voeding. |
| Informations sur les remboursements existants (passeport pour le | informatie over bestaande vergoedingen (diabetespas, ziekenfondsen en |
| diabète, mutualités et associations de patients,). | patiëntenverenigingen,). |
| ° Techniques d'injection : | ° Injectietechnieken : |
| Noms des insulines et fréquence d'injection. | Naam van de insulines en frequentie van de inspuitingen. |
| Utilisation du stylo : changement de cartouche et de l'aiguille. | Gebruik van pennen : verandering van patroon en naald. |
| Utilisation de la seringue. | Gebruik van een spuit. |
| Rotation des zones d'injection. | Rotatie van de injectiezones. |
| Adaptation des doses d'insuline. | Aanpassing van de insulinedoses. |
| Conservation de l'insuline. | Bewaring van de insuline. |
| Horaires d'injection. | Tijdschema van de injecties. |
| ° Surveillance glycémique : technique, lecture et interprétation des | ° Controle van de glycemie : techniek, lezen en interpretatie van de |
| résultats. | resultaten. |
| ° Surveillance urinaire : acétonurie. | ° Controle van de urine : acetonurie. |
| ° Complications courantes : hypo et hyperglycémie (définitions, | ° Courante complicaties : hypo- en hyperglycemie (definities, |
| causes, actions correctrices). | oorzaken, correcties). |
| ° Complications à long terme (rétinopathie, néphropathie, | ° Complicaties op lange termijn (retinopathie, nefropathie, |
| complications cardiovasculaires, neuropathie, pied diabétique) et la | cardiovasculaire complicaties, neuropathie, diabetesvoet) en |
| prévention. | preventie. |
| ° Situations particulières (Jeûne, Ramadan, Voyages, exercices | ° Bijzondere situaties (Vasten, Ramadan, reizen, fysieke inspanningen, |
| physiques, maladies, interventions chirurgicales). | ziekten, heelkundige interventies). |
| ° Soins des pieds (hygiène des pieds et soins des ongles, observation | ° Voetverzorging (voethygiëne en nagelverzorging, observatie van de |
| de la peau, déformations et chaussures). | huid, misvormingen en schoenen). |
| ° Adaptation du programme individualisé en fonction des aspects | ° Aanpassing van het individueel programma aan de hand van |
| psycho-sociaux. | psychosociale aspecten. |
| ° Vérification des acquis. | ° Kennistoets. |
| Un rapport de chaque séance d'éducation et une évaluation des | Een verslag over elke educatiesessie en een evaluatie van de |
| résultats doivent figurer au dossier de l'infirmier(ère) référent(e) | resultaten moet in het dossier staan van de vaste verpleegkundige en |
| et de l'infirmier(ère) relais. Pour rappel, le programme d'éducation | de referentieverpleegkundige. Ter herinnering, het educatieprogramma |
| aux soins autonomes est dispensé par l'infirmier relais en | tot zelfzorg wordt gegeven door de referentieverpleegkundige inzake |
| diabétologie. L'infirmier(ère) référent(e) du patient peut assister à | diabetologie. De vaste verpleegkundige kan minstens twee sessies |
| au moins deux séances dont la dernière obligatoirement. | bijwonen waarvan de laatste verplicht. |
| Au terme du programme d'éducation, les résultats doivent être transmis | Aan het einde van het educatieprogramma moeten de resultaten aan de |
| au médecin traitant. | behandelend geneesheer worden overgemaakt. |
| 3. Directives quant au contenu des honoraires forfaitaires pour | 3. Richtlijnen betreffende de inhoud van het forfaitair honorarium |
| l'éducation individuelle à la compréhension. | voor de individuele educatie tot inzicht. |
| Le programme structuré de 2 heures minimum, réparties sur une ou | Het gestructureerd programma van minimum 2 uur, verspreid over een of |
| plusieurs séances durant lesquelles les sujets suivants doivent être abordés : | meerdere zittingen omvat de volgende onderwerpen : |
| ° Physiopathologie du diabète : généralités. | ° Fysiopathologie van diabetes : grote lijnen. |
| ° Complications courantes : hypo et hyperglycémie (définitions, causes | ° Courante complicaties : hypo- en hyperglycemie (definities, oorzaken |
| et actions correctrices). | en correcties). |
| ° Complications à long terme (rétinopathie, néphropathie, | ° Complicaties op lange termijn (retinopathie, nefropathie, |
| complications cardiovasculaires, neuropathie, pied diabétique) et la | cardiovasculaire complicaties, neuropathie, diabetesvoet) en |
| prévention. | preventie. |
| ° Education en matière de prévention du pied diabétique. | ° Educatie tot preventie van een diabetesvoet. |
| ° Conseils diététiques. | ° Voedingsadviezen. |
| ° Informations concernant le plan de soins infirmiers. | ° Informatie betreffende het verpleegkundig verzorgingsplan. |
| ° Informations concernant les remboursements existants (passeport pour | ° Informatie betreffende de bestaande vergoedingen (diabetespas, |
| le diabète, mutualités, associations de patients,). | ziekenfondsen, patiëntenverenigingen,). |
| ° Vérification des acquis. | ° Kennistoets. |
| Ce programme de compréhension de la pathologie est dispensé soit par | Dit programma tot inzicht in de pathologie wordt gegeven ofwel door de |
| l'infirmier(ère) référent(e) soit par l'infirmier(ère) relais. 4. Directives quant au contenu des honoraires forfaitaires pour le suivi d'un patient diabétique après l'éducation aux soins autonomes. Ces honoraires ne peuvent être attestés que si le médecin prescrit ce suivi infirmier. Lors des séances de suivi, le praticien de l'art infirmier doit s'informer de la connaissance du programme d'éducation suivi par le patient et de sa compliance et les corriger si nécessaire. 5. Directives quant au contenu des honoraires de suivi pour l'accompagnement, par un infirmier référent, d'un patient diabétique qui ne passe pas aux soins autonomes. Ces honoraires ne peuvent être attestés qu'à condition que le médecin traitant approuve un plan de soins infirmiers actualisé et prescrive | vaste verpleegkundige ofwel door de referentieverpleegkundige. 4. Richtlijnen betreffende de inhoud van het forfaitair honorarium voor het opvolgen van een diabetespatiënt na de educatie tot zelfzorg. Dit honorarium mag enkel geattesteerd worden indien de behandelende geneesheer deze verpleegkundige opvolging voorschrijft. Tijdens deze opvolgsessies dient de verpleegkundige zich te vergewissen van de kennis van de patiënt m.b.t. het gevolgde educatieprogramma en zijn therapietrouw, en deze bij te sturen waar nodig. 5. Richtlijnen betreffende de inhoud van het opvolgingshonorarium voor de begeleiding, door een vaste verpleegkundige, van een diabetespatiënt die niet overstapt naar zelfzorg. Dit honorarium mag enkel geattesteerd worden op voorwaarde dat de behandelende arts een geactualiseerd verpleegplan goedkeurt en de |
| le suivi infirmier. | verpleegkundige opvolging voorschrijft. |
| Ce plan de soins infirmiers actualisé pour le patient qui ne passe pas | Dit geactualiseerd verpleegplan voor de patiënten die niet |
| aux soins autonomes comprend au minimum : | overschakelen op zelfzorg omvat tenminste : |
| ° Le schéma thérapeutique relatif aux injections d'insuline, aux | ° Het therapeutisch schema voor de insuline-inspuitingen, de |
| adaptations de la dose d'insuline, au contrôle de la glycémie (date, | aanpassingen van de insulinedosis, de controle van de glycemie (datum, |
| fréquence, répartition sur la journée). | frequentie, verdeling over de dag). |
| ° Les recommandations en matière de contrôle du poids (BMI) et des | ° De aanbevelingen ivm. de controle van het gewicht (BMI) en van de |
| pieds (date, fréquence, répartition sur l'année). | voeten (datum, frequentie, verdeling over het jaar). |
| ° La planification des interventions infirmières. | ° De planning van de verpleegkundige interventies. |
| Lors du suivi du patient, le praticien de l'art infirmier doit | Tijdens de opvolging van de patiënt dient de verpleegkundige zich |
| s'informer en permanence de la compréhension du patient et de sa | permanent te vergewissen van de kennis van de patiënt en zijn |
| compliance et les corriger si nécessaire. | therapietrouw en deze bij te sturen waar nodig. |
| 6. Conditions de formation de l'infirmier relais en diabétologie. | 6. Opleidingsvoorwaarden van de referentieverpleegkundige inzake |
| L'infirmier relais en diabétologie, pouvant effectuer les prestations | diabetologie. De referentieverpleegkundige inzake diabetologie die de in het raam |
| remboursables dans le cadre de l'article 8, § 1er, VI, doit remplir | van artikel 8, § 1, 1°, VI vergoedbare verstrekkingen mag verrichten, |
| les conditions suivantes : | moet aan de volgende voorwaarden voldoen : |
| ° Etre porteur du titre d'infirmier(ère) gradué(e) ou d'infirmier(ère) | ° Houder zijn van de titel van gegradueerde verpleegkundige of |
| breveté(e)/diplômé(e) (ou du titre professionnel de praticien de l'art | verpleegkundige met brevet/diploma (of van de beroepstitel van |
| infirmier gradué ou de praticien de l'art infirmier). | gegradueerde verpleegkundige of verpleegkundige). |
| ° Et avoir suivi une formation complémentaire de 40 heures au minimum | ° En een aanvullende opleiding hebben genoten van minstens 40 uur die |
| couronnée d'une attestation délivrée par un Institut de formation | bekroond werd met een getuigschrift uitgereikt door een |
| agrée par le Département qui a l'Enseignement dans ses attributions. | opleidingsinstituut erkend door het Departement dat onderwijs tot zijn |
| bevoegdheid heeft. | |
| ° Cette formation complémentaire, permettant, notamment, le | ° Deze aanvullende opleiding draagt bij tot de ontwikkeling van de |
| développement des compétences pédagogiques en matière d'éducation du | pedagogische bekwaamheid op het vlak van educatie van |
| patient diabétique, comprend au moins 40 heures d'enseignement | diabetespatiënten en omvat minstens 40 uur theoretisch onderwijs in de |
| théorique dans les domaines suivants : | volgende domeinen : |
| 1° Sciences biomédicales : | 1° Biomedische wetenschappen : |
| - Physiologie, pathologie et hérédité. | - Fysiologie, pathologie en erfelijkheid. |
| - Conseils alimentaires pour diabétiques. | - Voedingsadviezen voor diabetici. |
| - Antidiabétiques oraux et interactions. | - Orale antidiabetica en interacties. |
| - Insulinothérapie. | - Insulinetherapie. |
| - Autocontrôle. | - Zelfcontrole. |
| - Complications aiguës et chroniques. | - Acute en chronische complicaties. |
| - Suivi et examens. | - Follow-up en onderzoeken. |
| 2° Sciences infirmières et psychosociales : | 2° Verpleegkundige en psychosociale wetenschappen : |
| - Accompagnement des malades chroniques. | - Begeleiding van chronisch zieken. |
| - Education thérapeutique des patients. | - Therapeutische patiënteneducatie. |
| - Travail en équipe spécialisée dans le diabète. | - Werken in een diabetesteam. |
| - Diabète et société. | - Diabetes en maatschappij. |
| - Législation et éthique professionnelle en matière de soins aux | - Wetgeving en beroepsethiek inzake diabeteszorg. |
| diabétiques. | |
| 7. Mesures transitoires. | 7. Overgangsmaatregelen. |
| ° A titre de mesures transitoires, les praticiens de l'art infirmier | ° Als overgangsmaatregelen mogen de verpleegkundigen die kunnen |
| pouvant justifier avoir suivi une formation complémentaire d'au moins | |
| 40 heures dans le domaine des soins aux patients diabétiques, peuvent | aantonen dat ze een aanvullende opleiding van ten minste 40 uur hebben |
| remplir les missions de l'infirmier relais en diabétologie et attester | gevolgd in het domein van de zorgen aan diabetische patiënten, de |
| taken van een referentieverpleegkundige inzake diabetologie uitoefenen | |
| les soins y relatifs et ce, jusqu'au 30 septembre 2004. | en de daarbij horende zorgen attesteren en dit tot 30 september 2004. |
| ° Pour ce faire, ils/elles transmettent à l'INAMI une déclaration sur | ° Daartoe dienen zij aan het RIZIV een verklaring op eer over te maken |
| l'honneur ainsi que les pièces justificatives des 40 heures suivies. | alsook de bewijsstukken van de gevolgde 40 uren. |
| ° Les praticiens de l'art infirmier bénéficient, donc, d'une période | ° De verpleegkundigen genieten dus van een overgangsperiode gaande van |
| transitoire allant du 1er juillet 2003 au 30 septembre 2004 pour | 1 juli 2003 tot 30 september 2004 om een getuigschrift te bekomen |
| obtenir une attestation délivrée par un institut de formation agréé | uitgereikt door een Opleidingsinstituut erkend door het Departement |
| par le Département qui a l'Enseignement dans ses attributions. | dat onderwijs tot zijn bevoegdheid heeft. |
| 8. Dispositions diverses. | 8. Enkele beschikkingen. |
| ° Pour conserver son expertise dans le domaine considéré, l'infirmier | ° Om zijn/haar expertise in het beschouwde domein te behouden, moet de |
| relais en diabétologie doit veiller à entretenir et développer ses | referentieverpleegkundige inzake diabetologie erover waken dat hij/zij |
| connaissances et compétences professionnelles par une formation | zijn/haar beroepskennis en -bekwamingen onderhoudt en ontwikkelt via |
| permanente relative à la diabétologie afin de pouvoir dispenser les | een permanente opleiding voor diabetologie ten einde de |
| soins infirmiers conformément à l'évolution actuelle de la science | verpleegkundige verzorging te kunnen verlenen overeenkomstig de |
| infirmière. | recente ontwikkeling op het vlak van de verpleegkunde. |
| ° L'infirmier relais en diabétologie dispose d'un numéro d'inscription | ° De referentieverpleegkundige inzake diabetologie beschikt over een |
| inschrijvingsnummer bij het RIZIV. De lijst van de | |
| à l'INAMI. La liste des infirmier(e)s relais en diabétologie est | referentieverpleegkundigen inzake diabetologie wordt aan de |
| communiquée au praticiens de l'art infirmier via le site WEB de l'INAMI. | verpleegkundigen meegedeeld via de website van het RIZIV. |
| Directives relatives aux soins de plaie(s). | Richtlijnen betreffende de wondzorg. |
| 1. Directives relatives au contenu du dossier infirmier en matière de | 1. Richtlijnen betreffende de inhoud van het verpleegkundig dossier |
| soins complexes et spécifiques de plaie(s). | inzake de complexe en specifieke wondzorg. |
| Ce dossier fait partie intégrante du dossier infirmier et comprend | Dit dossier maakt integraal deel uit van het verpleegdossier en bevat |
| l'anamnèse infirmière, le jugement clinique du praticien de l'art | de verpleegkundige anamnese, de klinische beoordeling van de |
| infirmier (diagnostics infirmiers), le plan de soins (interventions | verpleegkundige (verpleegkundige diagnoses), het verzorgingsplan |
| infirmières) et l'évaluation des résultats. | (verpleegkundige interventies) en de evaluatie van de resultaten. |
| ° L'anamnèse infirmière comprend les éléments suivants : | ° De verpleegkundige anamnese bevat de volgende elementen : |
| Date de l'anamnèse infirmière. | Datum van de verpleegkundige anamnese. |
| Données d'identification du patient. | Identificatiegegevens van de patiënt. |
| Médecin généraliste : données d'identification. | Huisarts : identificatiegegevens. |
| Médecin spécialiste : données d'identification. | Geneesheer-specialist : identificatiegegevens. |
| Infirmier(ère) référent(e) : données d'identification. | Vaste verpleegkundige : identificatiegegevens. |
| Infirmier(ère) relais en soins de plaie(s) : données d'identification. | Referentieverpleegkundige inzake wondzorg : identificatiegegevens |
| Antécédents médicaux et chirurgicaux qui peuvent avoir une influence | Medische of heelkundige antecedenten die een invloed kunnen hebben op |
| sur la plaie, si données médicales à ce sujet disponibles. | de wonde, indien er medische gegevens hierover beschikbaar zijn. |
| Allergies : | Allergieën : |
| cutanée. | huid. |
| médicamenteuse : si données médicales à ce sujet disponibles (nom du | geneesmiddelen : als er medische gegevens hierover beschikbaar zijn |
| médecin et date à laquelle les données ont été obtenues). | (naam van de arts en datum waarop de gegevens werden overgemaakt). |
| alimentaire. | voeding. |
| Facteurs aggravants ou potentiellement aggravants : | Beïnvloedende factoren of potentieel beïnvloedend : |
| état nutritionnel. | voedingstoestand. |
| état d'hydratation. | hydratatietoestand. |
| d'origine médicale (par exemple : insuffisance cardiaque, | van medische oorsprong (bijvoorbeeld : hartinsufficiëntie, |
| artérite,...). | arteritis,...). |
| d'origine thérapeutique (par exemple : médicaments anti-inflammatoires | van therapeutische oorsprong (bijvoorbeeld : anti-ontstekings- en |
| et anti-infectieux, chimiothérapie,...). | anti-infectieuse geneesmiddelen, chemotherapie,...). |
| perte de mobilité. | verlies van mobiliteit. |
| autres (à spécifier). | andere (te specificeren). |
| Situation familiale : | Gezinstoestand : |
| Isolé. | Alleenstaande. |
| Vit en famille. | Leeft in een gezin. |
| Personne(s) de contact pour le patient : données d'identification : | Contactperso(o)n(en) voor de patiënt : identificatiegegevens : |
| ° Le jugement clinique (diagnostic infirmier) comprend les éléments | ° De klinische beoordeling (verpleegkundige diagnoses) omvat de |
| suivants : | volgende elementen : |
| Description de la (des) plaie(s) : | Beschrijving van de wonde(n) : |
| nombre de plaie(s). | aantal wonde(n). |
| localisation de la (des) plaie(s). | lokalisatie van de wonde(n). |
| origine de la (des) plaie(s) et date d'apparition de la (des) plaie(s). | oorsprong van de wonde(n) en de datum dat ze zijn verschenen. |
| type de plaie(s) : | type wonde(n) : |
| plaie(s) avec drain avec/sans aspiration. | wonde(n) met drain met/zonder aspiratie. |
| plaie(s) avec méchage et/ou irrigation. | wonde(n) met wiek en/of irrigatie. |
| plaie(s) avec broche ou fixateur externe. | wonde(n) met stift of uitwendige fixateur. |
| deux plaies simples ou davantage. | twee of meer eenvoudige wonden. |
| brûlure(s) du deuxième ou du troisième degré, ulcère(s), greffon(s), | tweede- of derdegraadsbrandwonde(n), ulcus/ulcera, ent(en), |
| escarre(s) avec une surface de moins de 60 cm2. | doorligwonde(n) met een oppervlakte van minder dan 60 cm2. |
| stomie(s) après colostomie, gastrostomie, iléostomie, cystostomie, | stoma(ta) na colostomie, gastrostomie, ileostomie, cystostomie, |
| urétérostomie ou trachéostomie. | ureterostomie of tracheostomie. |
| brûlure(s) du deuxième ou du troisième degré ou greffon(s) avec une | tweede- of derdegraadsbrandwonde(n) of ent(en) met een oppervlakte van |
| surface de 60 cm2 ou plus. | 60 cm2 of meer. |
| ulcère(s) avec une surface de 60 cm2 ou plus. | ulcus of ulcera met een oppervlakte van 60 cm2 of meer. |
| escarre(s) profonde(s) touchant les tendons et les os. | diepe doorligwonde(n) die de pezen en de beenderen aantasten. |
| débridement d'escarre(s). | het debrideren van doorligwonde(n). |
| Evaluation de la (des) plaie(s) : | Evaluatie van de wonde(n) : |
| dimensions (profondeur, largeur, longueur). | afmetingen (diepte, breedte, lengte). |
| stade de cicatrisation de la plaie (rose, rouge, jaune, noire). | stadium van de wondheling (roze, rood, geel, zwart). |
| exsudat (0, +, ++, +++). | exsudaat (0, +, ++, +++). |
| contours de la plaie. | wondranden. |
| douleur (aiguë ou chronique). | pijn (acuut of chronisch). |
| ° Le plan de soins comprend : | ° Het verzorgingsplan omvat : |
| La planification des interventions infirmières. | De planning van de verpleegkundige interventies. |
| Le traitement locale de la (des) plaie(s) : | De lokale behandeling van de wonde(n) : |
| nature. | aard. |
| fréquence. | frequentie. |
| répartition des soins pendant la journée. | spreiding van de verzorging over de dag. |
| nettoyage de la plaie et produits utilisés. | reiniging van de wonde en gebruikte producten. |
| moyen de recouvrement. | afdekking van de wonde. |
| moyens de fixation. | fixatiemiddelen. |
| moyens de compression. | compressiemiddelen. |
| L'évaluation du résultat du traitement. | De evaluatie van het resultaat van de behandeling. |
| ° Justification de la demande d'avis d'un infirmier relais (si en | ° Rechtvaardiging van de vraag voor advies van een |
| application, soit uniquement en cas de plaies spécifiques). | referentieverpleegkundige (indien van toepassing, ttz. enkel bij |
| specifieke wonden). | |
| ° Rapport de la visite de l'infirmier relais (si en application, soit | ° Het verslag van het bezoek door de referentieverpleegkundige (indien |
| uniquement pour les plaies spécifiques). Ce rapport comprend au | van toepassing, t.t.z. enkel bij specifieke wonden). Dit verslag omvat |
| minimum : | minstens : |
| La description de la plaie. | De beschrijving van de wonde. |
| L'évaluation de la plaie et du traitement en cours. | De evaluatie van de wonde en van de huidige behandeling. |
| Le traitement proposé. | De voorgestelde behandeling. |
| 2. Conditions de formation de l'infirmier relais en soins de plaie(s). | 2. Opleidingsvoorwaarden van de referentieverpleegkundige inzake wondzorg. |
| L'infirmier relais en soins de plaie(s) qui, dans le cadre de | De referentieverpleegkundige inzake wondzorg die de in het raam van |
| l'article 8, § 1er, 1°, 3° et 4°, peut effectuer des prestations | artikel 8, § 1, 1°, 3° en 4°, vergoedbare verstrekkingen mag |
| remboursables, doit satisfaire aux conditions suivantes : | verrichten, moet aan de volgende voorwaarden voldoen : |
| ° Etre en possession du titre de praticien de l'art infirmier gradué | ° Houder zijn van de titel van gegradueerde verpleegkundige of |
| ou praticien de l'art infirmier avec brevet/diplôme (ou du titre | verpleegkundige met brevet/diploma (of van de beroepstitel van |
| professionnel de praticien de l'art infirmier gradué ou de praticien | gegradueerde verpleegkundige of verpleegkundige). |
| de l'art infirmier). ° Avoir suivi une formation complémentaire de 40 heures minimum | ° En een aanvullende opleiding van minstens 40 uur hebben genoten die |
| couronnée d'une attestation délivrée par un Institut de formation | bekroond werd met een getuigschrift uitgereikt door een |
| agréé par le Département qui a l'Enseignement dans ses attributions. | Opleidingsinstituut dat erkend is door het Departement dat onderwijs |
| tot zijn bevoegdheid heeft. | |
| ° Cette formation complémentaire comprend au moins 40 heures | ° Die aanvullende opleiding omvat minstens 40 uur theoretisch |
| d'enseignement théorique dans les domaines suivants : | onderwijs in de volgende domeinen : |
| 1° Sciences biomédicales : | 1° Biomedische wetenschappen : |
| - Histologie, physiologie, pathologie de la guérison des plaies. | - Histologie, fysiologie, pathologie van de wondgenezing. |
| - Epidémiologie, bactériologie. | - Epidemiologie, bacteriologie. |
| - Typologie des plaies. | - Typologie van de wonden. |
| - Traitement médical des plaies. | - Medische behandeling van de wonden. |
| - Traitement chirurgical des plaies. | - Heelkundige behandeling van de wonden. |
| - Complications aiguës et chroniques des plaies. | - Acute en chronische complicaties van de wonden. |
| - Gestion de la douleur. | - Pijnbeheer. |
| 2° Sciences de l'art infirmier et sciences sociales : | 2° Verpleegkundige en sociale wetenschappen : |
| - Prévention des plaies chroniques. | - Preventie van chronische wonden. |
| - Typologie des soins de plaie(s). | - Typologie van wondzorgen. |
| - Hygiène hospitalière. | - Ziekenhuishygiëne. |
| - Diététique. | - Voeding- en dieetleer. |
| - Approche multidisciplinaire de la gestion de la douleur. | - Multidisciplinaire benadering van pijnbeheer. |
| 3. Mesures transitoires. | 3. Overgangsmaatregelen. |
| ° Dans le cadre de mesures transitoires, les praticiens de l'art | ° Als overgangsmaatregelen mogen de verpleegkundigen die kunnen |
| infirmier qui peuvent attester qu'ils ont suivi une formation | |
| complémentaire d'au moins 40 heures dans le domaine des soins de | aantonen dat ze een aanvullende opleiding van ten minste 40 uur hebben |
| plaie(s), peuvent effectuer les tâches d'un infirmier relais en soins | gevolgd in het domein van de wondzorg, de taken van een |
| de plaie(s) et attester les soins qui s'y rapportent, et ce, jusqu'au | referentieverpleegkundige inzake wondzorg uitoefenen en de daarbij |
| 30 septembre 2004. | horende zorgen attesteren en dit tot 30 september 2004. |
| ° Pour ce faire, ils/elles transmettent à l'INAMI une déclaration sur | ° Daartoe dient zij/hij aan het RIZIV een verklaring op eer over te |
| l'honneur ainsi que les pièces justificatives des 40 heures suivies. ° Les praticiens de l'art infirmier bénéficient, donc, d'une période transitoire allant du 1er juillet 2003 au 30 septembre 2004 pour obtenir une attestation par un Institut de formation agréé par le Département qui a l'Enseignement dans ses attributions. 4. Dispositions diverses. ° Pour conserver son expertise dans le domaine considéré, l'infirmier relais en soins de plaie(s) doit veiller à entretenir et développer ses connaissances et compétences professionnelles par une formation permanente en soins de plaie(s) afin de pouvoir dispenser les soins infirmiers conformément à l'évolution actuelle de la science infirmière. ° L'infirmier relais en soins de plaie(s) dispose d'un numéro d'inscription à l'INAMI. La liste des infirmiers relais en soins de plaies est communiquée au praticiens de l'art infirmier via le site WEB de l'INAMI. Directive au sujet de la prestation technique spécifique de soins infirmiers 'remplacement de l'héparjet dans les cathéters à demeure (cathéter port et cathéter type Hickman)'. 1. Une prestation technique spécifique de soins infirmiers fait son apparition dans l'article 8, § 1er : 'remplacement de l'héparjet dans les cathéters à demeure (cathéter port et cathéter type Hickman)'. Le § 9 fait référence à une directive en ce qui concerne l'énumération du matériel requis pour effectuer cette technique d'une manière justifiée médicalement. 2. Les cathéters à demeure sont fermés au moyen d'un héparjet après emploi pour l'administration du médicament. Afin de maintenir cette voie d'accès intraveineuse utilisable, cet héparjet doit être remplacé régulièrement. La technique consiste à enlever l'héparine qui avait été introduite précédemment, rincer avec du NaCl, et réintroduire de l'héparine. Il convient, bien entendu, d'utiliser du matériel stérile. 3. Le médecin prescripteur définit la fréquence à laquelle la technique doit être appliquée. Une simple prescription médicale suffit pour l'attestation de la prestation. Contrairement aux autres prestations techniques spécifiques de soins infirmiers, aucune demande préalable auprès du médecin-conseil n'est requise. 4. Matériel requis : liquide de désinfection pour les mains. gants stériles. set stérile. compresses de gaze stériles. pansement transparent stérile. aiguille(s) puiseuse(s). robinet à trois voies avec rallonge. aiguille à pointe Huber. bouchons de verrouillage pour cathéter type Hickman. seringue(s). aiguille(s) sous-cutanée(s) (si cathéter Hickman avec un bouchon de verrouillage avec membrane). Les directives précitées sont d'application à partir du 1er juillet 2003. Le Fonctionnaire dirigeant, F. PRAET. Le Président | maken alsook de bewijsstukken van de gevolgde 40 uren. ° De verpleegkundigen genieten dus van een overgangsperiode gaande van 1 juli 2003 tot 30 september 2004 om een getuigschrift te bekomen uitgereikt door een Opleidingsinstituut dat erkend is door het Departement dat onderwijs tot zijn bevoegdheid heeft. 4. Enkele beschikkingen. ° Om zijn/haar expertise in het beschouwde domein te behouden, moet de referentieverpleegkundige inzake wondzorg erover waken dat hij/zij zijn/haar beroepskennis en -bekwamingen onderhoudt en ontwikkelt via een permanente opleiding in de wondzorg ten einde de verpleegkundige verzorging te kunnen verlenen overeenkomstig de recente ontwikkeling op het vlak van de verpleegkunde. ° De referentieverpleegkundige inzake wondzorg beschikt over een inschrijvingsnummer bij het RIZIV. De lijst van de referentieverpleegkundigen inzake wondzorg wordt aan de verpleegkundigen meegedeeld via de website van het RIZIV. Richtlijn met betrekking tot de specifieke technische verpleegkundige verstrekking 'vervangen van het heparineslot bij verblijfscatheters (poort- en hickmancatheter)'. 1. In artikel 8, § 1 wordt een specifiek technische verpleegkundige verstrekking toegevoegd : 'vervangen van het heparineslot bij verblijfscatheters (poort- en hickmancatheter)'. In § 9 wordt voor de opsomming van het materiaal, nodig om deze techniek op een medisch verantwoorde wijze uit te voeren, verwezen naar een richtlijn. 2. Verblijfscatheters worden afgesloten na gebruik voor medicatietoediening door middel van een heparineslot. Om deze intraveneuze toegangsweg bruikbaar te houden dient dit heparineslot geregeld vervangen te worden. De techniek omvat het verwijderen van de eerder ingebrachte heparine, het spoelen met NaCl en het opnieuw inbrengen van nieuwe heparine. Hierbij dient steriel te werk gegaan worden. 3. De voorschrijvende arts bepaalt de frequentie waarmee de techniek moet uitgevoerd worden. Voor het attesteren van de verstrekking volstaat een gewoon medisch voorschrift. In tegenstelling tot voor de andere specifiek technische verpleegkundige verstrekkingen is hier dus geen voorafgaande aanvraag bij de adviserend geneesheer vereist. 4. Het vereiste materiaal omvat : ontsmettingsvloeistof voor de handen. steriele handschoenen. steriele set. steriele gaascompressen. steriel transparant verband. optreknaalden. driewegkraan met verlengstuk. huberpuntnaald. afsluitdopjes in geval van hickmancatheter. spuiten. subcutane naalden (indien een hickmancatheter met een afsluitdopje met membraam). De voornoemde richtlijnen zijn van toepassing vanaf 1 juli 2003. De Leidend ambtenaar, F. PRAET. De Voorzitter, |
| D. SAUER. | D. SAUER. |