| Décision du secrétaire général du Ministère des Finances portant désignation des trois fonctionnaires de l'Administration de l'inspecton spéciale des impôts investis du pouvoir d'autoriser les autres fonctionnaires de la même administration à porter à la connaissance du procureur du Roi les faits pénalement punissables aux termes des lois fiscales et des arrêtés pris pour leur exécution | Beslissing van de secretaris-generaal van het Ministerie van Financiën houdende aanwijzing van drie ambtenaren van de Administratie van de bijzondere belastinginspectie, die de andere ambtenaren van dezelfde administratie kunnen machtigen feiten die, naar luid van de belastingwetten en van de ten uitvoering ervan genomen besluiten strafrechtelijk strafbaar zijn, ter kennis te brengen van de procureur des Konings |
|---|---|
| MINISTERE DES FINANCES 1er JUILLET 1997. Décision du secrétaire général du Ministère des Finances portant désignation des trois fonctionnaires de l'Administration de l'inspecton spéciale des impôts investis du pouvoir d'autoriser les autres fonctionnaires de la même administration à porter à la connaissance du procureur du Roi les faits pénalement punissables aux termes des lois fiscales et des arrêtés pris pour leur exécution Le secrétaire général du Ministère des Finances, Vu le Code d'instruction criminelle, notamment l'article 29, alinéa 2, inséré par la loi du 4 août 1986 et modifié par la loi du 28 décembre 1992; Vu l'avis conforme de l'administrateur général des impôts, Décide: Article 1er.Les faits pénalement punissables aux termes des lois fiscales et des arrêtés pris pour leur exécution ne peuvent être portés à la connaissance du procureur du Roi par les fonctionnaires de l'Administration de l'inspection spéciale des impôts qu'après en avoir obtenu l'autorisation de l'un des fonctionnaires désignés ci-après : 1° M. D'Haese, directeur régional; 2° M. Lamy, directeur régional; |
MINISTERIE VAN FINANCIEN 1 JULI 1997. Beslissing van de secretaris-generaal van het Ministerie van Financiën houdende aanwijzing van drie ambtenaren van de Administratie van de bijzondere belastinginspectie, die de andere ambtenaren van dezelfde administratie kunnen machtigen feiten die, naar luid van de belastingwetten en van de ten uitvoering ervan genomen besluiten strafrechtelijk strafbaar zijn, ter kennis te brengen van de procureur des Konings De secretaris-generaal van het Ministerie van Financiën, Gelet op het Wetboek van strafvordering, inzonderheid op artikel 29, tweede lid, ingevoegd door de wet van 4 augustus 1986 en gewijzigd bij de wet van 28 december 1992; Gelet op het eensluidend advies van de administrateur-generaal van de belastingen, Beslist: Artikel 1.De feiten die volgens de belastingwetten en de uitvoeringsbesluiten strafrechtelijk strafbaar zijn, kunnen door de ambtenaren van de Administratie van de bijzondere belastinginspectie slechts ter kennis van de procureur des Konings worden gebracht mits machtiging van een van de hierna aangewezen ambtenaren: 1° M. D'Haese, gewestelijk directeur; 2° M. Lamy, gewestelijk directeur; |
| 3° A. Labar, directeur régional a.i. | 3° A. Labar, gewestelijk directeur a.i. |
Art. 2.La décision du 18 juillet 1996 portant désignation des trois |
Art. 2.De beslissing van 18 juli 1996 houdende aanwijzing van drie |
| fonctionnaires de l'Administration de l'inspection spéciale des impôts | ambtenaren van de Administratie van de bijzondere belastinginspectie |
| investis du pouvoir d'autoriser les autres fonctionnaires de la même | die de andere ambtenaren van dezelfde administratie kunnen machtigen |
| administration à porter à la connaissance du procureur du Roi les | feiten die, naar luid van de belastingwetten en van de ten uitvoering |
| faits pénalement punissables aux termes des lois fiscales et des | ervan genomen besluiten strafrechtelijk strafbaar zijn, ter kennis te |
| arrêtés pris pour leur exécution est abrogée. | brengen van de procureur des Konings, wordt opgeheven. |
Art. 3.La présente décision entre en vigueur le 1er juillet 1997. |
Art. 3.Deze beslissing treedt in werking op 1 juli 1997. |
| Bruxelles, le 1er juillet 1997. | Brussel, 1 juli 1997. |
| A. VAN DE VOORDE | A. VAN DE VOORDE |