Décret relatif à l'organisation d'un cours et d'une éducation à la philosophie et à la citoyenneté | Decreet betreffende de organisatie van een cursus filosofie en burgerzin en een opvoeding tot filosofie en burgerzin |
---|---|
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE | MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP |
22 OCTOBRE 2015. - Décret relatif à l'organisation d'un cours et d'une | 22 OKTOBER 2015. - Decreet betreffende de organisatie van een cursus |
éducation à la philosophie et à la citoyenneté | filosofie en burgerzin en een opvoeding tot filosofie en burgerzin |
Le Parlement de la Communauté française a adopté et Nous, | Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen, en Wij, |
Gouvernement, sanctionnons ce qui suit : | Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : |
TITRE Ier. - Dispositions modifiant la loi du 29 mai 1959 | TITEL I. - Bepalingen tot wijziging van de wet van 29 mei 1959 |
modifiant certaines dispositions de la législation de l'enseignement | tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving |
Article 1er.L'article 8 de la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines |
Artikel 1.Artikel 8 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van |
dispositions de la législation de l'enseignement, est complété par les | sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, wordt aangevuld met het |
nouveaux alinéas 3 et 4 suivants : | volgende nieuwe derde lid en het volgende nieuwe vierde lid : |
« A partir du 1er septembre 2016 pour les établissements de | "Vanaf 1 september 2016, voor de inrichtingen voor gewoon en |
l'enseignement primaire, ordinaire et spécialisé, et à partir du 1er | |
septembre 2017 pour les établissements de l'enseignement secondaire, | gespecialiseerd lager onderwijs, en vanaf 1 september 2017, voor de |
ordinaire et spécialisé, officiel organisé et subventionné par la | inrichtingen voor gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs, in |
Communauté française ainsi que de l'enseignement libre non | het officieel onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt |
confessionnel subventionné par la Communauté française qui offrent le | georganiseerd en gesubsidieerd, alsook in het niet confessioneel vrij |
choix entre les différents cours de religion ou de morale non | secundair onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt |
confessionnelle, un cours de philosophie et de citoyenneté est | gesubsidieerd, die de keuze tussen de verschillende cursussen |
godsdienst of niet confessionele zedenleer bieden, wordt een cursus | |
dispensé à raison de l'équivalent d'une heure hebdomadaire en lieu et | filosofie en burgerzin verstrekt met het equivalent van één wekelijkse |
place d'une des deux heures hebdomadaires du cours de religion ou de | lestijd in plaats van één van beide wekelijkse lestijden van de cursus |
morale non confessionnelle. Ce cours fait partie de la formation | godsdienst of niet confessionele zedenleer. Die cursus maakt deel uit van de verplichte vorming. |
obligatoire. Le cours de philosophie et de citoyenneté intervient dans | De cursus filosofie en burgerzin wordt in aanmerking genomen voor de |
la certification de la réussite de l'élève à chaque étape de son | bekrachtiging van het slagen van de leerling bij elke stap van zijn |
cursus dans l'enseignement obligatoire. » | cursus in het leerplichtonderwijs. |
« Pour les établissements de l'enseignement ordinaire et spécialisé | Voor de inrichtingen van het gewoon en gespecialiseerd officieel |
officiel organisé ou subventionné par la Communauté française ainsi | onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd of |
que pour les établissements de l'enseignement libre non confessionnel | gesubsidieerd alsook voor de inrichtingen van het door de Franse |
subventionné par la Communauté française qui offrent le choix entre | Gemeenschap gesubsidieerde niet confessioneel vrij onderwijs die de |
les différents cours de religion ou de morale non confessionnelle, | keuze bieden tussen de verschillende cursussen godsdienst of niet |
l'élève dispensé du cours de religion ou de morale, suit une deuxième | confessionele zedenleer, volgt de leerling die van de cursus |
heure de cours de philosophie et de citoyenneté à partir du 1er | godsdienst of zedenleer vrijgesteld is, een tweede les van de cursus |
septembre 2016 pour les établissements de l'enseignement primaire, et | filosofie en burgerzin vanaf 1 september 2016, voor de inrichtingen |
à partir du 1er septembre 2017 pour les établissements de | voor lager onderwijs, en vanaf 1 september 2017, voor de inrichtingen |
l'enseignement secondaire ». | voor secundair onderwijs.". |
TITRE II. - Dispositions modificatives du décret du 24 juillet 1997 | TITEL II. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 24 juli 1997 |
définissant les missions prioritaires | dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het |
de l'enseignement fondamental et de l'enseignement secondaire et | secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk |
organisant les structures propres à les atteindre | maken ze uit te voeren |
Art. 2.A l'article 9 du décret du 24 juillet 1997 définissant les |
Art. 2.In artikel 9 van het decreet van 24 juli 1997 dat de |
missions prioritaires de l'enseignement secondaire et organisant les | prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair |
structures propres à les atteindre, un 11° est inséré, rédigé comme suit : | onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit |
« 11° : à l'éducation à la philosophie et à la citoyenneté telle que | te voeren, wordt een 11° ingevoegd, luidend als volgt : |
visée au chapitre Vbis du présent décret ». | "11° aan de opvoeding tot filosofie en burgerzin, zoals bedoeld in |
Art. 3.Un nouveau chapitre Vbis rédigé comme suit est inséré dans le |
hoofdstuk V bis van dit decreet". |
décret du 24 juillet 1997 définissant les missions prioritaires de | Art. 3.In het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken |
l'enseignement fondamental et de l'enseignement secondaire et | bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de |
structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren wordt | |
organisant les structures propres à les atteindre : | een nieuw hoofdstuk V bis ingevoegd, luidend als volgt : |
« CHAPITRE Vbis. - De l'éducation à la philosophie et à la citoyenneté | "Hoofdstuk Vbis. Opvoeding tot filosofie en burgerzin |
Art. 60bis § 1er. Une éducation à la philosophie et à la citoyenneté | Art. 60bis § 1. Er wordt een opvoeding tot filosofie en burgerzin |
est dispensée à partir du 1er septembre 2016 dans les établissements | vanaf 1 september 2016 verstrekt in de inrichtingen voor gewoon en |
de l'enseignement primaire, ordinaire et spécialisé, et à partir du 1er | gespecialiseerd lager onderwijs, en vanaf 1 september 2017, in de |
septembre 2017 dans les établissements de l'enseignement secondaire, | inrichtingen van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs dat |
ordinaire et spécialisé, organisé et subventionné par la Communauté | door de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd en gesubsidieerd. Ze |
française. Elle fait partie de la formation obligatoire et est soumise | maakt deel uit van de verplichte vorming en wordt geëvalueerd. |
à une évaluation. | |
L'éducation à la philosophie et à la citoyenneté intervient dans la | De opvoeding tot filosofie en burgerzin wordt in aanmerking genomen |
certification de la réussite de l'élève à chaque étape de son cursus | voor de bekrachtiging van het slagen van de leerling bij elke stap van |
dans l'enseignement obligatoire. | zijn cursus in het leerplichtonderwijs. |
§ 2. L'éducation à la philosophie et à la citoyenneté est dispensée | § 2. Opvoeding tot filosofie en burgerzin wordt verstrekt op grond van |
sur base des référentiels inter-réseaux d'éducation à la citoyenneté | de netoverschrijdende referentiesystemen voor opvoeding tot burgerzin |
visés à l'art. 60ter du présent décret : | bedoeld in artikel 60ter van dit decreet : |
a) Dans le cadre du cours de philosophie et citoyenneté visé à l'art. | a) In het kader van de cursus filosofie en burgerzin bedoeld in |
8 de la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines dispositions de la | artikel 8 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige |
législation de l'enseignement, pour les établissements de | bepalingen van de onderwijswetgeving, voor de inrichtingen van het |
l'enseignement officiel organisé et subventionné par la Communauté | door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde officieel |
française ainsi que de l'enseignement libre non confessionnel | onderwijs alsook van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde |
subventionné par la Communauté française qui offrent le choix entre | niet confessioneel vrij onderwijs die de keuze bieden tussen de |
les différents cours de religion ou de morale non confessionnelle à | verschillende cursussen godsdienst of niet confessionele zedenleer met |
raison de l'équivalent d'une ou, en cas de dispense, deux période(s) | het equivalent van één, of, in geval van vrijstelling, twee wekelijkse |
hebdomadaire(s) ; | lestijden; |
b) Pour les établissements de l'enseignement libre confessionnel ainsi | b) Voor de inrichtingen van het confessioneel vrij onderwijs en voor |
que pour les établissement de l'enseignement libre non confessionnel | de inrichtingen van het niet confessioneel vrij onderwijs die |
qui offrent exclusivement deux heures hebdomadaires de cours de morale | uitsluitend twee wekelijkse lestijden van de cursus niet confessionele |
non confessionnelle, dans le cadre des cours de la grille horaire à | zedenleer bieden, in het kader van de cursussen van de lesrooster, met |
raison de l'équivalent d'une période hebdomadaire ou à raison de 30 | het equivalent van één wekelijkse lestijd of met minstens 30 lestijden |
périodes minimum par an. | per jaar. |
L'éducation à la philosophie et à la citoyenneté peut également être | De opvoeding tot filosofie en burgerzin kan eveneens, in het kader van |
en partie complétée, dans le cadre des périodes visées ci-dessus, sur | de hierboven bedoelde lestijden, op grond van de in artikel 60 ter |
base des référentiels visés à l'article 60ter, par des activités | bedoelde referentiesystemen, gedeeltelijk worden aangevuld met |
éducatives citoyennes solidaires et culturelles développées au sein ou | solidaire en culturele educatieve burgeractiviteiten die binnen of |
à l'extérieur de l'établissement scolaire. | buiten de schoolinrichting worden ontwikkeld. |
§ 3. L'éducation à la philosophie et à la citoyenneté a pour objectif | § 3. Opvoeden tot filosofie en burgerzin heeft tot doel competenties |
le développement de compétences et savoirs relatifs notamment à | en kennis te ontwikkelen inzonderheid in verband met de filosofische |
l'éducation philosophique et éthique et à l'éducation au | en ethische opvoeding en met de opvoeding tot democratisch werken. |
fonctionnement démocratique. Elle vise notamment : | Hiermee wordt inzonderheid bedoeld : |
1° Sur le plan de l'éducation philosophique et éthique : | 1° Op het gebied van filosofische en ethische opvoeding : |
a) la connaissance, dans une perspective historique et sociologique, | a) de kennis, in historisch en sociologisch perspectief, van de |
des différents courants de pensée, philosophies et religions ; | verschillende denkstromingen, filosofische stromingen en godsdiensten; |
b) la capacité de développer un questionnement philosophique ou | b) de capaciteit tot het stellen van filosofische of ethische vragen, |
éthique, un discernement éthique, une pensée propre sur des questions | tot het ontwikkelen van ethisch onderscheidingsvermogen, eigen denken |
de sens et/ou de société (douter, conceptualiser, critiquer, tester, | over vragen betreffende de zin en/of de maatschappij (twijfelen, |
relativiser, rationnaliser, argumenter); | begripsvorming, kritiek, test, relativeren, rationaliseren, |
argumenteren); | |
c) la capacité de respecter le pluralisme des convictions et des | c) de capaciteit om pluralistische overtuigingen en voorstellingen te |
représentations, ainsi que de se décentrer pour écouter le point de | eerbiedigen, en afstand te nemen van zijn eigen denkwijze om naar het |
vue d'autrui, tout en argumentant ses choix éthiques et philosophiques propres ; | standpunt van anderen te kunnen luisteren, waarbij zijn eigen ethische en filosofische keuzen worden behouden; |
d) la capacité de gérer de manière non conflictuelle tensions, | d) de capaciteit om spanningen, uiteenlopende standpunten, conflicten |
divergences, conflits... | op niet conflictueuze wijze te beheren; |
e) la participation à des débats, au sein de l'école ou à l'extérieur de celle-ci. | e) deelneming aan debatten binnen of buiten de school. |
2° Sur le plan de l'éducation au fonctionnement démocratique : | 2° Op het gebied van opvoeding tot democratisch werken : |
a) la capacité de vivre ensemble de manière harmonieuse et | a) de capaciteit om samen te leven op harmonieuze en respectvolle |
respectueuse dans une société démocratique et interculturelle, de s'y | wijze in een democratische en interculturele maatschappij, zich erin |
insérer et de s'y impliquer activement ; | in te schakelen en actief in te zetten; |
b) la capacité de se développer comme citoyen, sujet de droits et de | b) de capaciteit om zich te ontwikkelen als burger, die rechten en |
devoirs, solidaire, libre, autonome, tolérant et capable d'esprit | plichten heeft, solidair, vrij, autonoom, verdraagzaam, met een |
critique via notamment le déploiement d'attitudes renforçant le sens | kritische geest, onder meer via de ontplooiing van attitudes als oog |
collectif, le sens de la responsabilité, le respect de l'autre et de | voor het algemeen welzijn, verantwoordelijkheidszin, wederzijds |
sa différence, le respect des règles, le dialogue, et la civilité ; | respect, eerbied voor verschillen, naleving van regels, dialoog, |
wellevendheid; | |
c) la connaissance des sources, principes et fondements de la | c) de kennis van de oorsprong, de beginselen en de grondslag van |
démocratie ; | democratie; |
d) la connaissance de notre démocratie : les normes et sources de | d) de kennis van onze democratie : de rechtsnormen en -grondslag, de |
droit, les droits fondamentaux des personnes, les différents pouvoirs, | fundamentele rechten van mensen, de verschillende machten, de |
l'organisation des institutions ; | organisatie van de instellingen; |
e) la formation aux dimensions politique, sociale, économique, environnementale et culturelle de la citoyenneté, tant sur le plan local que global ; f) la connaissance des grands enjeux et débats des sociétés contemporaines ; g) la connaissance de la communication et des différents moyens d'information et le développement de l'esprit et de l'analyse critiques à leur égard ; h) la participation à des activités liées à la démocratie scolaire ou locale. L'éducation au bien-être constitue en outre un objectif inhérent aux | e) de bewustmaking van de politieke, sociale, economische, milieu- en culturele aspecten van burgerzin, zowel op lokaal als op globaal vlak; f) de kennis van de grote uitdagingen en debatten van hedendaagse maatschappijen; g) de kennis van communicatie en de verschillende informatiemiddelen en de ontwikkeling van kritische geest en analyse tegenover die; h) de deelneming aan activiteiten in verband met school- of lokale democratie. Opvoeden tot welzijn is overigens een doelstelling die gepaard gaat |
objectifs précités. Elle vise notamment le développement de la | met de voormelde doelstellingen. Dit houdt inzonderheid het volgende |
compréhension de la psychologie et des relations humaines, de la | in : het begrijpen van psychologie en menselijke betrekkingen, |
maîtrise de soi, l'éducation aux relations affectives et l'acquisition | zelfbeheersing, opvoeding tot affectieve betrekkingen en verwerving |
de comportements de prévention en matière de santé et de sécurité pour soi et autrui. | van preventieve gedragingen inzake gezondheid en veiligheid voor |
L'éducation à la philosophie et à la citoyenneté vise en outre le | zichzelf en andere personen. |
développement de modes de pensées, de capacité d'argumentation et de | Opvoeden tot filosofie en burgerzin heeft bovendien de volgende |
raisonnement critiques et autonomes ainsi que le développement | doelstellingen : ontwikkeling van kritische en autonome denkwijzen, |
d'attitudes responsables, citoyennes et solidaires. Les référentiels | argumentatie- en redeneringscapaciteit, alsook van verantwoordelijke, |
précisent les contenus des savoirs et compétences ainsi que les | burger- en solidaire attitudes. De referentiesystemen bepalen de |
attitudes et démarches à développer. | inhoud van kennis en competenties alsook de te ontwikkelen attitudes en stappen. |
Art. 60ter § 1er. Par dérogation aux articles 16, 25, 26 et 35 du | Art. 60ter.§ 1. In afwijking van de artikelen 16, 25, 26 en 35 van |
présent décret, le Gouvernement fixe les socles de compétences et les | dit decreet, stelt de Regering de competentiesokkels(eindtermen) en de |
compétences terminales selon les modalités spécifiques visées dans le | eindcompetenties(eindtermen) vast volgens de in dit artikel nader |
présent article. | bepaalde regels. |
Ces référentiels sont sanctionnés dans des arrêtés du Gouvernement, | Die referentiesystemen worden bekrachtigd door besluiten van de |
qui sont soumis à la confirmation du Parlement dans les six mois | Regering, die het Parlement voor bevestiging worden voorgelegd binnen |
suivant leurs adoptions. | de zes maanden volgend op de aanneming ervan. |
§ 2. Pour la rédaction des référentiels relatifs à l'éducation à la | § 2. Voor het opstellen van de referentiesystemen betreffende de |
philosophie et la citoyenneté précitée, le Gouvernement détermine par | opvoeding tot filosofie en burgerzin, zoals voormeld, stelt de |
arrêté les modalités spécifiques concernant le fonctionnement des | Regering bij besluit de specifieke nadere regels vast voor de werking |
groupes de travail visés au § 3 et le mode de communication et de | van de in § 3 bedoelde werkgroepen en de wijze van mededeling en |
transmission de leurs propositions au Gouvernement. Cet arrêté précise | overzending van hun voorstellen aan de Regering. Dat besluit bepaalt |
le mode de consultation de la commission de pilotage. | de wijze waarop de sturingscommissie wordt geraadpleegd. |
§ 3. Les groupes de travail visés au paragraphe 2 sont au nombre de | § 3. Er zijn twee in paragraaf 2 bedoelde werkgroepen : één voor het |
deux : un pour le référentiel relatif aux socles de compétences et | referentiesysteem betreffende de competentiesokkels en de andere voor |
l'autre pour le référentiel relatif aux compétences terminales. | het referentiesysteem betreffende de eindcompetenties. |
Le groupe de travail pour le référentiel relatif aux socles de | De werkgroep voor het referentiesysteem betreffende de |
compétences est composé de maximum 25 membres : 1° un membre représentant l'enseignement organisé par la Communauté française ; 2° deux membres représentant l'enseignement officiel subventionné ; 3° trois membres représentant l'enseignement libre subventionné dont un représentant de l'enseignement libre non confessionnel ; 4° deux membres du service général d'inspection proposés par l'inspecteur général coordonnateur ; 5° six membres représentant les universités proposés par l'ARES dont trois porteurs de titre en philosophie ; 6° six membres représentant les hautes écoles proposés par l'ARES ; 7° maximum quatre experts proposés par la Ministre de l'Education ; 8° un président proposé par la Ministre de l'Education. Le groupe de travail pour le référentiel relatif aux compétences | competentiesokkels is uit hoogstens 25 leden samengesteld : 1° een lid dat het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs vertegenwoordigt; 2° twee leden die het officieel gesubsidieerd onderwijs vertegenwoordigen; 3° drie leden die het vrij gesubsidieerd onderwijs vertegenwoordigen, waaronder één het niet confessioneel vrij onderwijs vertegenwoordigt; 4° twee leden van de algemene dienst inspectie die door de coördinerende inspecteur-generaal worden voorgedragen; 5° zes leden die de universiteiten vertegenwoordigen, voorgedragen door de ARES, "Académie de Recherche et d'Enseignement supérieur", (Academie Onderzoek en Hoger Onderwijs), waaronder drie houder zijn van een bekwaamheidsbewijs in de filosofie; 6° zes leden, die de hogescholen vertegenwoordigen, voorgedragen door de ARES; 7° hoogstens vier deskundigen, voorgedragen door het Ministerie van Onderwijs; 8° een voorzitter, voorgedragen door het Ministerie van Onderwijs. De werkgroep voor het referentiesysteem betreffende de |
terminales est composé de maximum 25 membres : 1° un membre représentant l'enseignement organisé par la Communauté française ; 2° deux membres représentant l'enseignement officiel subventionné ; 3° trois membres représentant l'enseignement libre subventionné dont un représentant de l'enseignement libre non confessionnel ; 4° deux membres du service général d'inspection proposés par l'inspecteur général coordonnateur ; 5° six membres représentant les universités proposés par l'ARES dont trois porteurs de titre en philosophie ; 6° six membres représentant les hautes écoles proposés par l'ARES ; 7° maximum quatre experts proposés par la Ministre de l'Education ; 8° un président proposé par la Ministre de l'Education. Le secrétariat des groupes de travail visés aux alinéas 2 et 3 est assuré, pour chaque groupe, par deux membres du personnel du Service général des Affaires générales, de la Recherche en éducation et du | eindcompetenties is samengesteld uit hoogstens 25 leden : 1° een lid dat het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs vertegenwoordigt; 2° twee leden die het officieel gesubsidieerd onderwijs vertegenwoordigen; 3° drie leden die het vrij gesubsidieerd onderwijs vertegenwoordigen, waaronder één het niet confessioneel vrij onderwijs vertegenwoordigt; 4° twee leden van de algemene dienst inspectie die door de coördinerende inspecteur-generaal worden voorgedragen; 5° zes leden die de universiteiten vertegenwoordigen, voorgedragen door de ARES, "Académie de Recherche et d'Enseignement supérieur", (Academie Onderzoek en Hoger Onderwijs), waaronder drie houder zijn van een bekwaamheidsbewijs in de filosofie; 6° zes leden, die de hogescholen vertegenwoordigen, voorgedragen door de ARES; 7° hoogstens vier deskundigen, voorgedragen door het Ministerie van Onderwijs; 8° een voorzitter, voorgedragen door het Ministerie van Onderwijs. Het secretariaat van de in het tweede lid en het derde lid bedoelde werkgroepen wordt, voor elke groep, waargenomen door twee personeelsleden van de Algemene Dienst Algemene Zaken, Onderzoek op |
Pilotage de l'enseignement ou par des chargés de mission visés à | het gebied van onderwijs en Sturing van het onderwijs, of door |
l'article 1er de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française | opdrachthouders bedoeld in artikel 1 van het besluit van de Regering |
du 23 janvier 2003 relatif à l'organisation et au fonctionnement de la | van de Franse Gemeenschap van 23 januari 2003 betreffende de |
organisatie en de werking van de Sturingscommissie opgericht bij het | |
Commission de Pilotage créée par le décret du 27 mars 2002 relatif au | decreet van 27 maart 2002 betreffende de sturing van het |
pilotage du système éducatif de la Communauté française proposés par | onderwijssysteem van de Franse Gemeenschap, die door de |
l'Administrateur général. | administrateur-generaal worden voorgedragen. |
Les groupes de travail tiennent aussi des réunions communes afin | De werkgroepen organiseren ook gemeenschappelijke vergaderingen om de |
d'harmoniser les propositions relatives à l'enseignement fondamental | voorstellen betreffende het basisonderwijs en het secundair onderwijs |
et à l'enseignement secondaire. | te harmoniseren. |
Art. 60quater § 1er. Les programmes relatifs à l'éducation à la | Art. 60quater.§ 1. De programma's betreffende de opvoeding tot |
citoyenneté sont élaborés, sur base des référentiels visés à l'article | burgerzin worden, op grond van de in artikel 60bis bedoelde |
60bis, selon les modalités visées au présent article. | referentiesystemen, opgemaakt volgens de in dit artikel nader bepaalde regels. |
§ 2. Le programme du cours de philosophie et de citoyenneté visé à | § 2. Het programma van de cursus filosofie en burgerzin, bedoeld in |
l'article 8 du la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines dispositions | artikel 8 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige |
de la législation de l'enseignement est élaboré conformément aux | bepalingen van de onderwijswetgeving, wordt opgemaakt overeenkomstig |
articles 17, 27 et 36 du présent décret. | de artikelen 17, 27 en 36 van dit decreet. |
§ 3. Dans les établissements de l'enseignement libre confessionnel | § 3. In de inrichtingen van het confessioneel vrij onderwijs alsook in |
ainsi que dans les établissements de l'enseignement libre non | de inrichtingen van het niet confessioneel vrij onderwijs die |
confessionnel qui offrent exclusivement deux heures hebdomadaires de | uitsluitend twee wekelijkse lestijden niet confessionele zedenleer |
cours de morale non confessionnelle, les référentiels visés à | bieden, worden de in artikel 60bis bedoelde referentiesystemen |
l'article 60bis sont mis en oeuvre à travers les programmes des cours | uitgevoerd via de cursusprogramma's van de uurrooster, opgemaakt |
de la grille horaire élaborés selon les articles 17, 27 et 36 du | volgens de artikelen 17, 27 en 36 van dit decreet. De inrichtende |
présent décret. Le pouvoir organisateur ou, en cas de délégation de | macht of, in geval van delegatie van bevoegdheden, het |
compétences, l'organe de représentation et de coordination auquel il | vertegenwoordigings- en coördinatieorgaan waarbij zij aangesloten is, |
adhère dépose à l'administration un document précisant, selon les | legt de administratie een document voor dat, volgens de bij de |
modalités visées par le Gouvernement, la manière détaillée avec | Regering bedoelde nader bepaalde regels, de wijze vermeldt waarop de |
laquelle les référentiels visés au présent chapitre sont exécutés dans | in dit hoofdstuk bedoelde referentiesystemen worden uitgevoerd in de |
les différents programmes des cours précités. » | verschillende voormelde cursusprogramma's." |
Art. 4.Dans les établissements de l'enseignement libre confessionnel |
Art. 4.In de inrichtingen van het confessioneel vrij onderwijs dat |
subventionné par la Communauté française ainsi que dans les | door de Franse Gemeenschap wordt gesubsidieerd alsook in de |
établissement de l'enseignement libre non confessionnel subventionné | inrichtingen van het niet confessioneel vrij onderwijs dat door de |
par la Communauté française qui offrent exclusivement deux heures | Franse Gemeenschap wordt gesubsidieerd die uitsluitend twee wekelijkse |
hebdomadaires de cours de morale non confessionnelle, l'inspection de | lestijden niet confessionele zedenleer bieden, wordt de inspectie van |
l'éducation à la philosophie et à la citoyenneté est opérée | de opvoeding tot filosofie en burgerzin gezamenlijk uitgevoerd door de |
conjointement par l'inspecteur chargé des programmes des cours | inspecteur belast met de betrokken cursusprogramma's en door een |
concernés et par un inspecteur chargé de l'inspection de l'éducation à | inspecteur belast met de inspectie van de opvoeding tot filosofie en |
la philosophie et à la citoyenneté, selon des modalités pratiques | burgerzin, volgens de regels die door de Regering uiterlijk op 1 |
fixées par le Gouvernement au plus tard au 1er septembre 2016 en | september 2016 nader bepaald zullen worden, rekening houdend met de |
tenant compte des conditions d'organisation concrètes des services de | voorwaarden voor de concrete organisatie van de inspectiediensten. |
l'Inspection. Dans les établissements de l'enseignement officiel organisé ou | In de inrichtingen van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde |
subventionné par la Communauté française ainsi que dans les | of gesubsidieerde officieel onderwijs alsook in de inrichtingen van |
établissements de l'enseignement libre non confessionnel subventionné | het niet confessioneel vrij onderwijs dat door de Franse Gemeenschap |
par la Communauté française qui offrent le choix entre les différents | wordt gesubsidieerd, die de keuze bieden tussen de verschillende |
cours de religion ou de morale non confessionnelle, l'inspection du | cursussen godsdienst of niet confessionele zedenleer, wordt de |
cours de philosophie et de citoyenneté est opérée par un inspecteur | inspectie van de cursus filosofie en burgerzin uitgevoerd door een |
chargé de l'inspection de l'éducation à la philosophie et à la | inspecteur belast met de inspectie van de opvoeding tot filosofie en |
citoyenneté. | burgerzin. |
Les inspecteurs chargés de l'inspection de l'éducation à la | Om die opdracht uit te voeren, zullen de inspecteurs belast met de |
philosophie et citoyenneté devront, pour exercer cette mission, avoir | inspectie van de opvoeding tot filosofie en zedenleer door de |
été agréés par les conseils généraux de concertation concernés à la | betrokken algemene overlegraden met een tweederdemeerderheid erkend |
majorité des deux tiers. | moeten zijn. |
Art. 5.A partir de la rentrée scolaire 2020-2021, les enseignants des |
Art. 5.Vanaf het begin van het schooljaar 2020-2021, zullen de |
cours philosophiques devront obligatoirement avoir un titre | leerkrachten die filosofische cursussen verstrekken, houder moeten |
pédagogique pour dispenser le cours de philosophie et de citoyenneté | zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs om de cursus filosofie en |
ou l'éducation à la philosophie et à la citoyenneté. | burgerzin of opvoeding tot filosofie en burgerzin te verstrekken. |
Art. 6.Le présent décret produit ses effets au 1er septembre 2015. |
Art. 6.Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 september 2015. |
Promulguons le présent décret, ordonnons qu'il soit publié au Moniteur | Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad |
belge. | zal worden bekendgemaakt. |
Bruxelles, le 22 octobre 2015. | Brussel op 22 oktober 2015. |
Le Ministre-Président, | De Minister-President, |
R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
La Vice-Présidente et Ministre de l'Education, de la Culture et de l'Enfance, | De Vice-President en Minister van Onderwijs, Cultuur en Kind, |
Mme J. MILQUET | J. MILQUET |
Le Vice-Président, Ministre de l'Enseignement supérieur, de la Recherche et des Médias, | De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, Onderzoek en Media, |
J.-Cl. MARCOURT | J.-Cl. MARCOURT |
Le Ministre l'Aide à la Jeunesse, des Maisons de justice et de la | De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen en Promotie |
Promotion de Bruxelles, | van Brussel, |
R. MADRANE | R. MADRANE |
Le Ministre des Sports, | De Minister van Sport, |
R. COLLIN | R. COLLIN |
Le Ministre du Budget, de la Fonction publique et de la Simplification | De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve |
administrative, | Vereenvoudiging, |
A. FLAHAUT | A. FLAHAUT |
La Ministre de l'Enseignement de Promotion sociale, | De Minister van Onderwijs voor sociale promotie, Jeugd, Vrouwenrechten |
de la Jeunesse, des Droits des femmes et de l'Egalité des chances, | en Gelijke Kansen, |
Mme I. SIMONIS | I. SIMONIS |
_______ | _______ |
Note | Nota |
Session 2014-2015 | Zitting 2014-2015 |
Documents du Parlement. Projet de décret, n° 171-1 | Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 171-1. |
Session 2015-2016 | Zitting 2015-2016 |
Documents du Parlement. - Amendements de commission n° 171-2. - | Sutten van het Parlement. - Commissieamendementen, nr. 171-2. - |
Rapport, n° 171-3. - Amendements de séance, n° 171-4. | Verslag, nr. 171-3. - Vergaderingsamendementen, nr. 171-4. |
Compte-rendu intégral. - Discussion et adoption. Séance du 21 octobre | Integraal veslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 21 |
2015. | oktober 2015. |