Article 1er.Il est établi au profit de la Région wallonne une taxe annuelle sur les sites d'activité économique désaffectés dans les conditions et selon les modalités déterminées par le présent décret.

Art. 2.Le fait générateur de la taxe est le maintien en l'état de sites d'activité économique désaffectés et non assainis existant au 1er janvier de l'exercice d'imposition. Par site d'activité économique désaffecté, on entend un ensemble de biens, principalement des immeubles bâtis ou non bâtis, qui ont été le siège d'une activité économique, dont le maintien dans leur état actuel est contraire au bon aménagement du site tel que défini à l'article 167, 1, alinéas 3 et 4, du Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine, et qui n'ont pas fait l'objet d'un arrêté du Gouvernement wallon au sens de l'article 169, § 8, du Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine. Est prise en considération toute activité industrielle, artisanale, agricole, horticole, de commerce ou de service, pour autant qu'elle soit de nature économique. Ne constitue pas un fait générateur de la taxe, le maintien en l'état : 1° de terrils au sens de la législation wallonne relative à la valorisation des terrils; 2° des superficies non bâties correspondant aux carrières dont l'intérêt écologique, paysager ou patrimonial a été reconnu par le Gouvernement wallon selon les modalités qu'il arrête; 3° des logements abandonnés en Région wallonne, tels que définis à l'article 2 du décret du 19 novembre 1998 instaurant une taxe sur les logements abandonnés en Région wallonne. La taxe est due pour toute l'année lorsque le site a été désaffecté à un moment quelconque de celle-ci.

Art. 3.Est redevable de la taxe, le propriétaire de tout ou partie d'un site désaffecté au 1er janvier de l'année qui suit la période d'imposition. En cas de démembrement du droit de propriété, le redevable de la taxe est le titulaire du droit réel de jouissance.

Art. 4.Le montant de la taxe est fixé à FB 20 000 par are de

Artikel 1.Er wordt ten bate van het Waalse Gewest een jaarlijkse belasting op afgedankte bedrijfsruimten ingevoerd onder de voorwaarden en op de wijze die in dit decreet vastliggen.

Art. 2.De belasting slaat op bedrijfsruimten die op 1 januari van het belastingjaar afgedankt en niet gesaneerd zijn. Onder afgedankte bedrijfsruimte verstaat men een geheel van goederen, hoofdzakelijk al dan niet bebouwde onroerende goederen, die de zetel van een economische activiteit zijn geweest en waarvan het behoud in hun huidige toestand in strijd is met de juiste inrichting van de bedrijfsruimte, zoals bedoeld in artikel 167, 1, derde en vierde lid, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, en die niet onder een besluit van de Waalse Regering vallen in de zin van artikel 169, § 8, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium. De activiteiten die in aanmerking worden genomen, hebben betrekking op nijverheid, ambachten, landbouw, tuinbouw, handel of dienstverlening, voor zover ze van economische aard zijn. De belasting slaat niet op : 1. steenbergen in de zin van de Waalse wetgeving betreffende de ontsluiting van steenbergen; 2. onbebouwde sites waar steengroeven werden ontgonnen en waarvan de ecologische, landelijke of patrimoniale waarde erkend is door de Waalse Regering onder de voorwaarden die zij bepaalt; 3. verlaten woningen in het Waalse Gewest, zoals bedoeld in artikel 2 van het Waalse decreet van 19 november 1998 tot invoering van een belasting op verlaten woningen in het Waalse Gewest. Ongeacht het tijdstip waarop de bedrijfsruimte in de loop van het jaar wordt afgedankt, is de belasting verschuldigd over het hele jaar.

Art. 3.De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het geheel of van een gedeelte van een bedrijfsruimte die afgedankt is op 1 januari van het jaar na dat van de belastingperiode. In geval van splitsing van het eigendomsrecht, is de belasting verschuldigd door de drager van het zakelijke genotrecht.

Art. 4.De belasting bedraagt BEF 20 000 per are bebouwde

Art. 5.Sont exonérés de la taxe, les sites d'activité économique

Art. 5.Er wordt een vrijstelling van belasting verleend voor